‘In Zuid-Afrika is een amperbroekki een slipje’

KIJK-redactie

06 april 2018 08:59

oudste beroep van de wereld prostitutie

Een aftrekplek betekent in het Afrikaans iets anders dan waar wij aan denken. Net als een rukkie trouwens. Ronald Giphart noemt kort de leukste en uiteraard ietwat schunnige Zuid-Afrikaanse woorden.

Liewe lesers van die tydskrif Kyk, ek sal jou hierdie bydrae van Kaapstad in Suid-Afrika stuur. De meeste mensen zullen deze Afrikaanse zin na een beetje puzzelen wel begrijpen (‘lieve lezers, deze bijdrage stuur ik jullie vanuit Kaapstad’).

Afrikaans is een taal die door meer dan acht miljoen mensen in Zuid-Afrika en Namibië wordt gesproken. In de zeventiende eeuw meerden er Nederlandse VOC-schepen aan op de uiterste zuidpunt van Afrika, waarna de zeevaarders zich op die plek vestigden. Hun taal en het Nederlands hebben zich vanaf die tijd los van elkaar ontwikkeld, en dat is voor taalkundigen en wetenschappers mooi onderzoeksmateriaal. De talen lijken nog steeds op elkaar, maar verschillen ook veel.

Lekkerlyfie

Ook niet-taalkundigen kunnen zich verlustigen aan de opmerkelijke afwijkingen en hilarische variëteiten. Op internet staan veel mooie voorbeelden van hedendaagse spraakverwarring. Zo heet in het Afrikaans een aantrekkelijk meisje een donsdosie of ook wel een lekkerlyfie.

Een kooivlooi betekent ‘laatslaper’ (dus iemand die uitslaapt), een amperbroekki is een slipje en een langarm de afstandsbediening voor de tv. Als twee geliefden elkaar poezelige dingetjes toefluisteren heet dat katelkletsies, een stoutgat is iemand die niet wil deugen en ga je naar het toilet, dan veeg je je saamtrekker af (oftewel je sluitspier). En dat doe je dan met een holrol… bij ons bekend als pleepapier.

Achterommannetje

Sommige Afrikaanse uitdrukkingen zijn gewoon leuker en inventiever dan onze woorden. Een bababroeikas bijvoorbeeld. Baba betekent baby dus een bababroeikas is een couveuse. Ikzelf zou veel liever een molafspraak hebben dan hoe wij zo’n ontmoeting noemen: een blind date. En geef toe dat lekkerjeuk op zich een aangenamer woord is dan wat het bij ons betekent. ‘Ik heb lekkerjeuk’ klinkt toch vriendelijker dan ‘Ik ben geil’.

Wie op een molafspraak wordt overmand door lekkerjeuk kan zich overgeven aan een snelteek of een spoedwippe, zoals bij ons een vluggertje heet. Een erectie heet in het Afrikaans een opswelling, wat een adequate omschrijving is, en de Nederlands klinkende woorden voor homoseksueel zijn achterommannetje, achterkopkyker, holboef, anusadder of kringspierkoerier.

Parkeerplek

Een rukkie is ook niet wat wij daaronder zouden verstaan. Als iemand uit Zuid-Afrika zegt ‘Dat was een rukkie geleden’, dan bedoelt hij of zij: ‘Dat was een tijdje terug.’ Een rukkie geleden toerde ik zelf door Zuid-Afrika, waar mijn reisgezelschap en ik ons verbaasden over de vele borden waarop stond aangekondigd: ‘Aftrekplek, 100 meter’. Daar verstaan mensen die Afrikaans spreken iets anders onder dan wij met onze dirty minds: bij een aftrekplek kun je namelijk… parkeren. En bij een ‘Inligting Aftrekplek’ kun je als reiziger toeristische informatie vinden. Hadden we het geweten!

Deze column verscheen eerder in KIJK 03/2018.

KIJK 4/2018Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!