‘Noem de Romeinse decadentie gerust een mythe’

KIJK-redactie

25 november 2022 09:00

Romeinen

Je kent het beeld: Romeinen die onderuitgezakt in hun paleizen trosjes druiven eten. Betekende deze luiheid de ondergang van hun rijk? Onzin, zegt Ronald Veldhuizen.

Die Romeinen toch. Daar luierden ze dan, in de lounges van hun paleizen, slobberend aan de wijn en snackend aan takjes druiven en lapjes geroosterd vlees. Met af en toe een orgie tussendoor. Decadentie ten top. Wie films als Gladiator weleens heeft gezien, zou haast denken dat het echt de ondergang van het Romeinse Rijk had kunnen betekenen. De elite luiert terwijl de buitengrenzen van Rome vallen.

Lees ook van Ronald Veldhuizen:

Romeinse decadentie

Toen ik afgelopen voorjaar zelf Rome voor het eerst bezocht, ging ik me inlezen en ontdekte ik tot mijn verrassing dat het helemaal niet zo is gegaan. Sterker: noem de Romeinse decadentie gerust een mythe. Jonathan Theodore van King’s College London laat in zijn proefschrift goed zien waarom. De oorsprong van de decadentiemythe ligt bij Edward Gibbon, een achttiende-eeuwse politicus die stelde dat Rome te veel bezig was met feestjes sinds het christendom er populair werd, en te weinig met de democratische senaat. Hij was, jawel, een groot voorstander van meer inspraak van het parlement.

Alleen: voor zijn decadentieverhaal bestaat nul bewijs. Nergens liggen historische geschriften die uitbundige bacchanaalfuifjes beschrijven. Aanwijzingen dat de keizers massaal de boel daardoor lieten verslonzen, zijn er ook niet. Sterker: voor zover de Romeinse manier van besturen bestond, heeft die het Oost-Romeinse Rijk niet tegengehouden. Dat bleef overeind tot ver in de middeleeuwen.

Stokpaardje

Gibbon had dus een stokpaardje en plakte daar de ondergang van Rome op. Dat gebeurt nog steeds, weet Theodore: in de 21e eeuw verschijnen er theorieën die de val van Rome toeschrijven aan klimaatverandering en intensieve akkerbouw.

Valt er nog zonder stokpaardjesbril naar Rome te kijken? Ik denk van wel. Afgaande op wat historici nu denken dat er is gebeurd, verloor de stad waarschijnlijk grip op zijn verre buitengrenzen door chaos; een chaotische aaneenschakeling van burgeroorlogen, indringers zoals de Germanen, en, niet te vergeten, economische tegenslagen en ziekteuitbraken. Dat zijn geen dingen die we goed kunnen voorspellen. Denk maar aan de plotselinge opkomst van het coronavirus, het daaropvolgende optimisme over economisch herstel na de laatste lockdown, en het pessimisme nu de energie- en boodschappenprijzen plotseling zijn gaan stijgen sinds er oorlog uitbrak in Oekraïne.

Misschien is dat dan toch de belangrijkste les over de ondergang van Rome: de wereld is onvoorspelbaarder dan we soms willen geloven. Of zou dat dan weer míjn stokpaardje zijn?

Deze column staat ook in KIJK 11/2022.

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!