Boek: Goede soldaten

kijkmagazine

21 mei 2010 16:00

In Goede soldaten beschrijft Pulitzerprijswinnaar David Finkel de harde realiteit van een Amerikaans regiment in Bagdad.

Eerder dit jaar ging het als een razende het internet over: het filmpje van een aantal Amerikaanse soldaten die in Bagdad vanuit een Apache twaalf mensen neerschoten, waaronder twee journalisten. Maar wat niet iedereen zal weten, is dat deze onfrisse schietpartij die nu zoveel tongen losmaakt vorig jaar al in detail werd beschreven in een boek van Washington Post-journalist en Pulitzerprijswinnaar David Finkel. Dat boek is sinds kort ook in het Nederlands te krijgen, onder de titel Goede soldaten.

Goede soldaten coverZoals het een man van zijn journalistieke status betaamt, maakte Finkel geen half werk van zijn research. Acht maanden lang trok hij op met een Amerikaans infanterieregiment in Bagdad, waardoor hij de oorlog van behoorlijk dichtbij meemaakte. Zo ook het hierboven genoemde incident, al is dat niet zo typerend voor het boek als je misschien zou denken. Finkel heeft vooral sympathie voor de soldaten waar hij zich tussen bevindt: kerels met een gemiddelde leeftijd van negentien jaar die zijn terechtgekomen in een ware hel.

Die hel bestaat uit een bevolking die ondoorgrondelijk en in de ogen van de Amerikanen behoorlijk ondankbaar lijkt. Uit plaatselijke kopstukken die zich met weinig anders lijken bezig te houden dan eisen stellen en klagen. Uit Iraakse veiligheidstroepen die hun werk zo slecht doen dat Finkel ze omschrijft als een ‘lachertje’. Maar vooral uit bermbommen, explosively formed penetrators (EFP’s) en ander wapentuig, die bloedbaden veroorzaken die Finkel tot in de gruwelijkste details omschrijft. Leuk om over te lezen? Absoluut niet. Maar het is wel de harde werkelijkheid.

Voor zover Finkel een oordeel velt, treft dat vooral George W. Bush. De voormalige president mag elk hoofdstuk openen met een stukje speech dat pijnlijk ver afstaat van de in het boek geschetste toestand in de Bagdadse straten. Ook politici en andere deskundigen die in de VS discussiëren over de oorlog krijgen er op een gegeven moment van langs. “Soms luisterden de soldaten in de mess naar al die beweringen en vroegen zich af hoe het kwam dat de mensen in die televisieprogramma’s zoveel wisten. De meesten waren duidelijk nog nooit in Irak geweest.”

Finkel was dat wel, en dankzij zijn vaardige pen kan iedereen die dat wil nu over zijn schouder meekijken. Om vervolgens waarschijnlijk te concluderen dat het Bagdad in het post-Saddam Hussein-tijdperk vooral één grote, nare rotzooi is.

paperback | 351 pagina’s | De Bezige Bij | € 19,90 | ISBN 978 90 234 5693 3