75 jaar Noord-Korea: hoe het allemaal begon

KIJK-redactie

09 september 2023 09:00

Voertuig van de VN trekt zich terug ten zuide van de grens tussen Noord-Korea en Zuid-Korea

In 1950 breekt de Koreaanse oorlog uit. Terwijl de Chinese troepen oprukken naar Pyongyang, trekken voertuigen van de VN zich terug ten zuiden van de 38ste breedtegraad; nog altijd de – door beide zijden betwiste – grens tussen Noord- en Zuid-Korea. Beeld: Time Life Pictures/National Archives/Getty Images.

Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd Korea verdeeld in Noord en Zuid. En precies 75 jaar geleden, op 9 september 1948, was de Democratische Volksrepubliek Korea (Noord-Korea) een feit. Maar de verdeling was een haastklus, met een bloedige oorlog tot gevolg. Een gratis longread over hoe de Koreaanse kwestie begon. 

Het liep al tegen middernacht op 10 augustus 1945 toen twee Amerikaanse kolonels, Dean Rusk en Charles H. Bonesteel, een achterkamertje op het ministerie van Defensie in Washington opzochten. Kort daarvoor was Rusland een grootschalige aanval op Japan begonnen en waren Hiroshima en Nagasaki door Amerikaanse atoombommen verwoest. De Tweede Wereldoorlog leek nu ook in Azië voorbij.

Van hun superieuren hadden Rusk en Bonesteel exact 30 minuten gekregen om Korea, dat sinds 1910 een kolonie van het Japanse keizerrijk was geweest, op te delen in een Amerikaanse en een Russische bezettingszone. De kolonels bestudeerden een kaart van het schiereiland en trokken een grens ter hoogte van de 38ste breedtegraad, zodat de hoofdstad Seoel nog net binnen de Amerikaanse zone zou vallen. Hun voorstel werd direct naar Moskou gestuurd. Voor de Russen was de verdeling niet zo gunstig, maar ze gingen vlot akkoord.

De haastklus van Rusk en Bonesteel bleek een recept voor ellende. Noord-Korea laat regelmatig weten dat het over kernwapens beschikt, met hoog oplopende spanningen tot gevolg. En het ziet er niet uit dat er snel verzoening komt. Hoe begon het allemaal? Waarom gingen de Koreanen elkaar in 1950 – zo kort na de oorlog – ineens afslachten? Terug naar die roerige zomer van 1945.

Lees ook:

Rode dreiging

Dat het in tweeën hakken van het ooit zo trotse koninkrijk Korea zo snel en schijnbaar willekeurig gebeurde, komt doordat de VS en de Sovjet-Unie tijdens de oorlog nauwelijks stil stonden bij hun strategische belangen in Korea. Sovjetleider Stalin en de Amerikaanse president Roosevelt waren wel overeengekomen dat de voormalige Japanse kolonie ‘op termijn’ onafhankelijk zou worden. Ook werd op de Conferentie van Jalta in februari 1945 afgesproken dat, tot het zover was, de grootmachten Amerika, Sovjet-Unie, Groot-Brittanië en China gezamenlijk Korea zouden besturen. Maar de prioriteit lag bij het verslaan van Nazi-Duitsland en Japan.

Na de onverwacht snelle Japanse capitulatie sloeg die sfeer van goede bedoelingen al snel om. De bezetters troffen een stuurloos land aan. Er was alleen een provisorische interim-regering gevormd onder de naam ‘Volksrepubliek Korea’. Deze club zou de onafhankelijkheid van het land voorbereiden. Daarvoor waren ook allerlei lokale volkscomités opgericht. De Amerikanen in Seoel waren er niet van gecharmeerd. Ze vonden dat al die comités een vieze communistische bijsmaak hadden (hoewel het communisme in werkelijkheid niet veel aanhangers had). De Russen waren bovendien op 24 augustus met een heel leger Koreaanse communistische guerrillastrijders, die tegen de Japanse overheersing hadden gevochten, Pyongyang binnen getrokken.

Hoewel Korea in de Amerikaanse militaire strategie tot dat moment nooit een belangrijke rol had gespeeld, begon men zich in Washington zorgen te maken over het kwetsbare Koreaanse schiereiland. Als dat onder het communisme zou vallen, kon dat gevaarlijk zijn, redeneerden sommige strategen. De VS wilden namelijk graag dat na de oorlog een sterk, maar prowesters Japan een hoofdrol zou spelen in Azië. Een communistisch Korea, als verlengstuk van de Sovjet-Unie en vlakbij de Japanse kust, zagen ze als bedreiging. Er werden plannen gesmeed om een sterke Amerikaanse militaire bezettingsmacht in de zuidelijke bezettingszone te vestigen. Daarna zou er wel weer gekeken worden of er nog iets van gezamenlijk bestuur kon komen.

Ondertussen zagen de Amerikanen de Volksrepubliek, de lokale volkscomités en andere Koreaanse initiatieven tot zelfbestuur als onderdeel van een gevaarlijk Russisch masterplan. Ze stelden de felle anticommunist Syngman Rhee, een Koreaan die jaren in Amerika had gewoond, aan voor de leiding van hun bezettingszone. Rhees politiemacht trad keihard op om de volkscomités, die nog altijd hoopten op snelle hereniging met het noorden, de kop in te drukken. Zo veranderde Zuid-Korea in een van de ergste politiestaten van dat moment. Martelingen en verdwijningen waren er aan de orde van de dag.

De Zuid-Koreaanse politie in een pick-up
De Zuid-Koreaanse politie trad hard op tegen de communisten, die hoopten op snelle hereniging met het noorden. Zuid-Korea veranderde zo in een niets ontziende politiestaat. Beeld: Carl Mydans/Time Life Pictures/Getty Images.

Geen grip meer

In het noorden pakten de Russen het heel anders aan. Ze hielden de structuur van de provisorische Volksrepubliek juist in stand en zorgden ervoor dat betrouwbare communisten op invloedrijke posities terecht kwamen. Het probleem was dat de meeste van deze communisten weliswaar een Koreaanse achtergrond hadden, maar al jaren Sovjetstaatsburger waren. Dat was weinig geloofwaardig, dus zochten de Russen als leider een communistische Koreaan met bestuurlijke ervaring, die vooral de bevelen uit Moskou zou opvolgen. Een lastige opgave, want Stalin koesterde een diep wantrouwen tegen Koreaanse communisten en had tijdens de oorlog een groot deel van hen laten opsluiten.

Na een paar dagen zoeken werd de obscure communist Kim Il-sung uit een legerkamp aan de grens met Noord-Korea geplukt. Hij had tegen de Japanners gevochten met een kleine, door Chinese communisten geleide groep. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij opgenomen in het Rode Leger, waar hij weinig indruk had gemaakt. Er waren heel veel strijders zoals Kim, de meesten heldhaftiger en beter opgeleid. Maar de Russen wilden juist iemand zonder veel eigen verdiensten die gemakkelijk te manipuleren zou zijn. Kim leek de perfecte man. Op 14 oktober 1945 werd hij als oorlogsheld en Grote Leider aan het Koreaanse volk gepresenteerd.

Begin 1946 begon de regering van Kim met gedwongen communistische landhervormingen en nationaliseerde hij grote industrieën die in Japanse handen waren geweest. Naar Sovjetvoorbeeld zette hij jarenplannen op om de economie te laten groeien. Tegenstanders werden meedogenloos vervolgd en al snel verscheen er nog maar één krant. De lokale afdelingen van de Volksrepubliek werden samengevoegd onder de Noord-Koreaanse Arbeiderspartij. Lidmaatschap van die partij gaf de arme Koreaanse boerenbevolking status, landbouwgrond en politieke mogelijkheden. De aanhang van de partij groeide dan ook snel.

Zo werd Noord-Korea binnen een jaar na de Japanse capitulatie een autoritaire, communistische eenpartijstaat met een krachtige leider en sterke economische groei. In het zuiden was een paranoïde en al even autoritaire politiestaat bezig het communisme genadeloos te onderdrukken.

Zowel de Russen als de Amerikanen verloren langzaam grip op Korea. Toen deze grootmachten in januari 1946 publiek lieten weten alsnog naar een gezamenlijk bestuur van Korea te streven, barstte er zowel in het noorden als het zuiden massaal protest uit. Maar achter de schermen hadden de Amerikanen de hoop op hereniging van de Korea’s toen al opgegeven – vooral omdat Moskou liet doorschemeren dat het alleen geïnteresseerd was in gezamenlijk bestuur als heel Korea communistisch zou worden. Dat was voor Washington uiteraard onaanvaardbaar.

In tegenstelling tot het noorden slaagden de Amerikanen er in het zuiden niet in een stabiele regering te creëren. Ook economisch kregen ze de boel niet goed op de rails. In Washington bestonden nog steeds grote verschillen van inzicht over het werkelijke strategische belang van Korea. Tot slot waren de Amerikaanse militaire middelen niet onuitputtelijk. Daarom werd halverwege 1947 besloten Zuid-Korea te verlaten zodra dat kon.

Oorlog in de lucht

De VS legden de Koreaanse kwestie neer bij de Verenigde Naties. Die benoemde een commissie die vrije verkiezingen moest organiseren over de toekomst van heel Korea. Maar omdat de Sovjet-Unie de commissie niet erkende, werden de verkiezingen alleen in het zuiden gehouden. Anticommunist Syngman Rhee won met overgrote meerderheid. Op 15 augustus 1948 werd de Republiek Korea uitgeroepen met Rhee als president. Als reactie riep Kim op 9 september in het noorden de Democratische Volksrepubliek Korea uit. Het gevolg: de spanningen namen eerder toe dan af. Er hing oorlog in de lucht.

Zowel Kim als Rhee waren ambitieuze, vastberaden mannen die beide Korea’s wilden verenigen onder hun eigen leiderschap. De twee regeringen uitten felle oorlogstaal en steeds vaker waren er schermutselingen aan de 38ste breedtegraad, die beide landen niet erkenden als wettige grens. Noord-Korea bouwde in rap tempo een groot leger op, maar ging nog niet over tot een aanval. Daarvoor wilde Kim de volledige steun van de Sovjet-Unie. Stalin was echter aanvankelijk nog huiverig voor een reactie van de VS. Toen in juni 1950 communistisch China steun aan Kim beloofde, kwam ook Stalin over de brug.

Op 25 juni was het zover. Noord-Korea voerde een grootschalige aanval uit die het zuiden aanvankelijk volledig verraste. Maar al snel werd duidelijk dat Stalin een misrekening had gemaakt. De VS reageerden snel en efficiënt op de aanval. Ze lieten een groot deel van hun 100.000 man tellende bezettingsmacht uit Japan overkomen en begonnen samen met het Zuid-Koreaanse leger de tegenaanval. Omdat ook de gehoopte communistische volksopstand uitbleef, keerde het tij al gauw in het voordeel van de Zuid-Koreanen en hun grote verzameling westerse bondgenoten, waaronder zo’n 3500 Nederlandse soldaten.

Amerikaanse mariniers bestormen een Noord-Koreaanse bunker. Beeld: Naval Historical Center.

Dat de oorlog bloederig werd en zich tot 1953 voortsleepte, kwam door de Chinese steun aan Noord-Korea. Het land stuurde zijn Vrijwillige Volksleger; duizenden slecht getrainde en nauwelijks bewapende soldaten. China verloor vele van deze manschappen, onder meer doordat ze in hun armoedige uitrusting met z’n allen tegelijk op de vijand afstormden in de hoop die onder de voet te kunnen lopen.

Vrede is nooit gesloten, maar in juni 1953 kwam er een wapenstilstand. Zelfs een verwoestende oorlog kon de Koreaanse kwestie niet oplossen. De 38ste breedtegraad werd opnieuw de niet-erkende grens. Tot op de dag van vandaag staren twee legers elkaar daar aan. In het zuiden een modern, goed getraind leger gesteund door de VS. Aan de andere kant een enorm, ouderwets leger onder leiding van de kleinzoon van Kim Il-sung. Kim heeft nog altijd de steun van China, dat inmiddels een grootmacht is. Wie knippert het eerst met zijn ogen?

Tekst: Maarten Muns

Maarten Muns is historicus. Voor dit artikel gebruikte hij onder andere de volgende literatuur:

  • Adrian Buzo: The making of modern Korea | Routledge (2002)
  • Bruce Cumings: Korea’s place in the sun. A modern history | Norton & Company (1998)
  • Bruce Cumings: North Korea. Another country | New Press (2004)

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!