Laten rotten, heropvoeden of wegstoppen

KIJK-redactie

23 juli 2010 13:00

De Peruaanse Castro Castro-gevangenis waar Joran van der Sloot sinds deze zomer opgesloten zit, is op zijn zachtst gezegd geen pretpark. Zulke mensonterende toestanden willen wij in Nederland niet. Maar wat dan wel? Al twee eeuwen lang zoeken we het antwoord op die vraag.

In veel Zuid-Amerikaanse landen worden misdadigers gezien als uitschot waar zo weinig mogelijk tijd, geld en moeite in moet worden gestoken. En dat is te merken aan de gevangenis waar onze ‘beroemdste landgenoot’ Joran van der Sloot en zijn lotgenoten zitten. Het Castro Castro-complex is oorspronkelijk gebaseerd op de maximum security-gevangenissen in de VS, met zes gebouwen die  in een cirkel om een open binnenplaats liggen. De buitenkant van het gebouw mag dan goed bewaakt zijn, binnen kunnen de gedetineerden doen wat ze willen. Bewakers durven in grote delen van het gebouw niet eens te komen, waardoor er tussen de Peruaanse gevangenismuren totale anarchie ontstaat.

Schande, spreken wij in Nederland van zulke oorden. Maar nog niet eens zo lang geleden was het in ons beschaafde kikkerlandje nog veel slechter. Begin negentiende eeuw zaten onze gevangenen dag en nacht opeengestapeld in een ruimte kleiner dan de gemiddelde studentenkamer, waar de hangmatten drie rijen dik boven elkaar waren vastgebonden. Zonder stromend water of goed voedsel en zonder ooit gelucht te worden; maar met talloze ziektes, ongedierte en een sterftepercentage van soms meer dan 30 procent per jaar.

Die tijd ligt inmiddels ver achter ons. Net als alles ging de bajes met zijn tijd mee – wat feitelijk betekent dat er steeds weer nieuwe dingen werden uitgeprobeerd. Een overzicht van twee eeuwen gevangenisvisie.

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 9/2010, in de winkel van 30 juli t/m 26 augustus.

Erratum: op pagina 74 van dit artikel zijn per ongeluk de foto’s rechts in het midden en beneden met 1 genummerd. Dit had respectievelijk 3 en 4 moeten zijn. Ook hoort het bijschrift 2 op pagina 76 bij foto 3 op pagina 77, terwijl bijschrift 3 bij foto 2 hoort.