TikTok is het toneel van de informatieoorlog

KIJK-redactie

21 maart 2022 13:00

informatieoorlog

Oorlog draait ook om harten en zielen, en die worden gewonnen met verhalen. Het is daarom druk in de digitale loopgraven op TikTok, Twitter en Facebook sinds de Russische tanks en straaljagers Oekraïne eind februari binnentrokken. De informatieoorlog ontvouwt zich op manieren die helemaal passen bij de chaos op sociale media, al lijken de verhalen zélf in de kern nog wel op oorlogspropaganda van de vorige eeuw.

Tekst: Ronald Veldhuizen

In de metalen koker achterin deze grijze vrachtwagen zou zeker een mens passen. Zie hier het ‘mobiele crematorium’ dat het Russische leger gebruikt voor gesneuvelde soldaten, aldus het filmpje dat wereldnieuws werd in de eerste dagen van de Russische invasie in Oekraïne. Sociale media als Twitter, Facebook en TikTok draaiden overuren met de video. Zelfs de Oekraïense president Volodymyr Zelensky noemt de Russische crematiekamers in een speech, om ze te veroordelen: wie wil nog vechten voor een despoot die zijn eigen soldaten verbrandt als grofvuil? Zelensky hoopt Russische soldaten zo te demotiveren.

Alleen: het mobiele crematorium blijkt een verzinsel. Bewijs dat de Russen ze gebruiken, is er niet. De Volkskrant fileert het filmpje en traceert de bron terug tot 2013, nog voordat de spanningen tussen de twee landen opliepen. Een afvalverbrandingsbedrijf demonstreert erin zijn mobiele oven voor gewoon afval. “Het interessante is dat beide partijen, dus ook de Oekraïners, dit verhaal al sinds de burgeroorlog in 2014 vertellen over hun vijand”, zegt nepnieuws- en folkloreonderzoeker Peter Burger van de Universiteit Leiden. “Het is een echo uit de Eerste Wereldoorlog. De Duitsers zouden fabrieken hebben waarin ze lijken lieten verdwijnen.”

Al dat soort verhalen maken zogezegd deel uit van een groter geheel: de informatieoorlog. Daarmee proberen landen die met elkaar in conflict zijn controle te krijgen over de beeldvorming van de werkelijke strijd. Zo kunnen ze de moreel van de troepen opkrikken of dat van de vijand ondermijnen, of het oorlogssentiment onder de bevolking proberen te beheersen. Bestond de informatieoorlog in de vorige eeuw vooral uit propaganda of spionage, de laatste jaren is daar een nieuwe dimensie bijgekomen: die van de sociale media, waar mensen vooral verhalen voorgeschoteld krijgen die volgens een algoritme het belangrijkst voor ze zijn. De loopgraven van de information warfare in de 21ste eeuw vertakken zich nu verder op TikTok, Twitter, Instagram en Facebook.

Lees ook: ‘Samenwerking betekent niet dat je altijd je mond houdt’

TikToks van tanks

Hoewel de oorlogsbeelden en -verhalen over de strijd tussen Rusland en Oekraïne nu massaal op sociale media worden gedeeld is dat niet bepaald onverwacht of nieuw, zegt Mariëlle Wijermars. Aan de Universiteit van Maastricht onderzoekt ze digitalisering en politiek rond Rusland en de rest van de wereld.

“Iedereen zegt ineens dat we de eerste TikTok-oorlog meemaken”, zegt Wijermars. “Ik zou zeggen dat het mensen blijkbaar nu pas echt opvalt dat sociale media zo belangrijk kunnen zijn in zo’n conflict, omdat van deze strijd meer beelden ons bereiken.” In Irak, Syrië en andere plekken waar geregeld wordt gevochten, zijn sociale media al langer cruciaal voor de beeldvorming van de strijd, laat onder meer het boek LikeWar van Amerikaanse veiligheidsexperts Peter Singer en Emerson Brooking uit 2019 zien.

Wel lijkt videoplatform TikTok “te zijn gemaakt voor oorlog”, aldus een analyse van WIRED Magazine.Het verspreidingsalgoritme is vergeleken bij Facebook en Twitter nóg lichter ontvlambaar: in plaats van vooral af te gaan op hoe vaak mensen uit jouw bubbel iets delen, stuwt TikTok veelbekeken video’s op basis van bepaalde onderwerpen. Wie kijkt naar gestolen Russische tanks bijvoorbeeld, of mannen die afscheid nemen van hun gezin om te gaan vechten, biedt de app vervolgens razendsnel meer van hetzelfde aan.

Het gaat dan ook hard op het platform. Voor de oorlog begon, stond het totaal aantal bekeken TikTok-filmpjes met de hashtag #Ukraine op 7 miljard. Dat aantal is in twee weken sinds de invasie grofweg verviervoudigd: op 10 maart zijn het er 32 miljard. Tel de cyrillische spelling (Україна) van dezelfde hashtag mee, en er blijken bijna 3 miljard views per dag over de oorlog te worden gestreamd, waaronder veel beelden direct vanaf de brandhaarden. Influencers op het platform hebben ook ongekend veel bereik: toen de Oekraïense Marta Vasyuta vanuit Londen filmpjes over de Russische invasie begon te delen, ging ze in twee weken tijd van enkele honderden naar een kwart miljoen volgers.

Typisch van nu is dat de informatiestroom bijna niet meer te stoppen valt, zegt Paul Ducheine, hoogleraar cyberwarfare aan de Nederlandse Defensie Academie. “Vroeger zou een legermacht bij een invasie de communicatiemiddelen op een centraal punt uitschakelen, zoals een tv-studio. Dan is een bevolking afgesloten van de wereld. Maar internet werkt tegenwoordig zo decentraal, dat het mensen altijd wel lukt met een smartphone iets te filmen en online te zetten. President Zelensky weet elke dag een vlog te posten.”

Hoewel de verspreidingsalgoritmes onvoorspelbaar werken en niet in handen zijn van ofwel Oekraïne of Rusland, weten de twee landen er toch hun eigen verhaal in te gieten. “Oekraïne wil duidelijk een verhaal vertellen waarin ze sociaal en saamhorig zijn”, zegt Wijermars. “Zelensky laat zien dat hij zijn land niet verlaat, dat hij zijn rug recht houdt, en dat hij bereid is de hoogste prijs te betalen om zijn land te verdedigen tegen de vijand. En je ziet dat de Oekraïners dat ook gaan doen. Dat is enorm belangrijk voor de mobilisatie en moraal van je volk en je leger.”

Pot augurken

De dagelijkse Zelensky-filmpjes hadden effect. Ze haalden bijvoorbeeld snel de angel uit de Russische bewering dat Zelensky met de staart tussen de benen gevlucht zou zijn. En de filmpjes krijgen navolging: de Oekraïners plaatsen zelf filmpjes die passen binnen het idee van moedige weerstand, zoals trouwceremonies aan het front, de hulp en beloning die ze bieden aan tegenstanders die de wapens neerleggen, en de muziek die ze spelen terwijl ze voor bommen schuilen in de metrostations.

De wil om bepaalde verhalen te delen is zo sterk dat ze niet per se hoeven te kloppen – zoals die van het mobiele crematorium. “Met een pot augurken zou een Oekraïense vrouw vanaf een balkon een Russische drone hebben neergehaald”, vertelt Burger. Later zou het slechts om een blikje tomaten en een kleine consumentendrone gaan; toch een stuk minder heroïsch.

Het augurkenverhaal past volgens Burger wel binnen het idee dat de Oekraïners samen als underdogs tegenover een sterke vijand optrekken en op zijn minst in moreel opzicht van ze winnen. “Wat dat betreft was het verhaal van de grenswachten op het Oekraïense Slangeneiland echt heel opvallend. Die grenswachten kwamen in het nieuws omdat je ze fuck you hoorde zeggen tegen de Russische overmacht, en vervolgens zouden ze zich heldhaftig doodvechten. Ze bleken achteraf niet te zijn gestorven, maar het verhaal doet het gewoon goed.” Het verhaal lijkt als strijdbaarheidsanekdote een beetje op dat van de Amerikaanse generaal McAuliffe bij de Slag om Bastogne. De Duitsers eisten zijn overgave en zijn antwoord zou zijn geweest: ‘Nuts!’. Ook de Amerikanen gaven niet op, al gold voor hen niet dat ze streden tegen een onoverwinbare overmacht; uiteindelijk waren het de Duitsers die zich moesten terugtrekken.

Rusland had in de eerste dagen van de oorlog daarentegen baat bij het beeld dat zijn ‘speciale militaire operatie’, zoals het Kremlin de invasie in Oekraïne steevast heeft genoemd, van een leien dakje ging. Het zou het eigen troepenmoraal hoog houden en dat van de Oekraïense tegenstand ondermijnen. Dus zoefden er royale anekdotes en succesverhalen rond op de socials. “Een filmpje van een parachutist die vrolijk in Oekraïne landt, kreeg veel aandacht”, vertelt Burger. “Maar meerdere internationale factcheckers hebben laten zien dat het om oude beelden gaat, van een oefening.”

IKEA

Oud beeldmateriaal slijten als nieuw is een veelgebruikte truc. Wijermars herkende bijvoorbeeld sneeuw op video’s van Russische tanks die al triomfantelijk door de straten van de Oekraïense hoofdstad Kyiv zouden rollen. “Het persbureau Reuters deelde de video, dus mensen dachten dat het wel zou kloppen”, zegt ze. “Maar er lag op dat moment helemaal geen sneeuw in Kyiv.” De bron was het persbureau TASS, het Russische ANP, waar Reuters vaker berichten van overneemt. Niet helemaal betrouwbaar dus.

Ongeacht het waarheidsgehalte van de filmpjes is het wel duidelijk dat vijanden in de informatieoorlog elkaars beeldvorming continu proberen te dwarsbomen. De Russische dictator Vladimir Poetin heeft oorlogsbeelden uit Oekraïne zo goed als uitgebannen van de media en het internet. Facebook, Twitter, Instagram zijn op bevel van Poetin offline gehaald, terwijl TikTok op initiatief van het bedrijf zelf is afgesloten. Af en toe komen er toch wat oorlogsbeelden door: Telegram is nog actief, en de hackersgroep Anonymous nam zelfs een keer Russische staatstelevisie over en zond erop beelden uit van de verwoestingen in Oekraïne. Later bestempelden Russische media juist dát als nepnieuws.

Toch kan de beeldvormingsstrijd tegenstanders ook op andere manieren beïnvloeden. Westerse bedrijven sloten bijvoorbeeld hun deuren in Rusland toen op sociale media massaal beelden van Oekraïense slachtoffers de wereld over gingen, zegt cyberwarfarehoogleraar Ducheine. “Winkels als IKEA en de Zara zijn daar nu dicht. Dat hebben die bedrijven vermoedelijk niet om economische redenen gedaan of vanwege de sancties. Ze hebben kennelijk gedacht: hier doen wij niet aan mee.”

“Zo versterken de beelden het effect van de sancties die westerse landen Rusland al hebben opgelegd”, zegt Ducheine. “Poetin kan wel de toegang tot oorlogsbeelden afsnijden, maar uiteindelijk zal de gewone Rus merken dat de winkel waar die naartoe had gewild, niet meer open is. Of de roebel die hij vorige week had gepind, nu nog maar de helft de waard is.”

Gewapende strijd

Om de sociale media-blokkades in Rusland te omzeilen, doen de Oekraïners zelf nog iets om de gewone Rus te bereiken: ze laten Russische soldaten die overlopen of krijgsgevangene zijn genomen, naar hun moeders aan het thuisfront bellen. Dikwijls huilend vertellen de Russische soldaten hoe ze zijn voorgelogen door het Kremlin en dat ze niet achter de oorlog staan. Bezorgde Russische moeders kunnen het anti-oorlogssentiment in Rusland aanwakkeren, zo is het idee. De Oekraïense overheid heeft zelfs een website gelanceerd, Okkoepant, met namen van krijgsgevangenen en een knopje voor familieleden om contact op te nemen.

Het gevolg: met name de Russische burgers worden nu bestookt met verhalen die tegen elkaar worden opgeboden. Dat kan weleens verlammend voor ze werken, zegt Wijermars. Sociologisch onderzoek van onder meer Stanley Cohen en Jeremy Morris wijst erop dat wanneer mensen worden geconfronteerd met onaangename informatie, ze op een gegeven moment enigszins in beide verhalen geloven en er niets mee kunnen. Dat wil in de praktijk zeggen dat veel Russen inmiddels zullen weten dat het niet goed gaat in Oekraïne, maar dat ze voor hun dagelijks leven toch meegaan met het officiële verhaal: dat Oekraïne een gevaarlijke nazi-terreurstaat is waar militair ingrijpen nodig is.

Uiteindelijk zullen de beïnvloedingsverhalen niet zomaar de oorlog beslechten, benadrukken de experts. “Als gewone burger krijg je veel mee van de social media-verhalen, maar dat wil niet zeggen dat de oorlog zelf ook echt zo verloopt. Dit is een traditionele oorlog met tanks en troepen. Hoe die afloopt kan volledig anders zijn dan wat de beeldvorming suggereert.” Ook Ducheine benadrukt dat: “Op de keper beschouwd is dit een gewapende strijd tussen twee krijgsmachten.”

Ergens heeft dat Ducheine verrast, voegt hij toe. “Iedereen dacht dat de eerstvolgende oorlog een cyberoorlog zou zijn waarbij tegenstanders elkaars infrastructuur hacken, zoals banken en de watervoorziening. Daar zien we nu niet veel van terug. Als er al iets groots is gehackt, heeft nog niemand het door of meldt niemand het.”

Wel vermengt de gewapende strijd zich met de informatieoorlog én cyberoperatiekwesties van inlichtingendiensten, vertelt Ducheine. “De Russische troepen laten mogelijk het mobiele netwerk in Oekraïne intact omdat ze het zelf nodig hebben om elkaar te bellen”, zegt hij. De reden, aldus Amerikaanse inlichtingenexperts op Politico.com, is dat Oekraïense telefoniebedrijven Russische telefoons van het netwerk hebben buitengesloten. Zo blijft het voor gewone Oekraïners dus mogelijk om sociale media te gebruiken en massaal beelden te delen.

De beelden die op de platformen blijven rondgaan kunnen ook van tactisch belang zijn, zegt Wijermars. “Als je op een filmpje kunt zien waar wel tanks rijden en waar niet, kan dat voor troepen bepalen wat ze gaan doen.” De Oekraïense regering vraagt daarom aan de bevolking om geen beelden van het eigen leger te delen. Beelden van Russische legereenheden worden wel veel gedeeld. Op die manier houden onderzoekers van het platform ELINT Russische troepenbewegingen in de gaten. “TikTok is verrassend handig om video’s van Russisch treinmaterieel te vinden”, aldus een ELINT-onderzoeker tegen FRANCE 24. Daarna gaat de zoektocht verder met onder meer satellietdata.

Wat er ook gebeurt: de geest is uit de fles. Zelfs al zijn de oorlogsverhalen op TikTok, Twitter, Instagram of Facebook niet altijd waar en zullen ze niet zomaar de oorlogsuitkomst bepalen, ze laten in elk geval wel een indruk achter die het beeld van het conflict stuurt op manieren die tien jaar geleden nog bijna onmogelijk leken.

Bronnen: Ukraine Facts, Open Democracy

Beeld: Sean Gallup/Getty Images

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!