Is onze taal een moeilijke taal voor buitenlanders om te leren spreken?
Dat hangt vooral af van welke talen ze al spreken. Wie pakweg Arabisch, Turks, Chinees of Somalisch kent, zal het Nederlands razend moeilijk vinden, want de verschillen zijn gigantisch. Maar het Nederlands is een stuk gemakkelijker voor mensen die al een andere Germaanse taal spreken, zoals Engels of Duits.
Lastig
Maar is onze taal niet ook ‘objectief’ moeilijk, voor iedereen? Een paar dingen wel inderdaad. De- en het-woorden uit elkaar houden, is een crime (de lepel, het mes). Ook de regels voor ‘er’ zijn lastig, want er zijn er nogal veel van. (Leg maar eens uit waarom het voorgaande zinnetje twee keer ‘er’ bevat.) En de woordvolgorde is helemaal een pittige uitdaging: vergelijk ‘ik werk morgen’ (onderwerp vóór persoonsvorm), ‘morgen werk ik’ (onderwerp ná persoonsvorm) en ‘omdat ik morgen werk’ (persoonsvorm helemaal achteraan). Bij elke zin moet je bliksemsnel die ene juiste volgorde kiezen – en ook nog vooraf.
Maar laten we niet overdrijven: in veel opzichten is het Nederlands juist betrekkelijk simpel. Zo heeft het geen naamvallen, weinig verschillende werkwoordsvormen en tamelijk regelmatige meervouden. Misschien wel het grootste probleem voor mensen die onze taal willen leren, is dat wij het hun zo moeilijk máken: zodra we een accentje horen, schakelen we over op Engels. Niet doen!
Deze vraag kon je vinden in KIJK 11/2018.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Laat hem via onderstaand formulier achter.
[contact-form-7 id=”141402″ title=”Vraag antwoord formulier”]
Tekst: Gaston Dorren
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!