Over zeven jaar moet ’s werelds eerste onderwaterstad af zijn: de Ocean Spiral. In theorie klinkt het allemaal haalbaar, maar hoe zit dat in de praktijk? Wetenschapsjournalist Rijco van Egdom zoekt het uit.
En daar waren ze dan, de brokstukken. Na dagenlang met man en macht te hebben gezocht, kwam er eindelijk een antwoord op de vraag die de halve wereld in zijn greep hield: leven ze nog? Ik heb het natuurlijk over onderzeeboot Titan, het in elkaar geknutselde vaartuigje waarmee passagiers voor 250.000 dollar per persoon met een kapitein naar de zeebodem afdaalden om een blik te werpen op het wrak van de Titanic.
Nu waren er genoeg rode vlaggen, zou een kritisch persoon zeggen (zoals ik dus). Bijvoorbeeld het feit dat de onderzeeboot officieel niet was goedgekeurd voor passagiers. Die moesten dan ook een spoedcursus voor bemanningslid volgen en flink wat documenten ondertekenen. Of het feit dat de fabrikant van het ding OceanGate heet. Doorgaans heb ik weinig vertrouwen in zaken die eindigen op ‘gate’. Door de bank genomen is dat sinds Watergate toch wel hét achtervoegsel bij uitstek om zaken die niet in de haak zijn te benoemen.
Meer Van Egdoms Oordeel:
Houtje-touwtjeduikboten
Maar het verhaal bewijst wel weer hoe de oceaan en al haar geheimen ons trekt. Zelfs zo erg dat we ons leven ervoor op het spel zetten. Ergens is dat ook niet zo gek. Er valt namelijk ook een hoop te ontdekken. We weten meer van wat er zich op het Marsoppervlak afspeelt dan wat er allemaal diep verborgen in onze oceanen gebeurt. “Hoe ongepast is het om deze planeet Aarde te noemen, terwijl ze duidelijk Oceaan is”, schreef sciencefictionauteur Arthur C. Clarke ooit. En hij had gelijk: meer dan 70 procent van het aardoppervlak is bedekt met water. Zeeën van ruimte dus, pun intended; niet alleen om te verkennen met houtje-touwtjeduikboten, maar misschien ook om er te gaan wonen.
En uit het huwelijk van die twee behoeftes – meer woonruimte en verkenningsdrift – is iets waarlijk wonderlijks geboren: de Ocean Spiral. Beeld je een boei in. Maar dan wel een stukkie groter, met een diametertje van grofweg 500 meter. Net als een gewone boei zit ook dit exemplaar vast aan de oceaanbodem, op een diepte van 3 tot 4 kilometer. Met een spiraalvormige tunnel – en dat is meteen het unique selling point van dit 24 miljard euro kostende project, dat volgens bouwer Shimizu in 2030 klaar moet zijn. Die spiraal kan namelijk het hele gevaarte onder water trekken. Handig als er weer eens een storm voorbijraast. Bovendien geeft de techniek je de unieke gelegenheid om een tijdlang onder water te wonen. Op papier klinkt het helemaal niet zo gek.
Maar hoe realistisch is dit idee nou echt? We spreken met scheepsbouwkundige Olaf Waals, die als offshoremanager bij het onderzoeksinstituut MARIN onder andere aan drijvende steden werkt.
“Laat ik ermee beginnen te zeggen dat ik dit soort initiatieven onwijs gaaf vind.” (Eens met Waals; dat heb ik ook.) “Dit outside-the-box-denken helpt om vooruit te komen en laat in een vroeg stadium zien waar de grootste uitdagingen liggen. En de gedachte om voor nieuw leefgebied uit te wijken naar water is helemaal niet zo gek. Er is daar namelijk nog meer dan genoeg plek, terwijl het land steeds voller raakt. Daarnaast biedt de zee allerlei kansen voor alternatieve vormen van voedsel vergaren. Denk aan het kweken van zeewier, schelpdieren of vis. Maar er zijn ook veel uitdagingen.”
Een miljard per jaar
Feitelijk zijn er drie grote hordes op de weg naar bouwen onder zee. De eerste is de druk. Met elke meter die je dieper onder water gaat, neemt de kolom water die zich boven je bevindt logischerwijs met een meter toe. Zo heerst er op de bodem van de Marianentrog, met 11 kilometer het diepst bekende punt in de oceaan, een druk van ongeveer 109 megapascal; meer dan 1000 kilo per vierkante centimeter. De Ocean Spiral zal tot een diepte van ‘slechts’ 4 kilometer gaan, maar alsnog moet de constructie daar goed tegen bestand zijn.
Waals vervolgt: “Een grote uitdaging van bouwen op zee is dat je continu beweegt in het zoute water.” En dat is horde nummer twee. “Schepen of constructies die continu op zee verblijven, hebben een maximale levensduur van 20 tot 25 jaar. Daarna is alles zo doorgeroest en aangetast door metaalmoeheid dat het moet worden gesloopt.”
Even rekenen: 20 tot 25 jaar en dat ding kost naar schatting 24 miljard euro. Dat is dus een slordige miljard per jaar. Lijkt me niet heel aantrekkelijk voor investeerders.
Maar kun je die roest niet tegengaan? “Er bestaan wel speciale coatings. Of je kunt een constructie op zee kathodisch beschermen.” Kort door de bocht: je zet het te beschermen object onder een klein beetje stroom om het roesten te vertragen. “Maar ook daarmee stel je alleen maar het onvermijdelijke uit en je hebt er ook veel onderhoud aan.” Om dit probleem te ondervangen, hebben de ontwerpers van de Ocean Spiral gekozen voor kunststof. Dat wordt weliswaar al jaren gebruikt, bijvoorbeeld in de jachtbouw, maar nog niet op deze grote schaal voor onderwaterconstructies. Hiermee zullen de bouwers dus ervaring moeten opbouwen. En ook bij kunststof zal onderhoud nodig zijn.
Onderhoud. Iets wat ik niet gelijk voor me zie bij een enorme boei met een nog enormere spiraal eraan. “Maar waarschijnlijk zijn daar wel oplossingen voor te vinden, zeker op langere termijn. Ik denk altijd aan de maanlanding; die is ook gelukt binnen tien jaar nadat de eerste plannen werden gevormd. En als dit lukt, heb je wel iets geniaals in handen.”
Schildpad
Tot slot noemt Waals een term die mij mateloos intrigeert: de duizendjarige storm. Die vormt de derde en misschien wel hoogste horde bij wonen op zee. Het is een vrij serieus concept waar vooral offshoremensen mee werken. “De duizendjarige storm is een fictief meteorologisch scenario dat zo heftig is dat het maar eens in de duizend jaar voorkomt”, zegt Waals. “Ingenieurs gebruiken dat als minimale eis voor de stevigheid en weerbaarheid van een offshoreconstructie.” Met andere woorden: als je ontwerp een duizendjarige storm kan overleven, dan overleeft het alles. “Alleen kost dat natuurlijk heel veel extra materiaal en dus geld om alles te verstevigen.
Bij de Ocean Spiral heb je daar minder last van, want die kan bij een heftige storm gewoon onder het wateroppervlak. Als je diep genoeg komt, voel je de golven nauwelijks meer.” Als een schildpad die zijn kop intrekt? “Precies. Maar onder water kun je wel weer sterke stroming hebben waar je rekening mee moet houden.”
En dan nu de hamvraag: komt dat ding er nou wel of niet? “Ik heb er best een goed gevoel over. Maar niet in 2030 al en zeker niet op die schaal. Een belangrijke component is ook de sociale acceptatie. Mensen moeten er natuurlijk wel willen wonen.”
Daar helpt zo’n zinkend onderzeebootje natuurlijk niet echt bij. Waals beaamt dat. “Maar hoe je het ook wendt of keert, er zit toekomst in wonen op zee. In het geval van de Ocean Spiral vermoed ik dat ze eerst een pilotproject gaan bouwen.” Geen megaboei dus, maar een miniboei. Ik heb alvast een gratis tip voor de ontwikkelaars: denk even aan de juiste keuringen. Anders zitten we over tien jaar weer met samengeknepen billen voor de buis.
Van Egdoms oordeel
Techniek: 3/5
Haalbaarheid: 3/5
Kosten: 2/5
Totaal: 3/5
Deze column van Rijco van Egdom staat ook in KIJK 10/2023.