Homeopathie: onverdunde misleiding

KIJK-redactie

23 oktober 2020 10:00

james randi homeopathie

Deze week werd bekend dat beroepsscepticus James Randi op 92-jarige leeftijd is overleden. Randi voer jarenlang strijd tegen mensen die beweren paranormaal begaafd te zijn en homeopaten.

Nutteloos, misleidend en soms zelfs gevaarlijk: zo omschrijven critici de alternatieve geneeswijze homeopathie. Terwijl de druk toeneemt om het maar helemaal af te schaffen, blijft homeopathie onder gebruikers ongekend populair. Een longread.


Voor een publiek van honderden mensen, en eigenlijk heel de wereld als je de camera’s meerekent, verschijnt een oud, ietwat fragiel uitziend mannetje op het podium. Hij pakt een doosje pillen en draait het deksel eraf. In één keer slaat hij de hele inhoud achterover en spoelt met wat water. Een week aan slaappillen was dat: genoeg om een mens te doden.

Lees ook:

“Ik doe deze stunt al tien jaar”, verzekert de grijze baard. En warempel: hij blijft moeiteloos bij bewustzijn. De pillen die hij nam, zo legt de man uit, waren homeopathische: zo hevig verdund dat er nauwelijks nog een werkzaam middel in zit. Verdunning is homeopathie ten voeten uit. Volgens deze leer maakt dat elk middel juist krachtiger.

Paradoxale onzin natuurlijk, wil de oude man en scepticus James Randi met zijn overdosis maar zeggen. Randi’s jolige demonstratie kreeg de laatste jaren veel navolging. Maar er staat meer op het spel. Toen de wetenschappelijke EU-adviesraad EASAC afgelopen jaar adviseerde om homeopathie flink aan te pakken, schrokken homeopaten op: het was de eerste keer dat een gerespecteerde groep wetenschappers gezamenlijk een vuist tegen ze balde. De claims van homeopathie zijn volgens de EASAC ‘niet plausibel’, ‘niet consistent met de wetenschap’, en de leer kan patiënten zelfs ‘schade berokkenen’. Tijd om ermee te stoppen.

Geen licht advies: de homeopathieindustrie draait een miljardenomzet, terwijl miljoenen consumenten ervan overtuigd zijn dat ze zich dankzij de middelen beter voelen. Wat zit er precies achter deze tweedeling? Is homeopathie echt zo onwetenschappelijk dat de praktijk maar beter kan verdwijnen?

James Randi
De uitgesproken scepticus James Randi toont met een simpele demonstratie de onzinnigheid van homeopathie aan: hij neemt regelmatig een overdosis homeopathische pillen. Dodelijk volgens homeopaten, maar Randi leeft nog steeds. © F.M. Brown/Getty Images

Spiegelende symtpomen

Homeopathie gaat over meer dan al- leen sterk verdunde middeltjes. Eén ding is homeopathie in ieder geval niet: natuurlijk. Een hardnekkig misverstand, vaak ook verspreid door therapeuten zelf, schrijft ex-homeopaat en onderzoeker Edzard Ernst in zijn boek Homeopathy: the undiluted facts. Hoewel veel homeopathische middelen afkomstig zijn van kruidenplantjes met vriendelijke namen, verkopen therapeuten ook middelen op basis van minder vrolijke stoffen, zoals het giftige arseen en uraniumzout, en zelfs röntgenstralen.

Om het excentrieke medicijnkastje van de homeopaat te doorgronden, moeten we naar het oosten van Duitsland, helemaal in het jaar 1790: daar en toen werd homeopathie geboren, schrijft Ernst. Bedenker Samuel Hahnemann was een jonge arts, gefrustreerd over de stand van de geneeskunde destijds. Die was namelijk blijven steken in onpraktische wijsheden.

Intussen ging Hahnemann experimenteren en stuitte hij naar eigen zeggen op een nieuw medisch principe dat voorgoed de geneeskunde op zijn kop zou zetten. Hij had gehoord dat kinabast, een extract van een Peruaanse boom, malariakoorts bestrijdt en besloot het middel zelf eens uit te proberen, ook al was hij niet ziek. Hij kreeg koorts. Een bijwerking ongetwijfeld, maar Hahnemann zag een patroon: koorts was precies het verschijnsel dat de kinabast bij malaria wegneemt.

Nog tijdens zijn leven zag Samuel Hahnemann, de grondlegger van de homeopathie, zijn therapie populair worden. Was het voor de mensheid wellicht beter geweest als hij zijn ideeën mee het graf in had genomen?

Op dat moment had Hahnemann een ingeving: het leek hem logisch dat een stof die bij een gezond mens bepaalde klachten veroorzaakt, dezelfde klachten bij zieke patiënten juist kan wegnemen. De oorzaak van de ziekte, besloot hij, doet er niet toe. Én het maakt niet uit welke stof je precies toedient: zolang de symptomen aan elkaar spiegelen, werkt het.

Ziedaar de basis en het eerste principe van homeopathie. Eenmaal overtuigd van het spiegel-idee ging Hahnemann fanatiek op zoek naar nieuwe homeopathische middelen. Hij had toegang tot veel chemische verbindingen uit het lab, dus hij kon een vliegende start maken.

Goed schudden!

De homeopathie-vader was wel zo verstandig om te beseffen dat veel van deze stoffen een mens acuut kunnen vergiftigen. Hij verdunde ze daarom met een boel water. En zo kwam hij tijdens zijn experimenten al snel met het bekendste homeopathisch principe: gij zult verdunnen. Die verdunning verminderde de kans op bijwerkingen aanzienlijk, zonder dat de spiegelende ‘pure reactie’ verloren ging.

Een cruciale stap en derde principe in het hele fabricageproces bleek: schudden. Goed schudden. Hahnemann reisde namelijk dagelijks per koets met daarin zijn flesjes waterige middelen en vermoedde dat het geklots een goede manier was om ondanks de verdunning de pure reactie te versterken, iets dat hij ‘potentiëren’ noemde.

Echt lang bleken Hahnemanns ideeën niet houdbaar. Hoewel homeopathie begin negentiende eeuw enorm populair werd, heeft de wetenschap homeopathische principes in rap tempo ingehaald. Ziektes blijken niet het resultaat van lukrake gezondheidsklachten met elk een homeopathische tegenreactie, maar vaak gewoon oorzaken te hebben: schimmels, virussen en bacteriën bijvoorbeeld.

Ook het verdunningsprincipe blijkt met de kennis van nu nogal een probleem. Terwijl Hahnemann zelf dacht dat zijn homeopathische middelen werkten omdat ze nog altijd sporen van het oorspronkelijke gif bevatten, constateerden chemici een eeuw later dat de kans daarop astronomisch klein is.

Letterlijk zelfs: een populaire verdunningsgraad, C30, bevat één werkzaam molecuul per 2000 miljard liter water. Dat is een waterdruppel met een doorsnee van 150 miljoen kilometer, die zo ver reikt als de afstand tussen de aarde en de zon. Zie dat maar eens op te drinken.

Geheugeneffect

Moderne homeopaten laten zich niet door die kennis hinderen, schrijft Ernst. In plaats van te blijven beweren dat er werkzame moleculen in de flesjes wa- ter zitten, houden ze zich vast aan een nieuw concept: water zou een soort geheugen hebben, alsof de wegverdunde basismoleculen een soort ‘energetische afdruk’ achterlaten in de gehele oplossing.

Moderne homeopaten laten zich niet door die kennis hinderen, schrijft Ernst. In plaats van te blijven beweren dat er werkzame moleculen in de flesjes water zitten, houden ze zich vast aan een nieuw concept: water zou een soort geheugen hebben, alsof de wegverdunde basismoleculen een soort ‘energetische afdruk’ achterlaten in de gehele oplossing.

Voor het geheugeneffect van water is zelfs wetenschappelijk bewijs aangedragen: in het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift Nature verscheen in 1988 een experiment van de gerespecteerde Franse immunoloog Jacques Benveniste. Zijn ontdekking deed de gevestigde wetenschap de wenkbrauwen optrekken. Benveniste had bekers met actieve afweerstoffen omgespoeld, maar het water uit deze omgespoelde bekers bleek hetzelfde te werken op cellen als bekers mét afweerstoffen. Water, zo leek het, heeft inderdaad een geheugeneffect. Benveniste was zelf ook verbaasd.

Als zijn experiment zou kloppen, konden een hoop natuurwetten worden herschreven, besefte de Nature-redactie, en dus moest het experiment voor de zekerheid opnieuw. Ditmaal met onafhankelijk toezicht: de toen nog niet zo oude James Randi, al wel met witte baard, en de kritische Nature-redacteur John Maddox. Randi had 1 miljoen dollar klaarliggen voor Benveniste als hij nu weer zijn gelijk kon bewijzen.

Aanvankelijk werd het onmogelijke inderdaad bevestigd en leek Benveniste de hoofdprijs te gaan pakken – hij vond zelfs dat hij een Nobelprijs verdiende – totdat Randi een zwakke schakel vond. De analist, Elisabeth Davenas, bleek te weten welke cellen met ‘gewoon water’ waren behandeld en welke met ‘homeopathisch water’. Omdat ze zelf overtuigd was van homeopathie en het geheugeneffect van water, kon ze bij haar celtellingen de uitslag beïnvloeden. Randi besloot de celschaaltjes voor Davenas onherkenbaar te maken, waardoor ze écht op haar expertise moest afgaan. Toen bleek water toch geen geheugeneffect te hebben.

Veel tevreden klanten

De energieoverdracht van water tot patiënt zal dan wel ondoorgrondelijk zijn, blijven homeopaten volhouden. Het gekke van zo’n vaag concept is dat je er alle kanten mee op kunt, aldus homeopathieonderzoeker Ernst in zijn boek. Volgens hem biedt het ruimte voor een hoop rare middelen waarvan de werking op onderbuikgevoelens berust: stukjes Berlijnse Muur (tegen een gevoel van isolatie), antimaterie (tegen diepgewortelde doodsangst) en ultrageluid (tegen aangeboren psychische klachten).

Internist Jos van der Meer van de Radboud Universiteit, die meeschreef aan het vernietigende EASAC-rapport, doet het allemaal denken aan religieus wonderwater. “Alsof het om heilig water uit Lourdes gaat. En ik was laatst in Jordanië, waar water uit de rivier de Jordaan wordt verkocht omdat Johannes de Doper er met Jezus in zou hebben gestaan.” Hij vervolgt die opmerking met een advies: “Het is eerlijker als je op het etiket netjes vermeldt dat water toch echt het enige ingrediënt is.”

Volgens homeopaten hoeft niet te worden bewezen hóé het werkt, want het gaat erom dát het werkt. Een argument dat Ernst vaak hoort: veel patiënten blijven tevreden terugkeren. Maar klanttevredenheid is niet hetzelfde als keihard bewijs, oppert hij.

Gelukkig hebben wetenschappers grondig onderzocht in hoeverre homeopathie zieke mensen helpt: geef een groep patiënten een homeopathisch middel, een echt geneesmiddel of een neppil en houd bij of ze daadwerkelijk opknappen. Arts-onderzoeker Aijing Shang analyseerde in 2005 meer dan honderd van zulke studies. Wat blijkt: homeopathie doet niets bijzonders.

Patiënten voelen zich er wel beter door, maar een neppil werkt net zo goed. Dat komt deels doordat veel klachten vanzelf overgaan, maar ook door het placebo- effect: alleen al dankzij positieve verwachtingen maken mensen pijn-dempende stoffen aan in de hersenen. Gewone medicatie werkt echter nog altijd het best. Die bestrijdt gezondheidsklachten ruim drie keer zo krachtig. En wanneer het om ernstigere ziektes gaat, zoals kanker of hartproblemen, ben je met homeopathie kansloos, terwijl reguliere geneeskunde in zulke situaties een uitweg kan bieden.

Knettergek

Homeopathie haalt dus niets uit en houdt patiënten voor de gek. Inmiddels onderschrijven talloze wetenschappelijke instituten en organisaties die conclusie. “Zelfs het Amerikaanse centrum voor alternatieve geneeskunde, het NCCIH, erkent inmiddels dat er weinig bewijs is dat homeopathie werkt”, vertelt arts en scepticus Cees Renckens, prominent lid van Vereniging tegen de Kwakzalverij. “Als die het ook al hebben opgegeven, dan weet je het wel.”

Maar als homeopathie niets meer is dan wat misleidende druppels water, wat is dan de schadelijke kant ervan? “Het water zelf is inderdaad onschuldig”, erkent Renckens. “Het wordt pas gevaarlijk als iemand erdoor niet meer naar een gewone arts gaat. Bijvoorbeeld wanneer een klassiek homeopaat denkt dat hij een patiënt van een hoge bloeddruk af kan helpen. Die bloeddruk blijft dan stijgen. Zo was er niet lang geleden een geval van iemand die daardoor met een hersenbloeding in het ziekenhuis belandde.”

Ook schadelijk zijn homeopaten die naar ontwikkelingslanden trekken om daar mensen van aids en malaria te ‘genezen’. Opnieuw geldt dat de lokale bevolking hierdoor betere zorg misloopt. Het gebeurt niet veel, benadrukt Renckens, maar hij verbaast zich wel over de acceptatie van dat fenomeen: zo ontving aids-homeopaat Jan Scholten een koninklijk lintje voor zijn ‘uitmuntende homeopathische diensten voor de samenleving’. “Die man is knettergek”, zegt Renckens. “Zo’n lintje verleent hem status, en dat is toch wel kwalijk.”

Misleiding en mogelijke schade kunnen redenen zijn om strenger op te treden tegen homeopathie. Het recente pleidooi van de EU-academieorganisatie EASAC om de praktijken verder aan banden te leggen, heeft nu al resultaat: Hongarije schrapte acuut een lespakket over homeopathie uit de geneeskundeopleidingen. Maar in landen als Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland is de weerstand groter, want daar is en blijft homeopathie een ongekend populaire industrie. “Vooral de Zwitsers zitten daar heel raar in”, zegt EASAC-hoogleraar Van der Meer. Daar is homeopathie tegenwoordig zelfs verplicht opgenomen in de basisverzekering.

Toch lijkt homeopathie al stilletjes aan zijn retour begonnen, denkt Renckens. “In 1993 waren er in Nederland 520 homeopathische artsen lid van hun beroepsvereniging, nu zijn dat er nog maar 156. En fabrikanten van homeopathische middelen, zoals A. Vogel en VSM, gebruiken het woord homeopathie al een tijdje niet meer. Ik ben niet ongelukkig met hoe het gaat.”

Dit artikel van Ronald Veldhuizen staat ook in KIJK 4/2018.

Openingsbeeld: Hajo Hajo/Getty Images

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!