Van het bekijken van bloedstollende films zou het proces van bloedstolling echt in werking worden gezet.
Zombies, vampiers en geesten. Er zijn talloze films over gemaakt. En hoewel sommigen onder ons stalen zenuwen lijken te hebben, kruipen anderen weg onder een deken. Zij vinden horrorfilms te spannend – bloedstollend spannend. En laat je deze uitdrukking nu ook letterlijk kunnen nemen: het bekijken van een horrorfilm zou ertoe leiden dat een stollingsfactor in het bloed stijgt. Dit zou blijken uit een kleine, Nederlandse studie, gepubliceerd in het semi-serieuze kerstnummer van het BMJ.
Volle maan
Onderzoekers van het LUMC plaatsten 24 vrijwilligers onder de 30 jaar voor een beeldscherm. De ene week keken zij een educatieve documentaire over champagne (niet echt nagel-bijtend spannend dus) en de andere week verscheen de horrorfilm Insidious op het scherm. Leuk detail: om de resultaten niet te laten verstoren door bijgeloof, werden de films niet afgespeeld op vrijdag de dertiende of bij volle maan.
Voor en na de films namen de wetenschappers bloed af bij de deelnemers. Dit werd onderzocht op verschillende eiwitten die zijn betrokken bij bloedstolling. Een van de onderzochte eiwitten was stollingsfactor VIII, de Fear Factor.
Knipoognummer
Na het zien van de horrorfilms nam bij 57 procent van de deelnemers stollingsfactor VIII toe, bij het bekijken van de documentaire was dit slechts 14 procent. Het was niet geheel verrassend dat de factor zou stijgen, zo mailt een van de onderzoekers Frits Rosendaal. “Mijn inschatting vooraf was ongeveer 50-50 (dus bij 50 procent zou VIII toenemen, bij 50 procent niet – red.). Het effect was echter wel heel duidelijk: bij meer dan de helft zagen we een forse stijging na de enge film, en alleen bij eentje zagen we een kleine stijging na de educatieve film.” Zo’n groot effect had Rosendaal dan weer niet verwacht.
De artikelen in het BMJ kerstnummer worden altijd met een knipoog gebracht. Dat geldt deels ook voor deze studie. “Het is natuurlijk wel grappig om horrorfilms te draaien en VIII de Fear Factor te noemen”, vertelt Rosendaal. “Maar de onderzoeksvraag vonden we sowieso wel interessant en ik zou geen geld uitgeven aan onderzoek dat alleen maar geld kost en niets wetenschappelijks oplevert”, vervolgt hij. “Met andere woorden: we hadden het ook gepubliceerd als het niet in dat speciale ‘knipoognummer’ was gekomen.”
Bronnen: BMJ, The Guardian