Wat denken de Maya’s zelf van 21-12-2012?

KIJK-redactie

17 december 2012 13:00

Chichen Itza

Vrijdag is het zover: dan is het 21 december 2012, de dag waarop de Mayakalender zou aflopen. Wat denken de Maya’s zelf dat er dan gebeurt? KIJK-verslaggever Taeke Zuidema reisde af naar Mexico om het uit te zoeken.

Waar zijn ze toch gebleven, die Maya’s? Het is een vraag die veel mensen zich stellen na een bezoek aan de ruïnes van de Maya-steden in Mexico of Guatemala. Het antwoord is simpel: de Maya’s zijn nooit verdwenen; ze leven nog steeds waar ze altijd hebben gewoond. Mexico en Guatemala tellen samen zo’n 8 miljoen afstammelingen van het indianenvolk dat ooit al die imposante bouwwerken in de jungle van Midden-Amerika neerzette. Ze bouwen alleen geen mega-piramides meer. In plaats daarvan zijn ze nu vaak slecht betaalde arbeiders op de bouwplaatsen van mega-hotels in Cancún en Playa del Carmen, badplaatsen aan de zogenoemde Riviera Maya.

Het dorp Saban ligt midden in het Mexicaanse Yucatán. Dit schier-eiland was tot de komst van de Spanjaarden in de zestiende eeuw het hart van de toenmalige Maya-beschaving. Saban heeft zo’n 3000 inwoners en op één familie na zijn het allemaal Maya’s. Ze spreken Yucatec Maya en de meeste mannen verbouwen nog steeds maïs en bonen, zoals hun verre voorvaderen dat ook deden. Alleen gebruiken ze daarbij nu kunstmest.

Verloren geschiedenis

Ik heb besloten alle religieuze deskundigen in Saban naar hun verwachtingen voor 2012 te vragen. De eerste die ik benader is Don Mario Kahuil. Hij wordt altijd opgetrommeld om bij de katholieke rituelen, die doorspekt zijn met symbolen uit de oude Maya-godsdienst, te bidden en te zingen in het Spaans en het Latijn. Ik vraag het hem recht op de man af: “Vergaat de wereld in 2012?” Don Mario kijkt me aan alsof er een steekje aan me los is. Dan barst hij in lachen uit. “Alleen God weet wanneer het einde van de wereld aangebroken is. Daar hebben wij mensen geen idee van.”

Ja, het zou best in 2012 kunnen gebeuren, zegt hij, maar evengoed in 2013 of 2014, of misschien wel in 2050. Ik blijf aandringen. Heeft hij dan niets gehoord over het ‘aflopen’ van de Maya-kalender op 21 december 2012? Nee, daar heeft Don Mario nog nooit van gehoord.

De meeste hedendaagse Maya’s weten weinig tot niets van de beschaving van hun voorouders. Daar hebben de Spaanse missionarissen voor gezorgd die de bevolking vanaf de zestiende eeuw met harde hand tot het christendom ‘bekeerden’. In hun ongebreidelde bekeringsdrift verbrandden ze alle heilige Maya-boeken. Hierdoor ging veel kennis van het Maya-schrift – en daarmee van de Maya-geschiedenis – verloren. Doordat het schrift van de Maya’s in de laatste decennia voor het grootste deel is ontcijferd, kunnen de mayanisten nu veel inscripties weer lezen, maar dat maakte hen niets wijzer over het jaar 2012.

Don Mario weet wel een verhaal over hoe God (of eigenlijk: de Maya-goden) eerder met de wereld afrekende. “Bij een vorige schepping,” zo vertelt hij, “maakte God veel mensen die gebocheld waren. Die deden niet wat Hij wilde, omdat ze veel te stom waren. Toen zei God tegen de Arabier Noach dat hij voor zijn familie en voor alle dieren een grote boot moest bouwen. Daarna kwam er een geweldige overstroming waarbij alle gebochelden verdronken. Alleen Noach en zijn familie bleven over en hebben toen de aarde weer bevolkt.”

Het verhaal dat Don Mario vertelt, is een mengelmoes van het Bijbelse zondvloedverhaal en het thema van vernietiging en wedergeboorte uit de Maya-mythologie. Volgens de Maya’s probeerden de goden steeds weer mensen te maken die hen goed zouden dienen. Maar de mensen waren altijd te dom of te onhandig, zodat de goden hen maar weer vernietigden en het opnieuw probeerden. Zo maakten ze mensen van aarde en van hout. Pas toen ze de huidige mensen van maïs hadden gemaakt, waren ze enigszins tevreden over het resultaat.

Een regen van vuur

Wanneer ik wat meer Maya’s in Saban naar het naderende einde van de wereld vraag, ontstaat een vreemd beeld. “De meeste mensen in het dorp geloofden dat de wereld in het jaar 2000 zou vergaan”, zegt Don Antonio Argona, een boer bij wie ik tijdelijk in huis ben. “Ze zeggen dat in de Bijbel staat dat God de wereld kort na het jaar 2000 zal vernietigen. Dat kan vandaag of morgen dus nog steeds gebeuren.”

Ik ga met Don Antonio naar het naburige dorp Huay Max. Daar woont Don Tacio, een stokoude Maya-sjamaan die niet alleen leiding geeft aan de eeuwenoude landbouwrituelen, maar die ook mensen geneest van hekserij. Bovendien kan hij in de toekomst kijken. Ik val maar weer meteen met de deur in huis. “Don Tacio, nadert het einde van de wereld?” Hij wijst naar de wereld om ons heen – een schamele hut van takken, boomstammen en bladeren – en zegt: “Binnenkort is het allemaal voorbij.” “In 2012?” wil ik weten. “Nee, in 2000.” “Maar het is toch al 2000 geweest?” “Ja,” zegt Don Tacio, “maar ik kan niet meer zo goed in de toekomst kijken en daarom denk ik dat de wereld al in 2000 is vergaan, alleen weten we het niet. We dromen nog dat we leven.”

Het wordt steeds duidelijker dat iedereen in dit Maya-dorp met zijn eigen idee over de voorspelde apocalyps rondloopt. Ik kan het niet nalaten om het ook aan Padre Angel te vragen. Deze katholieke priester is al dik in de zeventig, maar raast nog steeds met zijn Volkswagen door de jungle van Yucatán om iedere week bij duizenden mensen de biecht af te nemen en tientallen missen op te dragen. Wanneer Padre Angel hoort dat ik uit Nederland kom, heeft hij zijn verhaal gauw klaar. “Ik heb veel over Nederland gelezen, en het is er niet best. Nederland is een land dat homoseksualiteit, overspel en abortus tolereert. Ik denk dat God jullie zal straffen zoals hij Sodom en Gomorra heeft gestraft: met een regen van vuur.”

“En wat gebeurt er dan in 2012?” probeer ik nog maar eens. “Dat verhaal over de ondergang van de wereld in 2012 is een sprookje dat wordt verspreid door heidenen die geen enkel respect voor God hebben”, zegt Padre Angel. “Alleen God weet wanneer de dag des oordeels aanbreekt.” Voordat ik verder kan vragen, gaat de priester er in zijn Volkswagen vandoor, op weg naar de volgende biecht.

Heksentoeren

In het Maya-dorp Sacalaca woont nog een sjamaan. Een heel bijzondere zelfs, want het is een vrouw. Sommige mensen in Saban zeggen dan ook dat ze eigenlijk een heks is. Maar Doña Nicolasa heeft een grote faam als gebedsgenezer, verloskundige en spiritistisch medium. Van heinde en verre komen Maya’s om haar te raadplegen over ziekten en hekserij. Antonio Argona gaat weer mee als tolk, want Doña Nicolasa kan veel, maar ze spreekt geen Spaans.

Ditmaal probeer ik het wat voorzichtiger aan te pakken. Ik vraag Doña Nicolasa eerst hoe ze weet of een ziekte door hekserij wordt veroorzaakt. “Dat is heel eenvoudig”, antwoordt ze. “Als de gewone geneeskrachtige kruiden niet helpen, is er sprake van hekserij. Je hebt bijvoorbeeld mensen die alleen op dinsdag en donderdag ziek zijn. Zoiets kan alleen maar door hekserij komen.” Voor wat geld voert ze vervolgens allerlei rituelen uit om de zwarte magie te verdrijven.

Geleidelijk stuur ik het gesprek richting 2012. Weet Doña Nicolasa iets van het einde van de wereld in dat jaar? “O ja,” zegt ze, “dan zou de wereld best eens ten onder kunnen gaan.” Het blijkt dat haar zoon in de krant heeft gelezen dat de poolkappen aan het smelten zijn en dat daardoor in 2012 een groot deel van de wereld onder water komt te staan. Maar het aflopen van de Maya-kalender in december 2012 zegt Doña Nicolasa niets. Ze weet wel dat de wereld op een dinsdag ten onder zal gaan. Die voorspelling kost me twintig dollar. Ik zoek het in mijn agenda op: 21 december 2012 valt op een vrijdag.

Zo langzamerhand word ik stapelgek van dat 2012. Iedereen die ik er in Yucatán over spreek, heeft er een mening over, maar het einde van de Maya-kalender in 2012 doet bij niemand een belletje rinkelen. Gelukkig ontmoet ik Gregoria Chi, een Maya-vrouw van een jaar of twintig die als eerste inwoner van Saban naar de universiteit is gegaan. Gregoria bestudeerde de Maya-geschiedenis en weet daardoor alles van 2012.

“Het klopt waarschijnlijk dat de zogenoemde lange telling van de Maya-kalender in december 2012 afloopt”, zegt Gregoria. “Maar de Maya’s zagen de tijd als een opeenvolging van cyclussen. Dat betekent dat op 21 december 2012 een nieuwe cyclus van 5126 jaar begint.” Volgens Gregoria blijft de wereld gewoon bestaan. “Al denk ik wel dat die nieuwe cyclus het bewustzijn van de mensen aangrijpend zal veranderen.”

Comeback van de Maya’s

Ik heb al bijna de moed opgegeven ooit nog een Maya te spreken die echt gelooft dat de wereld in december 2012 ten onder gaat als ik bij een nachtwake voor een overleden Maya-vrouw Don Marcelino ontmoet. Hij heeft diep in een fles rum gekeken en wanneer ik 2012 aansnijd, barst hij los met een groot verhaal. Don Marcelino weet zeker dat dan alles anders wordt. Het einde van de wereld dus? Nee, dat nu ook dat weer niet, maar wel bijna: 2012 is het jaar waarin de Maya’s hun oude macht terugkrijgen.

“In 2012 keren de Maya-goden op aarde terug”, zegt Don Marcelino. “De geweren en de kanonnen van de blanken zullen niet meer werken en alle andere godsdiensten zullen verdwijnen. Alle mensen, zelfs de toeristen in Cancún en Playa del Carmen, zullen zich onderwerpen aan de Maya’s. Als vanouds zullen we weer piramides in de jungle bouwen.”

En hoe weet Don Marcelino dat allemaal? “Het staat in de geheime boeken van de Maya’s”, zegt hij. Maar welke geheime boeken dan? “De hele, hele geheime boeken, de boeken die nog niemand heeft gelezen.” Juist. Ik laat me door Don Marcelino maar een flink glas rum inschenken.

Dit artikel verscheen eerder in KIJK 1/2011.

Tekst: Taeke Zuidema

Beeld: Daniel Schwen/CC BY-SA 3.0