Hoe bereiken we kostbare stoffen op onmogelijke plekken?

KIJK-redactie

03 juli 2018 10:59

diepzeemijnbouw

Alsof de natuur ons aan het pesten is, ligt er een schat aan onmisbare metalen buiten bereik naar ons te lonken. Wetenschappers proberen de problemen de baas te worden die komen kijken bij mijnbouw in de diepzee.

Op het eilandje Minami-Torishima is weinig te beleven. Het ligt bijna 2000 kilometer van moederland Japan, is amper een vierkante kilometer groot en er woont niemand. Maar onderschat deze uithoek van de wereld niet. In de modder op de zeebodem zit meer dan 16 miljoen ton aan zeldzame aardmetalen, berekenden Japanse onderzoekers eerder dit jaar. Deze voorraad zou de wereld honderden jaren, zo niet langer, kunnen voorzien van grondstoffen voor hightech-apparaten als smartphones, elektrische voertuigen, windturbines en spaarlampen.

Japan kan zich echter nog niet rijk rekenen: de modder ligt op 5 tot 6 kilometer diepte. Het diepterecord voor zeemijnbouw ligt op 150 meter. Het Japanse eilandje is niet de enige plek waarvan we wéten dat er kostbare stoffen liggen, maar waar we niet bij kunnen. Wetenschap en industrie proberen deze ongrijpbare schatten grijpbaar te maken. Veelal op zee, maar hier en daar ook op land.

Knollen rapen

Terwijl de vraag naar tal van grondstoffen toeneemt, raken bronnen op land uitgeput. Dat betekent niet letterlijk dat de grondstoffen niet meer te vinden zijn, maar de kosten van winning wegen niet meer op tegen de baten. Dat wat nog wel binnen bereik ligt, is vaak in handen van een klein aantal landen. Van kobalt, onder meer gebruikt in accu’s, haalt Europa meer dan de helft uit Congo. Van de zeldzame aardmetalen komt 99 procent uit China, een land dat sowieso wereldwijd grootleverancier is van diverse metalen.

Velen zien in diepzeemijnbouw een oplossing. Want Japan is zeker niet het enige land met een waardevolle zeebodem. Zo zijn op allerlei locaties in de wereld mangaanknollen te vinden, klompjes steen die over miljoenen jaren zijn gevormd door processen als neerslag van metalen in zeewater. Mangaan zelf wordt gebruikt in batterijen, maar in de knollen zit meestal ook ander kostbaar materiaal als nikkel en kobalt. De bekendste plek is de Clarion-Clipperton- zone (CCZ) ten westen van de Verenigde Staten in de Stille Oceaan. De mangaanknollen liggen daar voor het oprapen, als aardappels op een veld. Tenminste, als je er bij kunt. Dit onderzeese ‘aardappelveld’ ligt 4 tot 6 kilometer onder water.

Dit is het begin van het artikel ‘Dieptedelven’ te vinden in KIJK 8/2018. Deze editie ligt in de winkel vanaf 19 juli tot en met 22 augustus.

Meer informatie:

Tekst: Anouk Broersma

Beeld: Nautilus Minerals

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!