Het gloeilampenkartel: feit of fictie?

KIJK-redactie

09 januari 2018 08:59

gloeilamp

Als ergens iets onverklaarbaars of geheimzinnigs gebeurt, zijn er altijd mensen die roepen dat het om een samenzwering gaat. Hoe ontstaan die verhalen en wat is ervan waar? Deze keer: het hardnekkige idee dat de eeuwig brandende gloeilamp niet op de markt mag komen.

De zaak

Op 23 december 1924 legden vertegenwoordigers van de grootste gloeilampenfabrikanten in de wereld in het Zwitserse Genève het fundament voor het Phoebus-kartel. Het zou een van de meest succesvolle kartels in de geschiedenis worden. Officieel hadden de afgezanten van het Duitse Osram, het Nederlandse Philips, het Amerikaanse General Electric, het Hongaarse Tungsram, het Japanse Tokyo Electric en bedrijven uit Brazilië, Mexico en China louter nobele doelen.

De leden van het kartel zouden octrooien uitwisselen, samenwerken bij de ontwikkeling van standaards en in het algemeen klanten wereldwijd van de hoogst mogelijke kwaliteit verlichting voorzien. Maar in werkelijkheid was het kartel er vooral op gericht om concurrenten te dwarsbomen, de markt onderling te verdelen en gezamenlijk de prijzen te bepalen.

En inderdaad slaagde het Phoebus-kartel erin om tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de internationale markt voor gloeilampen te beheersen. Het is ook waar dat de betrokken bedrijven onderling afspraken maakten om de levensduur van de gloeilamp te beperken. Maar volgens sommigen gingen ze veel verder dan dat. Het kartel zou een lamp hebben ontwikkeld die eeuwig kan blijven branden. En die wordt uiteraard niet op de markt gebracht.

Dit is het begin van de Complot!-aflevering ‘Duistere praktijken’ te vinden in KIJK 2/2018. Deze editie ligt in de winkel vanaf 18 januari tot en met 21 februari.

Tekst: Teake Zuidema

Beeld: Shutterstock

Meer informatie:

KIJK 1/2018Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!