Planetaire nevel verdwijnt ongekend snel

Karlijn Klei

04 december 2020 14:59

nevel

De pijlstaartrognevel is de afgelopen jaren zo snel gekrompen, dat hij binnen een ‘oogwenk’ van een paar decennia helemaal verdwenen zou kunnen zijn.

Het waren de prachtige helderblauwe kleuren en het golvende silhouet waar de Pijlstaartrolnevel in 1996 zijn naam aan verdiende. Maar zo ziet de planetaire nevel, op 18.000 lichtjaar van aarde, er tegenwoordig – een astronomisch piepkleine 24 jaar later – niet meer uit. Kiekjes die de Hubble-ruimtetelescoop in 2016 maakte, laten zien hoe razendsnel de nevel in grootte en helderheid is afgenomen. Als dit bizarre ‘gedrag’ zo door gaat, zo schrijven onderzoekers in vakblad Astrophysical Journal, kan het zijn dat de nevel over 20 à 30 jaar uit de nachtelijke hemel verdwenen is.

Lees ook:

Bevroren in de tijd

Een planetaire nevel ontstaat als een ster, pakweg de grootte van onze zon, een van de laatste stadia van zijn leven bereikt. Zijn laatste beetjes kernenergie opgebrand, zwelt zo’n ster op tot rode reus. “Zo’n rode reus verliest makkelijk materiaal, en de buitenste lagen worden dan ook terug de ruimte in gegooid”, legde sterrenkundige Silvia Toonen (Universiteit van Amsterdam) eerder uit aan KIJK. “Wat overblijft, is de oude, super compacte, opgebrande kern van de ster; een witte dwerg.”

Die evolutie van rode reus, naar planetaire nevel naar witte dwerg, neemt doorgaans miljoenen tot soms miljarden jaren in beslag. Planetaire nevels lijken voor ons dan ook amper te veranderen. Lijken, want ook al zien we de ontwikkelingen niet direct, ze vinden – héél langzaam – wel plaats.

De mogelijke levensloop van sterren. Sterren met een massa tot acht keer dat van onze zon (red dwarfs en sun-like star) eindigen als witte dwergster. © ESA

20 jaar

De Pijlstaartrognevel (Hen 3-1357), verreweg de jongste nevel aan onze sterrenhemel, lijkt een uitzondering op deze regel te zijn. Hij verscheen in de jaren 1980 en werd in de jaren 1990 voor het eerst met NASA’s Hubble door astronomen vastgelegd. Toen onderzoekers onlangs nieuwere kiekjes van de nevel onder de loep namen, zagen ze dat hij in slechts 20 jaar aanzienlijk veranderd is. Ongekend snel, zo schrijven de onderzoekers.

In 20 jaar, nog geen oogwenk op de astronomische tijdschaal, verloor de pijlstaartrognevel zijn typische blauwe kleur en golvende silhouet. Uit analysen van het lichtspectrum van de nevel, veroorzaakt door de chemische samenstelling, blijkt dat de concentraties waterstof, stikstof, zwavel en zuurstof tussen 1996 en 2016 drastisch zijn afgenomen. Met name zuurstof verdween razendsnel: met een factor 900.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

De Pijlstaartrognevel (Hen 3-1357) met in de kern witte dwergster SAO 245567. Gemaakt met de Hubble-ruimtelescoop in 2016. © NASA/ESA/Bruce Balick/Martín Guerrero/Gerardo Ramos-Larios

Kernster

Het grote waarom? Daar zijn de onderzoekers nog niet achter. Mogelijk heeft het snelle ‘uitdoven’ van de nevel te maken met de witte dwergster in de kern. SAO 245567 blijkt namelijk best een wispelturige te zijn. Zo bereikte de witte dwerg in 2002 bijvoorbeeld een temperatuur van bijna 60.000 graden Celsius, maar was in 2015 nog geen 50.000 graden.

Hoe de nevel zich de komende jaren verder zal ontwikkelen, is moeilijk te voorspellen. Maar, zo schrijft het team, als het zo doorgaat, is de kans groot dat de ooit zo mooie, blauwe pijlstaartrognevel zo plots als hij verscheen, straks ook weer verdwenen is. Genieten nu het nog kan dus!

Bronnen: Astrophysical Journal (arXiv.org), EurekAlert!, New Atlas

Beeld: NASA/ESA/Bruce Balick/Martín Guerrero/Gerardo Ramos-Larios

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!