Volgens de vijfsecondenregel kun je voedsel dat minder dan vijf seconden op de grond heeft gelegen zonder problemen opeten. KIJK-columnist Diederik Jekel gaat na wat daarvan klopt.
Samen met een maatje van me sta ik in de keuken tijdens een verjaardagsfeestje bij vrienden. Dan komt de gastvrouw binnen met een dienblad vol bitterballen. Ze struikelt over een kratje bier en laat wat bitterballen op de grond vallen.
Om haar een beetje te troosten, zeggen we dat we de bitterballen razendsnel van de grond hebben gepakt en dat er dus niets aan de hand is. Volgens de vijfsecondenregel hebben bacteriën namelijk geen vat op voedsel dat op de grond is gevallen – als het maar binnen vijf seconden is opgepakt. Uit onderzoek blijkt dat zo’n 60 procent van de Amerikanen deze regel kent.
De eerste die een dergelijke regel heeft bedacht, was Dzjengis Khan, de Mongoolse keizer die in de twaalfde en dertiende eeuw een groot rijk wist te stichten. Hij nam het minder nauw met hygiëne en dacht dat voedsel dat twaalf uur op de grond heeft gelegen nog steeds oké zou zijn.
Maar helaas, Dzjengis Khan zat ernaast en ook de vijfsecondenregel klopt niet. Tijd is nauwelijks een factor. De mate van besmetting wordt bepaald door de vochtigheid van je voedsel, het zoet of zout zijn van je eten, de ruwheid van de vloer en natuurlijk de frisheid van de vloer zelf. Er is meerdere keren onderzoek naar gedaan; één onderzoek heeft er zelfs de Ig-Nobelprijs voor gekregen, in 2004.
De conclusie: als eten op de grond is gevallen, kan er meteen bacterieoverdracht plaatsvinden. Nu is het wel zo dat er na een minuut veel meer bacteriën kunnen zijn ‘overgesprongen’ dan na een paar seconden. Zeker bij ruwe tegels waar de overdracht het traagst gaat. Veel belangrijker dan de tijd dat het op de grond ligt, is wat voor soort eten er is gevallen. Uit onderzoek uit 2012 blijkt dat veel suiker en zout in het eten minder bacteriegroei toelaat.
En dan nog wat: baby’s raken sowieso de vloer aan tijdens het kruipen en gebruiken die handen om te eten. Gewoon alles een beetje schoonhouden is het enige wat helpt – en dat is hoe dan ook geen gek idee.
Diederik Jekel staat met zijn column in elk nummer van KIJK.
Beeld: Studio 5982