Hoe de verkiezingen precies gaan aflopen, weten we natuurlijk nog niet. Maar dat Geert Wilders zichzelf de laatste jaren flink op de kaart heeft weten te zetten, kan niemand ontkennen. Welke taaltrucs paste hij daarbij toe? Die vraag beantwoordt Jan Kuitenbrouwer in De woorden van Wilders & hoe ze werken.
De wat oudere lezer kent Kuitenbrouwer misschien nog van Turbotaal (1987), waarin hij het ‘hippe Nederlands’ van toen onder de loep nam. Nu stort hij zich dus op het taalgebruik van de PVV-leider, waar inderdaad het nodige over te vertellen blijkt.
Onder andere stelt Kuitenbrouwer dat Wilders’ woorden eigenlijk nogal belegen zijn. En inderdaad: uitdrukkingen als ‘geen knip voor de neus waard’ en ‘het rambam krijgen’ zul je op het schoolplein zelden horen. Toch werken ze, constateert de auteur. Ze zijn “direct, grof, maar ook weer niet té”.
Mis ging het pas toen Wilders het in de Kamer had over de ‘kopvoddentaks’. Uit de reacties bleek dat veel mensen het hoofddoekje helemaal niet associëren met “de nare kanten van de islam” en dat de kreet net wat te hard is “om op kantoor onbezorgd in de mond te nemen”. Hij verdween dan ook al snel weer uit het PVV-idioom.
Schlagerspeech
Interessant is verder de vergelijking die in De woorden van Wilders wordt gemaakt tussen de verklaringen die Mark Rutte (VVD) en Wilders aflegden naar aanleiding van de regeringsverklaring van het kabinet-Balkenende IV. Kuitenbrouwer geeft beide weer en constateert vervolgens: “Het kostte Rutte exact tien keer zoveel woorden als Wilders om to the point te komen. Iemand die thuis naar de televisie zit te kijken en op dat moment eigenlijk even naar de wc wil, denkt bij Wilders: nog even luisteren. En bij Rutte denkt hij: kan wel even.”
Naast diens ‘Swiebertje-taal’ en zijn bondigheid noemt Kuitenbrouwer nog heel wat eigenschappen van Wilders’ taalgebruik. Zijn beschimpingen, zijn herhalingen, zijn overdrijvingen, zijn opsommingen… Dat die aanpak werkt, toont zijn succes wel aan. Toch deinst Kuitenbrouwer ervoor terug om hem neer te zetten als een wonder van welsprekendheid. “Het retorisch niveau van de rest van de Nederlandse politiek is gewoon niet zo hoog”, schrijft hij.
De in het boekje aangehaalde retoricakenner Jaap de Jong lijkt het daarmee eens. Hij heeft op zich veel lof over voor Wilders, maar zegt ook: “Een toespraak van Obama steekt in elkaar als een compositie van Bach. Een speech van Wilders heeft meer weg van een carnavalsschlager.”
Te snel voorbij
De woorden van Wilders & hoe ze werken is een interessant, vermakelijk, makkelijk leesbaar en natuurlijk uiterst actueel werkje geworden. Het voornaamste punt van kritiek is dan ook in zekere zin een vermomd compliment: het boek is te snel voorbij! Al op pagina 81 houdt het eigenlijke verhaal van Kuitenbrouwer op; de overige veertig bladzijden worden ingenomen door een redelijk overbodig ‘Wilders-lexicon’.
De reden daarvoor geeft de auteur in zijn dankwoord: “Als het kabinet-Balkenende IV op 20 februari 2010 niet was gevallen, was dit boek veel dikker geweest.” Maar goed, dan was ook de prijs – nu 9,95 euro – ongetwijfeld een stuk hoger uitgevallen.
paperback | 124 pagina’s | De Bezige Bij | € 9,95 | ISBN 978 90 234 5771 8