Op 11 oktober gaat in Alicante de twaalfde Volvo Ocean Race rond de wereld van start. Voor de eerste keer in de historie zeilen de teams met compleet identieke ‘one design’-schepen. Die zijn sterker én veiliger. Maar niemand weet precies hoe sterk…
Zo kon het écht niet langer, wist ex-zeiler en Volvo Ocean Race-directeur Knut Frostad na de finish van de vorige editie. Meedoen aan zijn befaamde zeilwedstrijd rond de wereld was te duur geworden en er gingen te veel schepen stuk. De ruim 20 meter lange racers van koolstofvezel bleken niet sterk genoeg. Gebroken masten, gescheurde zeilen… Er waren er zelfs die hun kiel verloren en in het zicht van de haven bijna letterlijk uit elkaar vielen. De race om ‘lichter en sneller’ was duidelijk doorgeschoten.
Daarom gooide Frostad het drie jaar geleden over een andere boeg. Voortaan konden de teams niet meer zelf hun schepen ontwerpen en bouwen, maar zou de race worden gezeild met één standaardtype. Daarvoor liet hij een supermoderne, one-design-oceaanzeilracer ontwerpen. Geschikt voor het zware werk, maar te bouwen voor een bodemprijs: 5 miljoen euro, een schijntje vergeleken met de kosten die teams eerder maakten voor eigen R&D, ontwerp en constructie. Daardoor zouden ook de teambudgetten flink omlaag kunnen van pakweg 20 naar zo’n 10 tot 12 miljoen euro. Maar wat zijn de geheimen van het nieuwe schip? Weten de teams al waartoe het in staat is? En hoe zal het gelijke-monniken-gelijke-kappen-principe de Volvo Ocean Race veranderen?
Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 11/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 18 september tot en met 15 oktober.
Meer informatie:
Tekst: Leonard van den Berg
Beeld: Sander van der Borch