De zwarte tarwedood

KIJK-redactie

08 september 2010 13:00

De plantenziekte die in het verleden menige tarweoogst verwoestte, is terug: zwarte roest. Dankzij een mutatie is opeens 90 procent van het gewas wereldwijd opnieuw gevoelig voor deze schimmel. En de ziekteverwekker rukt op richting de belangrijkste graangebieden van Azië…

De moderne wetenschap heeft veel dodelijke ziektes die al eeuwen over de wereld woedden onder de duim gekregen. Maar wat als een van die ziekteverwekkers opeens muteert en zich snel verspreidt omdat de beproefde manier om hem te bestrijden niet meer werkt? Over dat scenario is al menige rampenfilm gemaakt, maar iets dergelijks is nu echt aan de hand. Niet met een roemruchte ziekte zoals de pokken of de pest, maar met een plantenziekte. Maar wel eentje die net zo berucht is als zijn menselijke tegenhangers en die in het verleden ook heel wat doden heeft veroorzaakt: de zwarte roest.

Zwarte roest is een ziekte die alleen voorkomt op tarwe. Hij wordt veroorzaakt door een schimmel, Puccinia graminis. Er bestaan ook nog andere roestziekten, zoals de gele en de bruine roest, maar de zwarte variant is het meest agressief. Het eerste teken dat tarwe ermee is besmet, zijn een soort rode, roestachtige blaren op de stengel. Vervolgens verschrompelen de tarwekorrels, de stengel buigt door, en uiteindelijk sterft de plant af en kleurt hij zwart.

Als je als middeleeuwse boer deze ziekte aantrof in je velden, was je er zeker van dat je tarweoogst zou mislukken. Dat betekende vaak de hongerdood; net als nu was tarwe destijds voor veel mensen het basisvoedsel. De Romeinen kenden de ziekte eveneens. Zij vereerden zelfs een speciale tarweroestgod, Robigus genaamd, die hun velden moest beschermen. En ook halverwege de twintigste eeuw was zwarte roest nog een groot probleem. Zo vernielde de schimmel in 1954 maar liefst 40 procent van de tarweoogst in de VS. De schade: 3 miljard dollar.

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 11/2010, in de winkel van 24 september tot en met 21 oktober. De tekst werd geschreven door Nadine Böke.

Meer informatie:

Beeld: Agricultural Research Service