Wat als we stoppen met ontwikkelingshulp?

KIJK-redactie

31 januari 2013 13:00

We vinden de wereld waarin we leven volstrekt vanzelfsprekend. Maar vul één feit anders in, en hij ziet er plots volkomen anders uit. In deze serie kleuren we elke aflevering zo’n ‘wat als…’ scenario in.

Het is druk in de rij bij de GGD. Deze ochtend kan de Nederlandse bevolking zich voor het eerst laten inenten tegen een mysterieuze ziekte die uit Azië is overgewaaid. De schrik zit er goed in. Over de financiële crisis hoor je niemand meer. Het is twee jaar geleden dat de rijke landen gezamenlijk besloten om te stoppen met de ontwikkelingshulp, en de gevolgen zijn nu al zichtbaar. Op jaarbasis leverde deze bezuiniging Nederland dik 4 miljard euro op. Dat was het goede nieuws. Niet veel later begon de ellende. Een halfjaar na het dichtdraaien van de geldkraan was Nederland genoodzaakt om vanuit Italië vijfduizend Afrikaanse emigranten op te nemen die samen met veertigduizend anderen naar het Europese vasteland waren gekomen. Veel exporterende bedrijven zijn door het schrappen van de ontwikkelingshulp in de problemen gekomen, en nu dus die ziekte. “Hier hadden we al voor gewaarschuwd”, zegt een team van het CDA dat rond het gebouw van de GGD campagne voert.

Regeringen die de stekker uit de ontwikkelingshulp trekken; het ligt niet echt voor de hand, maar onmogelijk is het evenmin. Naar aanleiding van de financiële crisis gaan in heel Europa stemmen op om flink te bezuinigen op de structurele hulp aan vooral Afrika. Als het aan Geert Wilders ligt, kappen we er zelfs helemaal mee. Zeker in deze onzekere tijden wordt er steeds kritischer gekeken naar ontwikkelingshulp en klinkt steeds vaker de vraag of dat geld niet beter in de eigen economie kan worden gestoken. Stel dat de crisis nog lang aanhoudt en regeringen overal met hun ontwikkelingshulp stoppen (noodhulp uitgezonderd). Wat zou dat voor gevolgen hebben, voor zowel de ontvangende als de gevende landen?

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 3/2013, in de winkel van 8 februari tot en met 11 maart.

Beeld: George Mollering/ANP