Geregeld zie je een aangereden vogel langs de kant van de weg liggen. Ook het beeld van een door een kat of ander roofdier gedode vogel is je waarschijnlijk niet vreemd. Maar, zo vraagt KIJK-lezer Cor Hoppe zich af: waarom kom je tijdens het wandelen nooit een vogel tegen die een natuurlijke dood is gestorven?
Uit instinct verstoppen veel dieren zich als ze (ernstig) ziek, heel oud of gewond zijn. Zo vallen ze minder snel ten prooi aan roofdieren – die het vaak voorzien hebben op de zwakste schakels. Vogels zijn geen uitzondering: wanneer ze bijna komen te overlijden, zoeken ze een schuilplaats op. En dat zal niet naast je voordeur of nabij een gezellig bankje in het park zijn.
Lees ook:
- Waardoor stortte deze zwerm vogels ineens neer?
- ‘Vogels die rondom Tata Steel leven, zingen heel anders’
- Roots: EHBO voor vogels (1): zo help je gevonden zeevogels
- Roots: Wat een vraag: slikt een aalscholver zijn prooi levend door?
Als de dieren wél sterven op een plek die je als wandelaar makkelijker kunt spotten, moet je er vrij snel bij zijn. Vogels wegen weinig en hebben een dunne huid, weinig vet en holle botten. Bacteriën en insecten breken de dode dieren daardoor in rap tempo af. De aaseters hebben een kleine vogel in een dag omgetoverd tot een onherkenbaar hoopje en binnen drie dagen laten ze het dier helemaal verdwijnen. Bij grotere vogels duurt het uiteraard een paar dagen langer voordat ze tot stof zijn wedergekeerd.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 11/2022.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl. En in onze gloednieuwe special geven we antwoord op 178 bijzondere, verrassende en boeiende vragen! Bestel hem hier! Of eenvoudig via de knop hieronder.