Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Pas als het wc-rolletje op het toilet ontbreekt, realiseer je je hoe onmisbaar het is, ervoer ook Eric de Kruijk. Eind negentiende eeuw bedacht een Amerikaanse zakenman het huidige ontwerp.
Het liefst poep ik natuurlijk gewoon thuis op mijn eigen toilet. Maar op die bewuste middag werd ik in een warenhuis plotseling overvallen door een enorme buikkramp. Het was het type kramp waarvan je weet dat je geen tijd meer hebt om tot thuis te wachten, maar dat je nu moet handelen.
Lees ook van Dagelijks gebruik door De Kruijk:
- ‘Het lipje van het blikje is een geniaal stukje techniek’
- ‘Ik sta graag even stil bij het scheermesje’
De wc-rol
De opluchting was dan uiteraard ook groot toen ik binnen een paar minuten een toilet had gevonden waar ik even met de broek op mijn enkels kon ontspannen. Niet voor lang helaas, want toen de grote boodschap was gedaan, zocht ik verontrust de ruimte af: waar is het wc-papier?! De houder bleek leeg en er was nergens een reserverol te vinden. Naast een lichte paniek zwol er ook woede in me over de onbekende barbaar die het laatste velletje had opgemaakt.
De wc-rol; pas als-ie er niet is, realiseer je je hoe je er elke dag dankbaar een beroep op kunt doen. En tegelijkertijd ben ik me ervan bewust dat deze uitspraak voor jou en mij geldt, maar niet voor driekwart van de wereldbevolking die zelden wc-papier gebruikt. In India wordt het zelfs als onhygiënisch gezien om je poepbillen met papier af te vegen. Water maakt de boel tenslotte een stuk schoner. En historisch gezien is wc-papier al helemaal iets bijzonders. Een kleine zoektocht naar de geschiedenis van het ‘billen vegen’ leerde me dat we als mensheid heel vindingrijk zijn geweest. Zo werden ze gereinigd met onder andere sponzen, touw, maiskolven, stenen en schelpen.
Billen-veeg-revolutie
Toen in de achttiende eeuw de krant opkwam, werd die ook meteen bijzonder populair om de billen mee af te vegen. Het nadeel was wel dat de stugge krantenpapiervezels kleine splinters aan de bips opleverden, dat de inkt voor een zwart en geïrriteerd achterwerk zorgde en dat het papier ook nog eens vrij weinig vocht opnam.
Na wat geëxperimenteer met dure, zachtere medische tissues was het in 1891 de New Yorkse zakenman Seth Wheeler die met een eenvoudige en betaalbare billen-veeg-revolutie kwam: de papieren wc-rol met handige afscheurrandjes. Eigenlijk precies zoals we de rol vandaag de dag nog kennen.
De kracht van goed wc-papier zit hem in een optimale combinatie van sterkte en zachtheid; stevig papier waar je niet meteen met je vingers doorheen drukt, maar ook zacht en gemakkelijk uit elkaar vallend als het nat wordt. Dit om opstoppingen in pot en riool te voorkomen. Deze wensen kun je met elkaar verenigen door de juiste mix van papiervezels (cellulose) te gebruiken. Wc-papier bestaat uit een mengeling van korte en lange vezels. Dit in tegenstelling tot vrijwel elk ander papier (waar dikkere, stuggere en vooral veel langere vezels voor worden gebruikt), zodat het niet in ‘flufjes’ uiteenvalt als het nat wordt, maar toch zijn sterkte behoudt.
Slimme afscheurrandjes
Wheeler bedacht de ‘afscheurrandjes’ om verspilling tegen te gaan. Een velletje is zo’n tien centimeter breed en twaalf centimeter lang, en zou goed moeten zijn voor één keer vegen. Het is tenslotte precies groot genoeg om al je vingers van één hand mee te kunnen bedekken.
Op dat bewuste toilet had ik echter helemaal niets. Ik zette de deur op een kier en toen ik me ervan had overtuigd dat er niemand anders was, schuifelde ik snel en met half opgetrokken broek naar het damestoilet ernaast. Er hing daar niet één rol, nee, er hingen er twee! Netjes boven elkaar. Mijn moraal van dit verhaal: kies bij hoge nood altijd voor een damestoilet. Je zult me dankbaar zijn.
Deze column van Eric de Kruijk staat ook in KIJK 11/2021.
Beeld: Getty Images