‘Eerlijkheid op het slagveld is een utopie’

André Kesseler

24 maart 2017 16:00

ratten rat

Coördinerend redacteur André Kesseler over F1-technologie als hulpmiddel in de gezondheidszorg en over killer robots. 

Miljoenen jaren geleden bedachten onze Afrikaanse voorouders al dat je van stenen handige gereedschappen kon maken. Brokken steen werden hamers, scherpe keien veranderden in bijlen en steenscherven in speerpunten. Later zorgden andere technologische factoren ervoor dat we op één plek bij elkaar konden gaan wonen, met als gevolg dat de techniek zich nog sneller ontwikkelde. De technologie joeg de maatschappij aan en de maatschappij de technologie.

En tegenwoordig bewijzen spullen die voor één toepassing zijn ontwikkeld steeds vaker ook elders hun nut. Neem de Formule 1. Het racen met de superbolides heeft allerlei vernieuwingen in onze burgerbakkies in gang gezet: van de wielophanging tot de aerodynamica van de carrosserie. Maar de F1 zorgt ook op compleet andere gebieden voor grote doorbraken. Bijvoorbeeld in het ziekenhuis. De racecomputer die normaal gesproken alle sensorinput van de wagen analyseert, blijkt heel goed te kunnen voorspellen wanneer iemand een hartaanval dreigt te krijgen. En als medische teams op de intensive care op dezelfde manier gaan werken als de strak georganiseerde pitcrews, worden er veel meer levens gered.

Killer robots

Soms slaat de technologie een wat minder gezellige richting in. De Amerikaanse activist en Nobelprijswinnaar Jody Williams maakt zich in het interview in KIJK 4/2017 grote zorgen over killer robots: machines die op het slagveld helemaal zelf kunnen beslissen wie ze naar een andere wereld gaan helpen. Williams vindt dat er een soort eerlijkheidsprincipe moet zijn. Als je wordt beschoten, moet je een kans hebben om terug te schieten en volgens haar is die zogenoemde wederkerigheid bij autonome wapensystemen totaal afwezig.

Als je het mij vraagt, is eerlijkheid op het slagveld een utopie. Zoals een Nederlandse F-16-vlieger ooit tegen me zei: “Ik wil dat elk luchtgevecht dat ik voer zo oneerlijk mogelijk is. Hoe meer het gevecht in mijn voordeel is, hoe groter de kans dat ik ’s avonds gewoon naar huis kan.” Desondanks heeft Williams een punt. Misschien is het verstandig om de techniek nooit helemaal de vrije hand te geven. Wat mij betreft blijft er altijd een mens aan de vuurknop, hoe feilbaar die mens ook is.

Deze redactionele column verscheen ook in KIJK 4/2017