Het is vandaag exact 25 jaar geleden dat de Warren-commissie duizenden documenten over de moord op oud-president John F. Kennedy opstelde. Vandaag worden de JFK-files vrijgegeven. Vooral complotdenkers kijken uit naar dit moment, want volgens hen handelde Lee Harvey Oswald niet in zijn eentje. Daarom: een gratis longread!
De zaak
Veertig jaar geleden, op vrijdag 22 november 1963, werd de Amerikaanse president John F. Kennedy tijdens een rijtoer door Dallas doodgeschoten. Nog diezelfde middag arresteerde de politie een 24-jarige jongeman die de fatale schoten gelost zou hebben. Twee dagen later werd deze Lee Harvey Oswald zelf vermoord; in het politiebureau, omringd door agenten.
De nieuwe president, Lyndon B. Johnson, gaf een commissie onder leiding van opperrechter Earl Warren opdracht de gang van zaken rond de moord op Kennedy uit te zoeken. Tien maanden later was het 26 delen dikke rapport klaar. De conclusie luidde dat er geen sprake van een samenzwering was: Oswald had Kennedy op eigen houtje gedood, en hij en zijn moordenaar, Jack Ruby, waren onbekenden voor elkaar.
De geruchten
“I’m just a patsy,” zei Lee Harvey Oswald tegen verslaggevers die na zijn arrestatie in een gang van het politiebureau van Dallas op nieuws stonden te wachten. ‘Ik ben maar een zondebok.’ Met de suggestie dat hij er ingeluisd was, zaaide Oswald meteen twijfel over de toedracht van de moord op de president. Het Warren-rapport veranderde daar niets aan. Vier decennia later klinkt nog altijd de vraag: wie probeerden Oswald de aanslag dan in de schoenen te schuiven? Anders gezegd: wie zaten er achter the crime of the century?
In feite is het eenvoudiger om op te sommen wie de moord op Kennedy niet op hun geweten zouden kunnen hebben, want de lijst ‘verdachten’ is eindeloos. Was het de mafia, omdat Kennedy’s broer Robert als minister van justitie de georganiseerde misdaad het leven zuur maakte? Was het de Cubaanse geheime dienst, om wraak te nemen voor de talloze mislukte aanslagen op de communistische leider Fidel Castro? Waren het anticommunistische Cubaanse ballingen, omdat ze Kennedy juist te soft vonden tegen Castro? Was het de CIA, waarvan Kennedy gezegd had dat hij die in ‘duizend stukken’ zou breken? Was het de FBI, wiens baas Edgar J. Hoover een bloedhekel aan Kennedy had? Was het de wapenindustrie in samenwerking met het leger, omdat Kennedy geen oorlog in Vietnam wilde en toenadering tot de Russen zocht?
Of alle hierboven genoemde groeperingen, in steeds andere combinaties? Er is zelfs een ‘theorie’ dat Kennedy vermoord werd omdat hij eiste dat de geheime contacten met buitenaardse wezens openbaar gemaakt zouden worden.
Hoe dan ook, in veel van die verhalen duikt de naam Lee Harvey Oswald op. Van oktober 1959 tot juni 1962 woonde Oswald in de Sovjet-Unie. Hij was met een Russische vrouw getrouwd en sprak de taal een beetje. Had de KGB tijdens zijn verblijf een communistische agent van hem gemaakt? In september 1963, twee maanden voor de moord op Kennedy, bezocht Oswald de Russische en Cubaanse ambassades in Mexico-Stad. Om te vertellen hoe het er met zijn plannen voor stond? Of om instructies voor de aanslag te krijgen?
Haaks daarop staan de geruchten dat Oswald juist bij anti-Castro-groeperingen betrokken was. Hij zou regelmatig met (voormalige) geheim agenten en andere duistere figuren uit dat wereldje gezien zijn, of voor een laboratorium gewerkt hebben waar ziektekiemen gemaakt werden die Castro uit moesten schakelen. En dat hij uitgerekend in de heetste fase van de Koude Oorlog na zijn verblijf (of moeten we zeggen: missie?) in de Sovjet-Unie zomaar de VS weer in mocht, moet wel het ultieme bewijs zijn dat hij voor de CIA werkte.
De feiten
De moord op Kennedy verbijsterde iedereen. Zelfs in het satirische BBC-programma That was the week that was (zeg maar een soort Dit was het nieuws) wist een panellid op zaterdag 23 november 1963 niets anders uit te brengen dan: “Toen Kennedy in 1960 tot Democratische kandidaat voor het presidentschap gekozen werd, heerste algemeen de opinie dat hij te volmaakt was, te goed om echt te kunnen zijn, dat hij de ideale Amerikaan was, die alleen maar kon bestaan in het brein van een of andere reclameman. Zijn filmsterachtige voorkomen, zijn knappe vrouw, zijn grootse redevoeringen, zijn koele doortastendheid, zijn werkelijkheidszin, gaven volop aanleiding tot die opvatting.”
Nu weten we dat het leven van John Fitzgerald Kennedy een stuk minder sprookjesachtig was, en ook dat je hem bepaald geen heilig boontje of vredesapostel kon noemen, maar destijds belichaamde deze rijkeluiszoon uit Massachusetts de Amerikaanse Droom.
En dan Lee Harvey Oswald. Bij zijn geboorte in oktober 1939 is hij al halfwees (zijn vader overleed twee maanden eerder). Als ze niet in een tehuis zitten, sleept hun moeder Lee en zijn twee oudere broers half Amerika door, op zoek naar werk en een portie geluk. In New York spijbelt Lee zo vaak dat hij een psychiatrisch onderzoek moet ondergaan. Daarbij wordt vastgesteld dat hij voor zijn leeftijd bovengemiddeld intelligent is en goed uit zijn woorden kan komen. Maar op de vraag of hij het liefst met jongens of met meisjes omgaat, antwoordt Lee: “I dislike everybody.” Bij voorkeur zit hij in zijn eentje te lezen of televisie te kijken.
Als late puber raakt Oswald in de ban van allerlei communistische geschriften. Niettemin gaat hij vlak na zijn zeventiende verjaardag bij de mariniers. Hij blijkt aardig met een geweer overweg te kunnen. In december 1956 haalt hij bij een schiettest 212 punten; twee meer dan nodig is om jezelf scherpschutter te mogen noemen. Tijdens zijn militaire loopbaan, die zich vooral op Amerikaanse bases in de Filipijnen en Japan afspeelt, werkt Oswald op radarposten. In tegenstelling tot wat later beweerd wordt, heeft hij daar geen toegang tot grote geheimen.
Een paar maanden voordat zijn dienstverband afloopt, vraagt Oswald in september 1959 ontslag aan omdat hij zogenaamd voor zijn zieke moeder moet zorgen. Enkele dagen later zit hij op een schip naar Frankrijk en op 16 oktober arriveert hij vanuit Finland per trein in Moskou. Oswalds verzoek om Russisch staatsburger te worden wijst men af, maar na een zelfmoordpoging mag hij voorlopig in de Sovjet-Unie blijven. Hij krijgt een baan in een radiofabriek in Minsk en ontmoet de 19-jarige Marina Proesakova. Zijn salaris wordt aangevuld door de autoriteiten.
Toch begint de ‘marxist’ Oswald al snel te klagen over het leven in het socialistische paradijs: “Het werk is vervelend. Het geld dat ik krijg kan ik nergens aan uitgeven. Er zijn geen nachtclubs, bowlingbanen of andere plekken om je te vermaken, behalve de dansavonden van de vakbond. Ik ben het zat.”
Begin juni 1962 vertrekt Oswald met Marina en hun dochtertje uit de Sovjet-Unie. Via Nederland, waar ze op 4 juni in Rotterdam aan boord van de Maasdam gaan, reizen ze naar de VS. Het gezin vestigt zich in Dallas. Oswald heeft een hele serie baantjes. In maart 1963 bestelt hij bij een postorderbedrijf een geweer waarmee hij op 10 april een mislukte aanslag op de extreem-rechtse ex-generaal Edwin A. Walker pleegt. Kennissen omschrijven de gauw aangebrande Oswald, die ook zijn vrouw slaat, later als “geestesziek.”
Op 15 oktober gaat hij aan de slag in het schoolboekenmagazijn aan Dealey Plaza. Pas op 19 november melden plaatselijke kranten dat Kennedy’s route tijdens zijn bezoek aan Dallas onder andere via Dealey Plaza zal lopen. Het verhaal dat Oswald speciaal in dat Texas School Book Depository was gaan werken om zo dicht mogelijk bij de presidentiële route te komen, slaat dus nergens op. (Tenzij je er natuurlijk van uitgaat dat hij bijtijds een tip kreeg.)
Als Kennedy’s open limousine op 22 november om half een ’s middags net voorbij het schoolboekenmagazijn is, klinken drie knallen. Kogel één is mis en schampt een stoeprand. Kogel twee doorboort Kennedy’s hals. Kogel drie laat zijn schedel ‘ontploffen’. Omstanders zien in een raam op de vijfde verdieping van het Texas School Book Depository een man met een geweer.
Temidden van alle commotie kan hij wegkomen, maar zijn collega’s geven zijn signalement aan de politie. Drie kwartier later wordt een paar kilometer verderop een patrouillerende politieman doodgeschoten. De dader, die aan de beschrijving van de schutter in het schoolboekenmagazijn voldoet, vlucht een bioscoop in. Daar overmeestert een legertje agenten hem. “Well, it’s all over now,” roept hij.
Op het bureau wordt Lee Harvey Oswald de dood van agent J.D. Tippit ten laste gelegd. Op zaterdag 23 november wordt hij om half twee ’s nachts ook officieel beschuldigd van de moord op John F. Kennedy, de 35ste president van de Verenigde Staten.
Zaak gesloten?
Case closed heet het boek waarmee advocaat/ schrijver Gerald Posner tien jaar geleden een knuppel van formaat in het hoenderhok van de samenzweringsgelovigen gooide. Posners conclusie, getrokken na uitvoerige bestudering van alle beschikbare bronnen en destijds splinternieuwe computermodellen: Oswald deed het echt helemaal in zijn eentje. Niks patsy.
Alsof hij voelde wat er komen ging, had Kennedy zelf vlak voor de rijtoer gezegd dat er niet meer dan een vent met een telescoopgeweer in een hoog gebouw voor nodig was om hem te vermoorden. Maar veel mensen (zo’n 75 procent van alle Amerikanen bijvoorbeeld) kunnen nu eenmaal niet berusten in het feit dat een loser als Lee Harvey Oswald met een Italiaanse karabijn van twintig dollar een eind aan het leven van het pas 46-jarige politieke zondagskind maakte.
Oké, er valt ondertussen wel het een en ander af te dingen op het rapport van de Warren-commissie. En natuurlijk is het vervelend dat Oswald nooit een bekentenis afgelegd heeft en dat de CIA en de FBI nogal wat documenten over de zaak achter schijnen te houden. Maar om nou net als een heel legioen complotdenkers te stellen (en we noemen slechts een paar dingen) dat Oswalds geweer eenvoudigweg niet goed genoeg was voor een dergelijke aanslag, of dat hij nooit binnen zo’n korte tijd drie schoten had kunnen lossen (en dat er dus minstens één andere schutter was), of dat Oswald helemaal niet op de president en agent Tippit geschoten heeft (zoals regisseur Oliver Stone ons in de film JFK wijs probeert te maken), of dat er verschillende Oswalden rondliepen, gaat natuurlijk wel erg ver.
Kleine persoonlijke noot: in april 2003 stonden collega André Kesseler en ik op Dealey Plaza. En we keken vanaf de vijfde verdieping van het voormalige Texas School Book Depository (nu een museum) naar de plek waar Kennedy op 22 november 1963 om 12.30 uur reed. Voor iemand die bij zijn scherpschutters-examen 212 punten scoorde, moet het niet al te moeilijk geweest zijn…
Deze Complot!-aflevering verscheen eerder in KIJK 11/2003.
Tekst: Leo Polak
Lees ook:
- Complot: Amerikaanse regering wist van nine-eleven af
- Wie waren de mannen in witte pakken bij de Bijlmerramp?
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!