In 5 minuten: de hobbit

KIJK-redactie

21 september 2018 08:59

Tolkien the hobbit

Op 21 september in 1937 publiceerde J.R.R. Tolkien The hobbit, vandaag 81 jaar geleden dus. Daarom: een korte opfrisser over Tolkiens fantasiewereld.

Oudengels

Schrijver J.R.R. Tolkien was hoogleraar Oudengels aan de Universiteit van Oxford. Veel plaats- en persoonsnamen vinden daarom ook hun oorsprong in deze vroegmiddeleeuwse taal. Enkele voorbeelden:

Ze bestaan echt!

Hobbit fantasiewezens? Nee, hoor. Zo’n 18.000 jaar geleden leefde er een hobbitachtige mensensoort op het Indonesische eiland Flores (hoewel ander onderzoek uitwijst dat de ‘hobbits’ al veel eerder leefden). Wetenschappers vonden hier in een grot acht skeletten van de Homo floresiensis. Mensen van dit ras waren slechts 1 meter lang en hadden een hoofd ter grootte van een grapefruit.

In eerste instantie werd gedacht aan lilliputters of kinderen, maar al snel bleek het om volwassenen te gaan. Zo is de verhouding tussen het hersen- en lichaamsvolume van de ‘hobbits’ ongeveer gelijk aan die van de moderne mens. Onderzoekers ruziën echter nog steeds over de vraag of het daadwerkelijk om een ‘nieuwe’ mensensoort gaat. Tegenstanders beweren dat het slechts Homo sapiens zijn met een afwijking aan het centrale zenuwstelsel.

Inspiratiebron

Tolkien baseerde een deel van The hobbit op het Oudengelse gedicht Beowulf. Hierin neemt de held Beowulf het op tegen een oude, vuurspuwende draak die een schat bewaakt. Op een dag steelt iemand een beker uit de schat en haalt zich daarmee de woede van de draak op de hals. Het monster tiranniseert vervolgens de omliggende landen en wordt uiteindelijk verslagen door Beowulf.

In The hobbit vinden we een soortgelijke scène: Bilbo Baggins steelt een beker uit de schat van de draak Smaug, met alle gevolgen van dien. De namen van Gandalf en van vrijwel alle dwergen (Thorin, Bifur, Bofur, Bombur, Dori, Nori, Ori, Fili, Kili, Dwalin en Gloin) komen uit een andere middeleeuwse tekst. Tolkien vond ze in het gedicht Völuspá uit de Poëtische Edda, een verzameling liederen uit de twaalfde of dertiende eeuw in het Oudnoors.

Speedbeeldwerk

Regisseur Peter Jackson besloot om The hobbit. An unexpected journey te filmen in 48 frames per seconde. Dit gaat in tegen de standaard van 25 beelden per seconde, wat gangbaar is sinds halverwege de jaren twintig. Films van 48 FPS (frames per second) zouden er volgens Jackson vloeiender en scherper uitzien. Om de pers te overtuigen, kreeg een select gezelschap journalisten daarom alvast een voorproefje van de film. De reacties waren lauwtjes. Het journaille vond de beelden vaak té realistisch, wat het fantasyelement van de film wegnam. Het is echter de vraag of de bioscoopganger daar ook last van heeft. Veel projectoren spelen 48 FPS namelijk niet af…

Deze fragmenten zijn afkomstig uit het artikel ‘In 5 minuten de hobbit’ te vinden in KIJK 1/2013.

Tekst: Stef Meijers en Thijs Porck

De KIJK 50 jaar-special ligt nu in de winkel met daarin de spannendste, opmerkelijkste en grappigste verhalen uit de lange geschiedenis van het blad. Wil je deze editie liever bestellen? Dat kan ook in onze webshop.