Voedsel is de basis van ons bestaan. Je zou dus zeggen dat je donders goed in de gaten hebt wat je eet, en hoeveel. Maar dan onderschat je de rol die bijvoorbeeld verpakkingen, je servies en je huisgenoten daarin hebben.
Vraag een willekeurige persoon wie er beslist wat hij gaat eten als hij boodschappen doet of in een restaurant bestelt, en hoogstwaarschijnlijk luidt zijn antwoord volmondig: “Ik natuurlijk!” Oké, je hebt wat reclame-invloeden, maar verder. En hoeveel je eet, dat bepaal je ook zelf. Laat staan hoe lekker je iets vindt… Toch heb je op al deze zaken minder invloed dan je zou denken of zou willen.
Als je door de supermarkt loopt, word je vaak onweerstaanbaar aangetrokken tot producten met een kwantumkorting. Extra grote zakken chips, vijf pizza’s voor de prijs van drie, en ga maar door. Het klinkt goedkoop, want de eenheidsprijs wordt er lager van. Dat je je boodschappenlijstje er verder niet op aanpast, door bijvoorbeeld een diner minder te halen als je een extra pizza koopt, lijkt onbelangrijk.
Daarnaast heb je zo je vaste producten (ik moet elke dag een banaan mee naar het werk; ik heb altijd dat toiletpapier met die hondjes erop), die je plichtmatig ook nog even meeneemt. De supermarkt waar je bent, heeft niet alles; voor je biologische groente en vlees moet je eigenlijk nog ergens anders heen. Maar omdat je al laat bent, heb je daar geen zin in, dus besluit je jezelf te verwennen met die goedkope pizza met wat biertjes erbij, in plaats van de broccoli met biefstuk die je eigenlijk wilde eten.
Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 7/2010, in de winkel van 4 juni t/m 1 juli. De tekst werd geschreven door Stephan van Duin.