Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Om je werkweek goed te starten, elke maandag een tof wetenschappelijk of technisch beeld op onze site. Deze keer: ‘vlinderslurfjes’ onder de loep.
Niet alleen de vleugels van vlinders kunnen adembenemend mooi zijn, ook de opgerolde ‘tongetjes’ van sommige soorten zien er van dichtbij prachtig uit. Dat blijkt uit het onderzoek van een team Duitse ecologen. Zij namen de proboscis of roltong, zoals de ‘vlinderslurf’ heet, letterlijk onder de loep. Hoewel het in beeld brengen ervan slechts een deel van het onderzoek besloeg, zijn de foto’s minstens een heel fraaie bijkomstigheid.
Lees ook:
Privérietje
Hoewel proboscis ‘verlengde neus’ betekent, is het bij vlinders niet de neus, maar zijn het de monddelen die zich tijdens de jaren en jaren van evolutie hebben ontwikkeld tot een soort persoonlijk rietje. Ongebruikt ligt het opgerold onder de kop. Uitgerold kunnen de insecten er vloeibaar voedsel naar binnen slurpen – zoals de nectar uit bloemen of sap uit (zacht) fruit, maar ook urine, mest of andere lichaamsvloeistoffen.
De ecologen onderzochten de variatie tussen de probocissen van verschillende vlindersoorten. Hiervoor maakten ze met een speciale imaging-techniek (CLSM) heel gedetailleerde close-ups van de tongetjes. De kleurrijke afbeelding hieronder is door coauteur Jan Michels samengesteld uit meerdere, losse foto’s.
Pasvorm
De onderzoekers ontdekten dat vlindersoorten die van bloemen leven, gladdere, meer taps toelopende en minder buigzame proboscis hebben dan soorten die geen nectar eten. Dat testte het team door vlinders smalle, trechtervormige glazen buisjes met daarin een smakelijk suikergoedje voor te zetten.
Niet-bloemeneters, zoals de rouw- of koningsmantel (Nymphalis antiopa), die met name van fruitsap en suikerige honingdauw leeft, bleven in 90 procent van de gevallen met hun roltong in de buisjes vastzitten. De ‘bloemenvlinders’, zoals de (vrij vertaald) oosterse tijgerzwaluwstaart (Papilio glausus) bleven in geen van de gevallen met hun proboscis steken.
Bronnen: Functional Ecology, New Scientist
Beeld: Jan Michels/Functional Ecology