‘Ik vertikte het om vitrage te nemen’

KIJK-redactie

23 oktober 2015 11:00

KIJK-hoofdredacteur Inge Fraters maakt zich weinig zorgen over haar eigen privacy.

Ik leid een tamelijk doorzichtig leven. Zo woonde ik in een lange, lage flat in een smalle straat met aan de overkant net zo’n flat. Het raam bovenaan mooi halfrond, maar dat zag je van binnen alleen als er niets voor hing. Dus vertikte ik het om vitrage te nemen. Qua inkijk was dat geen probleem, want alle overburen hielden de luxaflex, lamellen of vitrage potdicht. Maar ook als ze dat niet hadden gedaan, had ik niets opgehangen. Want eigenwijs, want mooi halfrond raam. En of mensen naar mij kijken, interesseert me nooit zo.

Op ongeveer dezelfde manier waar ik rond op internet. Oké, ik gebruik een apart mailadres voor al mijn online-bestellingen en deel geen grote intimiteiten via sociale media. Maar ik accepteer vrijwel elke cookie en elke machtiging die de apps op mijn smartphone van me vragen. Ook dan maak ik me dus weinig zorgen over wie er allemaal meekijkt. Want joh, wat voor kwaad kan dat? (Behalve dat ik steeds advertenties krijg van schoenen die ik twee weken geleden al heb gekocht.)

Mijn reactie is een reactie uit luxe; dat realiseer ik mij heel goed. Ik woon in een vrij land, doe onverdachte dingen, hou er (volgens mij) onverdachte vrienden op na en heb een ‘onverdachte’ huidskleur.

Ik moest daaraan denken toen ik onlangs een kunstwerk zag van de Chinese kunstenaar Song Dong. Het bestaat uit dertig strakke, vierkante stapeltjes papier van verschillende hoogte. Hierop tekende Song nauwgezet zijn moeders herinneringen op aan zijn eerste dertig levensjaren – met een kalligrafeerpenseel gedoopt in water. De handeling was verricht, zijn bestaan vastgelegd, maar het resultaat nog voor afronding vervlogen. Een krachtig beeld voor vergankelijkheid, maar óók, zo bekroop mij de gedachte, het ultieme verweer tegen pottenkijkers in een tamelijk onvrij land.

Twee doorzichtige levens. Ik heb geen privacy van betekenis. Song benadrukt de betekenis van privacy.

Deze column vind je ook terug in KIJK 11/2015.