Het geluk kan niet op: als je een Oscar wint, leef je maar liefst vier jaar langer dan iemand die naast deze filmprijs grijpt, zo concludeerde een arts-onderzoeker. Klinkt onwaarschijnlijk? Dat vond Ronald Veldhuizen ook.
De acteur of actrice die dit jaar een Oscar wint, heeft dubbel prijs: een veelgehoord gerucht is namelijk dat Oscarwinnaars gemiddeld vier jaar langer leven. Die leeftijdswinst zouden ze behalen doordat ze beter voor zichzelf zorgen bijvoorbeeld, of doordat geluk goed is voor het lichaam. Spoiler: dat is niet zo.
Borrelpraat
Het borrelpraatje circuleert sinds 2001, het jaar waarin de Canadese arts-onderzoeker Donald Redelmeier het de wereld in schopte. Hij rekende voor dat de levensverwachting van Oscarwinnaars ongeveer neerkwam op 80 jaar, terwijl verliezers het met 76 jaar moesten stellen. Als de bevolking gezegend was met vier jaar meer levensverwachting, schreef Redelmeier, zou dat neerkomen op “het genezen van alle kanker in alle mensen voor altijd”.
Maar Redelmeier had een foutje gemaakt. Hij vergat dat acteurs die langer leven gewoon meer kansen krijgen om vroeg of laat een Oscar te winnen. Wie jong sterft kan het beeldje postuum niet meer winnen, een uitzondering daargelaten. Denk aan de vroeg gestorven James Dean en River Phoenix: die zullen nooit meer een Oscar binnenslepen. Zet daar de stokoude Clint Eastwood tegenover: die won op zijn 74ste zo’n beeldje (en maakt nu op 87-jarige leeftijd nog altijd kans op meer exemplaren).
Oscar-blunder
De denkfout, schrijft statisticus James Hanley, is een bekende. Generaals lijken eveneens bijzonder lang te leven, maar dat komt doordat een boel officieren door domme pech sterven voordat ze in aanmerking komen voor het generaalschap. Hanley heeft een oplossing: eigenlijk moet je Oscarwinnaars samen met verliezers indelen op de leeftijd waarop ze hun prijs wonnen, en kijken hoeveel jaren ze daarna nog doorleefden. Alleen dan heb je een eerlijke vergelijking. Nou, die berekening deed Hanley, en naar de uitkomst valt wel te raden: acteurs die een Oscar winnen, leven daarna helemaal niet langer dan verliezers van dezelfde leeftijd.
De Oscar-blunder heeft met Hanley’s analyse zelfs een staartje gekregen: het is nu een mooi schoolvoorbeeld voor arts-onderzoekers in opleiding om minder fouten te maken bij het berekenen van overlevingskansen. Is borrelpraatonderzoek toch nog ergens goed voor.
Deze column verscheen eerder in KIJK 03/2018.
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!