Volgens een internationaal team van psychologen zijn mensen die in samenzweringstheorieën geloven niet gek, maar zien zij dingen oprecht anders.
Op onze aardbol lopen een hoop complotdenkers rond die de meest bizarre dingen beweren. Zo zijn we volgens sommigen niet alleen in het universum, was de maanlanding in 1969 een hoax en zijn er plannen om Europa de komende decennia helemaal Islamitisch te maken. Die theorieën zijn natuurlijk best leuk – dankzij hen kunnen wij ons blad vullen met Complot!-afleveringen – maar sommigen gaan wel erg ver.
Onderzoekers braken lange tijd hun hoofd over wat sommige mensen wel complotdenkers maakt en anderen niet. Nu denkt een team psychologen van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit van Kent in Engeland het antwoord te weten: complotdenkers gebruiken een bepaald denkpatroon – illusory pattern perception – overdreven veel.
Muntje opgooien
Het team kwam tot deze conclusie na het uitvoeren van verschillende experimenten op 264 Amerikaanse volwassenen. Zo testten de psychologen of de deelnemers normale verhalen en verzonnen complottheorieën – zoals ‘het ebolavirus is door mensen gecreëerd’ – geloofden op een schaal van 1 tot 9.
Vervolgens onderzochten de wetenschappers of deelnemers sneller patronen zagen in willekeurige dingen, zoals een muntje opgooien. Mensen die bij het eerste onderzoek hoog scoorden in ‘gelooft snel complottheorieën’ waren ook geneigd om patronen te zien in het coin tossing.
Na dit experiment te hebben uitgevoerd, onderzochten de psychologen of complotdenkers sneller patronen ontdekten in schilderijen van Jackson Pollock (die veelal uit ongeordende verfspatten bestaan) en van Victor Vasarely (die veel geometrische vormen bevatten). Pollocks schilderijen lenen zich uitstekend voor het ontdekken van patronen bij mensen die daar gevoelig voor zijn.
En inderdaad: ook hier ontdekten deelnemers die hoog scoorden in ‘gelooft in complottheorieën’ veel patronen. Vrijwilligers die patronen zagen in Vasarely’s schilderijen scoorden bij andere experimenten niet hoog in ‘gelooft in complottheorieën’.
Verband is zoek
De conclusie die het team uit de reeks experimenten trok, is dat complotdenkers te veel en te vaak verbanden zien in gebeurtenissen die er eigenlijk niet zijn, iets wat ze aanduiden met illusory pattern perception. Iedereen heeft dat weleens. Je droomt bijvoorbeeld over je opa en de dag erna hoor je dat hij is overleden. Dit kan haast geen toeval zijn, denk je dan. Maar complotdenkers gaan in dit ontdekken van patronen te ver.
Sociaal psycholoog Michiel van Elk (Universiteit van Amsterdam) komt met een mooi voorbeeld: “Ik was eens op een paranormale beurs waar ik een paragnost tegen het lijf liep. Hij was ervan overtuigd dat er een medicijn bestaat tegen kanker, maar dat de farmaceutische industrie dit geheim houdt.”
“Zijn argument hiervoor was: ‘Heb je weleens gehoord dat iemand uit het koningshuis is overleden aan kanker? Nee. Hoe kan dat nou? Ze roken als ketters! Dat komt omdat zij selectief toegang hebben tot die medicijnen.’ Dat was zijn bewijs dat de grote bedrijven die medicijnen voor ons achterhouden. Hij ziet een verband waar dat eigenlijk niet is.”
Andere factoren
Wel plaatst Elk een kanttekening bij de het onderzoek. “Psychologen onderzoeken al langer de manier van denken van complotdenkers. De uitkomsten zijn nogal gemengd, zo zijn er ook wetenschappers die beweren geen verband te hebben gevonden. In dit onderzoek hebben ze dat wel, en ook herhaaldelijk, maar de vraag is hoe sterk de relatie is. Andere factoren blijven volledig buiten beschouwing.”
Dat dit een controversieel onderzoeksonderwerp is, staat vast, en er zal nog meer onderzoek moeten worden verricht naar complottheorieën en het geloven daarin. Of zouden de uitkomsten van eerdere onderzoeken expres elkaar tegenspreken? Ik zie een verband…
Bronnen: European Journal of Social Psychology, ScienceAlert
Lees ook:
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!