Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
In KIJK 2/2020 neemt journalist Gieljan de Vries ons mee langs een paar bizarre toepassingen van atoomenergie. KIJK-hoofdredacteur André: “Het is maar goed dat veel van die onzalige dromen niet uit zijn gekomen.”
In 1901 ontdekten de Britse wetenschappers Frederick Soddy en Ernest Rutherford dat radioactiviteit deel uitmaakt van radioactief verval. Atomen, zo constateerden ze, veranderden van iets in iets anders en daarbij kwam energie vrij. Soddy zag meteen het gevaar, maar ook de potentie. En zo werd in de jaren erna de basis gelegd voor de atomic age van de jaren vijftig en zestig; een tijdperk waarin de mogelijkheden van kernenergie eindeloos leken. Twee, drie keer in de week met je auto aan de pomp staan behoorde tot het verleden, want je kon met een brokje atoomenergie ter grootte van een vitaminepil een jaar lang vrolijk rondkarren.
Fantastisch
Moeder de vrouw (een benaming waar je toen nog mee wegkwam) zou op een atoomfornuis gaan koken. Nucleair aangedreven kunstharten waren slechts een kwestie van tijd. De elektriciteitsmeters konden weg, omdat de stroom bijna onmeetbaar goedkoop zou worden. Door ze lekker radioactief te maken, kon je wild weggeslagen golfballen met een slimme geigerteller altijd terugvinden. En de Amerikaanse overheid droomde ondertussen lekker mee door in de jaren vijftig 1,5 miljard dollar (tegenwoordig zo’n 12,1 miljard euro) te investeren in vliegtuigen met atoomaandrijving. Kortom: kernenergie was fan-tas-tisch.
Atomic age
In zijn artikel neemt KIJK-journalist Gieljan de Vries ons mee langs een paar krankzinnige toepassingen uit het atoomtijdperk en daarna. Van Donald Trumps briljante plan om orkanen uit te blazen met een atoombom tot gaten graven met kernbommen en de nucleaire motorfiets.
Het is maar goed dat veel van die onzalige dromen niet uit zijn gekomen, en toch kijk ik soms met een beetje jaloezie naar de jaren vijftig. Het cynisme moest als het ware nog worden uitgevonden en er heerste een bijna kinderlijk vertrouwen in de toekomst. Die gelukzalige onwetendheid is door het internet definitief om zeep geholpen. We kennen inmiddels maar al te goed de nadelen van nucleaire technologie en we gingen van ‘ongeïnformeerd en zorgeloos’ naar ‘geïnformeerd maar bezorgd’.
Maar misschien keert de atomic age terug. De Franse ontwerper Romain Herment bedacht namelijk een motorfiets die werkt op kernfusie. Herment heeft het over het samensmelten van deuterium- en tritiumatomen en daarvoor moet-ie alleen nog even de werking van de zon in een doosje van een paar kubieke decimeter zien te proppen. Maar dat gaat vast lukken…
Deze column staat ook in KIJK 2/2020.