“I ain’t got no home”, zingt Nina Simone. Maar wat is dat eigenlijk voor raar woordje dat ze gebruikt?
Don’t is een samentrekking van do en not, haven’t van have en not, en won’t bestaat uit will en not. Maar ain’t kun je niet uit elkaar trekken – er bestaat geen werkwoord to ai. Hoe zit het dan wel?
Ain’t ontstond in de achttiende eeuw. Het ging terug op een oudere samentrekking, an’t, en daar kun je al een beetje aan zien om welk werkwoord het gaat: an’t was een verkorte versie van zowel am not als are not. Gek genoeg werd het ook gebruikt als afkorting van is not, ook al zie je het woordje is er helemaal niet in terug. Een behoorlijk multifunctioneel ding dus: met an’t kon je alle vormen van het werkwoord to be ontkennen.
Lees ook:
Van alleskunner naar verschoppeling
In de loop der jaren veranderde de spelling van an’t in ain’t, waarschijnlijk omdat het met een ai-klank werd uitgesproken. Langzamerhand veranderde ook de status van deze samentrekking. Bij don’t en andere equivalenten kon je duidelijk zien om welk werkwoord het ging, maar ain’t was maar een vreemde, onontleedbare vogel. Bovendien was de betekenis nóg breder geworden: je kon ain’t vanaf de negentiende eeuw ook gebruiken als ontkenning van has (“He ain’t been there”) en have (zoals in Simones “I ain’t got no home”). Nu werd het echt te gortig met die multifunctionaliteit.
Charles Dickens liet ain’t gebruiken door personages die Cockney spraken, het dialect van de Londense arbeidersklasse. En daarmee was het lot van ain’t bezegeld: wie dit gebruikte, was allesbehalve chique. Van alleskunner naar verschoppeling – ain’t got no luck…
Deze vraag kon je vinden in KIJK 6-7/2022.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl. En in onze nieuwste special geven we antwoord op 197 bijzondere, verrassende en boeiende vragen! Bestel hem eenvoudig en snel via onderstaande knop.
Tekst: Sterre Leufkens