Negen jaar, zeven maanden en twintig dagen: zoveel tijd zat er tussen ‘9/11’ en de dag waarop Amerika Osama bin Laden wist uit te schakelen. Hoe kwamen ze de voortvluchtige Al-Qaida-leider op het spoor?
Jarenlang was Osama bin Laden onvindbaar, foetsie, zoek. Bruikbare aanwijzingen over zijn mogelijke verblijfplaats kwamen er pas in augustus 2010, toen een computer van de National Security Agency een telefoontje onderschepte van ene Abu Ahmed al-Kuwaiti. Die zou als koerier fungeren tussen Bin Laden en andere leden van het terreurnetwerk Al-Qaida.
Het spoor leidde naar het Noord-Pakistaanse Abbottabad, waar Abu Ahmed met een aantal mannen, vrouwen en kinderen een groot, ommuurd huis bleek te delen. De CIA begon het complex nauwkeurig te observeren – met agenten op de grond, maar ook met satellieten en onbemande verkenningsvliegtuigen. De kinderen gingen niet naar school. Het huis had geen telefoonaansluiting of internetverbinding. De mensen op de bovenste etage kwamen nooit buiten. Wel verscheen af en toe een lange man die binnen de omheining wat heen en weer liep. Zou dit Osama bin Laden zijn?
Lees ook:
Barack Obama geeft opdracht tot actie in Pakistan
De deskundigen verschilden van mening, maar president Barack Obama besloot het risico te nemen en gaf opdracht om een actie voor te bereiden. In de late avond van 1 mei 2011 vertrokken commando’s in twee Black Hawk-helikopters vanaf een Afghaanse basis naar Abbottabad. Maar op het moment dat de daadwerkelijke aanval op Geronimo (Bin Ladens codenaam) begon, raakte een van de helikopters in moeilijkheden en maakte een nogal onzachte noodlanding. Daarmee sneuvelde het plan om mannen op het dak van het huis af te zetten, wat betekende dat er in plaats daarvan van beneden naar boven moest worden gewerkt.
De gewapende Abu Ahmed en zijn vrouw (die achter hem stond) waren de eerste bewoners die werden doodgeschoten. Daarna volgden Abu Ahmeds broer, diens vrouw en Bin Ladens zoon Khalid. Op de bovenste verdieping aangekomen, zagen enkele commando’s een lange gestalte een kamer binnenglippen. Ze volgden hem en daar, in het licht van hun schijnwerpers, stond Osama bin Laden. Twee kogels – een in de borst en een in het hoofd – maakten een eind aan het leven van de meest gezochte man ter wereld. In Washington kwam de bevrijdende boodschap binnen: “Geronimo EKIA.” Oftewel: enemy killed in action.
Is dit het echte verhaal van de aanval op Bin Laden?
Dit is althans het min of meer officiële verhaal. Want doordat het Witte Huis eerst nogal uit de school klapte, vervolgens verklaringen herriep en uiteindelijk hardnekkig zweeg, zijn er allerlei afwijkende versies de ronde gaan doen. Was er bijvoorbeeld sprake van een ijskoude kill mission of heeft ook de optie bestaan om Bin Laden levend in handen te krijgen?
De verwarring werd nog vergroot door de weigering van de Amerikaanse regering om foto’s van het lijk van Bin Laden vrij te geven. Het stoffelijk overschot zelf werd door een vliegtuig naar het vliegdekschip Carl Vinson gebracht, waar het volgens islamitisch gebruik werd gewassen en in een witte doek werd gewikkeld. Daarna kreeg Amerika’s voormalige staatsvijand nummer één een zeemansgraf, ergens in de Indische Oceaan.
In editie 5 van KIJK Geschiedenis lees je hoe andere voortvluchtige schurken, van Saddam Hoessein tot Benito Mussolini, werden opgespoord en opgepakt.
Ben je geïnteresseerd in geschiedenis en wil je hier graag meer over lezen? Word dan abonnee van KIJK Geschiedenis!
Tekst: Leo Polak