Op de maan heb je geen last van lichtvervuiling. Als astronaut op de maan zou je dus een fraaie sterrenhemel verwachten. Maar waarom zie je dan vrijwel geen sterren op foto’s die vanaf het maanoppervlak zijn genomen? Dat vraagt KIJK-lezer Andre Zwartsenburg zich af.
In tegenstelling tot de aarde heeft de maan geen atmosfeer die het zonlicht in alle richtingen verspreidt. Daardoor is de hemel vanaf de maan gezien overdag net zo zwart als ’s nachts. Zolang de Apollo-astronauten niet recht in de zon keken, konden ze dus wel degelijk een hoop sterren zien.
Lees ook:
- Zijn er weleens twee satellieten op elkaar geknald?
- Hoeveel astronauten zijn er tijdens hun missie overleden?
Korte sluitertijd
Zijn de maanlandingen dan toch in scène gezet, aangezien die sterren op de foto’s ontbreken? Zijn ze vergeten het plafond van de Hollywood-studio met glow-in-the-dark-stickers te beplakken?
Nee, de verklaring zit in de fotografie. Het grijze maanoppervlak werd fel verlicht door de zon, evenals de witte ruimtepakken van de astronauten. Daardoor zouden foto’s makkelijk overbelicht raken. Om het maanoppervlak en collega-astronauten goed in beeld te brengen, hanteerden de astronauten dus een korte sluitertijd en een klein diafragma. Het gevolg: zwakkere lichtbronnen op de achtergrond, zoals sterren, zijn niet te zien op de kiekjes.
Ze bestaan wel
Voor de goede orde: er bestaan wel wat maanfoto’s met sterren. In 1972 richtten de Apollo 16-astronauten een speciale camera op de hemel. Op die foto’s zie je naast een heleboel sterren ook de aarde als een soort maan. Alleen is op die foto’s, om overbelichting te voorkomen, het maanoppervlak weer niet te zien.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 11-12/2023.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl. En in onze nieuwe special geven we antwoord op 172 bijzondere, verrassende en boeiende vragen! Bestel hem hier! Of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Yannick Fritschy
Openingsbeeld: NASA