Agressieve-mens-theorie getest met afgehakte armen

KIJK-redactie

23 oktober 2015 13:00

Biologen gaan letterlijk over lijken om hun theorie over de agressieve aard van de mens te bewijzen.

Waar een lijk al niet goed voor kan zijn. Evolutiebiologen van de Universiteit van Utah wisten negen levenloze armen op de kop te tikken en gebruikten deze om hun theorie kracht bij te zetten. Ze beweren namelijk dat onze handen zijn geëvolueerd om elkaar de hersens mee in te slaan.

Dankzij onze korte vingers kunnen we van onze hand een stevig gebalde vuist maken. Ideaal om een flinke beuk mee uit te delen, beweert bioloog David Carrier. Hij loopt al een tijd lang met het idee rond dat er vuisten zijn om mee te vechten, en testte dit uitvoerig. Ook denkt hij dat de robuuste kop van onze voorouders het resultaat is van de agressieve aard van de mens. Een grovere schedel zou namelijk beter de klappen van die harde vuist kunnen opvangen.

Bitchslap

Toch was niet iedereen het met Carriers theorieën eens. Dus om aan te tonen dat hij wel degelijk een punt heeft, rustte hij negen geamputeerde onderarmen uit met sensors en bond ze aan een soort slinger. De handen werden zo geprepareerd dat ze met gebalde vuist, niet-gebalde vuist of met de vlakke hand konden uithalen.

Honderden rake klappen en bitchslaps verder konden Carrier en zijn collega’s berekenen dat mensen met een gebalde vuist tot wel 55 procent krachtiger slaan dan met een niet-gebalde vuist zonder zich daarbij ernstig te bezeren. De gebalde vuist deed het op dit punt zelfs twee keer zo goed als de vlakke hand. Deze eigenschap van de hand zou volgens hen duiden op een extra functie naast het gebruiken van gereedschap: hard kunnen meppen.

Bronnen: Journal of Experimental Biology, University of Utah via EurekAlert!

Beeld: David Carrier/University of Utah