Onderzoek uit 2006 stelt dat jongeren door media met een seksuele inhoud vroeger aan seks beginnen. Onzin, stelt psycholoog Laurence Steinberg. Deze conclusie verdwijnt wanneer de data voor omgevingsfactoren wordt gecorrigeerd.
Bij het onderzoek waar Steinberg zijn pijlen op richt (Brown et al., 2006), werd een verband gevonden tussen hoeveel seksueel getinte media een tiener gebruikte en de leeftijd waarop hij of zij aan seks begon. De conclusie was destijds: door de media dook de tiener eerder met iemand anders tussen de lakens.
Volgens Steinberg baseren de onderzoekers deze conclusie op een foute redenering. Zijn standpunt: de media zorgen er niet voor dat de tieners vroeger seksueel actief zijn; het zijn juist de tieners die al geïnteresseerd zijn in seks die deze media opzoeken én vroeg seks hebben.
Steinberg onderbouwt zijn idee door de data van Brown te corrigeren voor de mate waarin de proefpersonen al geinteresseerd waren in seks. Dit leidde hij af uit factoren zoals hun prestaties op school, hun mate van gelovigheid, de relatie met hun ouders en de mening van hun vrienden over seks. Na deze correctie was er geen verband tussen de hoeveelheid seksuele media en de leeftijd waarop de proefpersoon aan seks begon.
Bronnen: Temple University via PhysOrg.com, PsycNET
Beeld: Naomi Lir/cc-by-sa 2.0