KIJK-columnist, bioloog en conservator Kees Moeliker over onderzoek naar het haar en kokhalsreflex van homoseksuele mannen.
Al heel lang probeert de wetenschap het hoe en waarom van de seksuele geaardheid van de mens te ontrafelen. Een treffend voorbeeld is het werk van de Amerikaan Amar Klar, dat uitvoerig beschreven staat in het Journal of Genetics van december 2004: Excess of counterclockwise scalp hair-whorl rotation in homosexual men. Je leest het goed: surplus van tegen-de-klok-in-draaiende hoofdhaarkruinen bij homoseksuele mannen.
Klar deed zijn onderzoek onder badgasten op een strand in de Amerikaanse staat Delaware dat bekendstaat als een vakantiebestemming van homoseksuele mannen. Hij identificeerde zijn studieobjecten aan hun ’typische’ gedrag en noteerde de draairichting van hun kruinen. Homo’s die kaal waren of een petje droegen, negeerde hij.
Bijna 30 procent van 272 homomannen bleek een linksdraaiende kruin te hebben, terwijl dit bij een willekeurige steekproef onder 207 mannen van onbekende seksuele geaardheid slechts 8 procent was. Klar concludeerde hieruit dat de seksuele voorkeur van mannen weleens zou kunnen worden beïnvloed door dezelfde erfelijke factor die ook de richting van de kruinrotatie bepaalt.
Veel dieper ging de Amerikaanse arts Nicolai Gioscia. Ik moest even slikken nadat ik zijn publicatie The gag reflex and fellatio in het vooraanstaande American Journal of Psychiatry (1950) had gelezen. Hij beschrijft daarin namelijk dat bij homoseksuele mannen die elkaars geslachtsorgaan regelmatig in de mond nemen de kokhalsreflex ontbreekt.
Gioscia ontdekte dit tussen 1942 en 1944 in een psychiatrisch militair ziekenhuis bij patiënten die hij ‘seksueel deviant’ noemde. Uiteindelijk bracht hij zijn bevindingen in de praktijk door arme rekruten een spatel achterin de keel te duwen. Degenen die braakneigingen vertoonden, mochten blijven. Hadden ze die reflex niet, dan konden ze gaan. Jongemannen die de dienstplicht op grond van homoseksuele geaardheid probeerden te ontduiken, vielen kokhalzend door de mand.
Kees Moeliker staat met zijn column in elk nummer van KIJK. Deze tekst werd gepubliceerd in KIJK 13/2014.
Lees hier de column van Moeliker die in KIJK 12/2014 stond.
Beeld: Studio 5982