KIJK-columnist Rik Peters over hoe ons online leven en ons offline leven helemaal niet naar elkaar toe groeien.
Ons online leven en ons offline leven groeien steeds meer naar elkaar toe. Het was lang hip om dat te zeggen. Daarom is webtech zo interessant: behalve in de economie en de astrologie wordt er nergens zoveel vrolijke onzin verkocht.
Internetcriticus Andrew Keen stelt dat online parasiteert op offline: hoe meer aandacht je geeft aan het digitaal delen van je belevenissen, hoe minder aandacht overblijft voor die belevenissen zelf. Je ziet – zonder taalfout – door het bos de bomen niet meer.
Of neem muziek. Toen songs veranderden in mp3’s en mensen zichzelf wijsmaakten dat diefstal een grondrecht is, zei men dat artiesten geld konden verdienen met concerten. Bands moeten de wereld bereizen, net in de tijd dat internetshows dat theoretisch onnodig maken.
Journalisten uit heel Europa stapten in het vliegtuig toen Apple onlangs de iPad Air introduceerde. Winst: tientallen zogenaamd exclusieve hands-on-recensies, die vertelden dat het apparaat lichter was dan de voorganger. Thuisblijvers wisten dat al, door het internet op hun oudere tablets.
Het tegenargument dat mensen naast hun online bestaan ook échte ervaringen willen, lijkt te snel gedacht. Juist tijdens real life experiences vlucht men weg naar cyberspace: bij voetbalwedstrijden versturen fans in het stadion bijna tien keer zoveel tweets als liefhebbers voor de televisie.
Zodra we online komen, rennen we offline; als we offline zijn, springen we online. En bij voorkeur zo onlogisch mogelijk. Met het naar elkaar toe groeien van onze twee levens heeft dat niets te maken. Eerder laat het zien hoe de afstand tussen beide enkel voelbaarder wordt.
Deze column verscheen eerder in KIJK 1/2014.
Beeld: Studio 5982