Gezondheidsproblemen na atoombom Hiroshima overtrokken

Marysa van den Berg

11 augustus 2016 16:00

Atoombom op Nagasaki

Overlevenden van de bombardementen van Hiroshima en Nagasaki hadden op lange termijn inderdaad vaker kanker, maar niet zo vaak als werd gevreesd. Hun kinderen ervaren zelfs helemaal geen extra gezondheidsproblemen.

Begin augustus 1945 werd op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki een atoombom gegooid. Het resulteerde in dood en verderf onder de bevolking. In de tientallen jaren daarna zouden de langetermijneffecten van de straling hebben geleid tot een stortvloed aan kanker, doodgeboortes en geboortedefecten. Ook de kinderen van de overlevenden zouden er nog de gevolgen van voelen.

Maar de werkelijkheid ligt net even anders. De gezondheidseffecten van de bombardementen op langere termijn blijken toch niet zo ernstig als gedacht. Dat blijkt uit een review-studie van Bertrand Jordan van de Aix-Marseille-Universiteit.

Batterij aan medische en genetische tests

De moleculair bioloog vatte zestig jaar onderzoek samen. De bekeken studies volgden samen een leven lang 100.000 overlevenden (de helft van alle overlevenden), 77.000 van hun kinderen en 20.000 inwoners van Hiroshima en Nagasaki die ten tijde van de ramp niet in de buurt waren.

De deelnemers werden onderworpen aan een batterij medische en genetische tests. Ook werd hun precieze locatie ten tijde van de bombardementen vastgesteld, om zo een idee te hebben van de stralingsdosis waaraan ze blootstonden.

Er bleken zich inderdaad meer gevallen van kanker voor te doen in de groep overlevenden ten opzichte van de groep mensen die niet blootstonden aan de straling. Hoe dichter bij de stralingsbron, hoe groter de kans op kanker. Toch ging het slechts om een stijging van 10 procent. Oftewel: veruit de meest overlevenden kregen geen kanker, ondanks blootstelling aan een hoge dosis straling.

Niet meer doodgeboortes en afwijkingen

Het aantal doodgeboortes en genetische afwijkingen bij kinderen van de overlevenden was bovendien niet hoger dan van de groep mensen die niet in de buurt waren ten tijde van de ramp. Er was ook geen verschil te zien tussen kinderen van overlevenden en kinderen van niet blootgestelde Japanners, zowel op het vlak van gezondheid als op genetisch gebied (dus geen gekke mutaties).

Toch schrijft Jordan in zijn artikel in het tijdschrift Genetics dat subtiele effecten op de volgende generaties mogelijk pas zichtbaar worden na een nog langere tijd en na nog gedetailleerder onderzoek met de nieuwste medische en genetisch tests. Maar, zo geeft hij aan, áls die effecten er zijn, zullen ze heel klein zijn.

Angst voor mysterieus fenomeen

De lange-termijn-gezondheidsproblemen van de overlevenden van de bombardementen blijken dus niet zo ernstig als gedacht. Waarom dan toch die horrorverhalen over uitgezaaide kanker van overlevenden en misvormd ter wereld gekomen baby’s?

Volgens Jordan was straling destijds een nieuw, onbekend en vooral mysterieus fenomeen. Men schreef er toen bijna alles wat misging aan toe, deels ook gevoed door de angst voor een complete kernoorlog. In werkelijkheid bleek de straling zijn reputatie dus gelukkig slechts gedeeltelijk waar te maken.

Bronnen: GeneticsGenetic Society of America via EurekAlert!