Redacteur Naomi Jansen over klussen in huis en waarom zij wel een paar robots in haar schuur zou willen opslaan.
Maandenlang dagelijks op Funda neuzen naar leuke en betaalbare huisjes, tal van bezichtigingen doen en vriendlief ervan overtuigen dat het kopen van een bouwval toch echt geen optie is, gezien zijn twee linkerhandjes. Een woning vinden, het is een heel gedoe.
Maar uiteindelijk is het helemaal gelukt en wordt op het moment van schrijven de 22 jaar oude keuken ons nieuwe huis uit geramd. Over het slopen maak ik me weinig zorgen; dat kunnen we (echt?) zelf wel. De leidingen, het stuc- en schilderwerk, het eruit halen en erin zetten van de tegels en het afdoppen van de verwarming is daarentegen het pakkie-an van vakbekwame mensen.
Dat is een kwestie van plannen. En strakke planningen, daar houd ik wel van. Dus heb ik ruim van tevoren een – vind ik tenminste – fantastisch lijstje gemaakt met welke klussen wanneer moeten worden uitgevoerd. Maar je voelt hem misschien al aankomen: die planning moest ik overhoopgooien… Want onze stucadoor ligt net de week dat wij hem hard nodig hebben op het strand van Mallorca en de monteur die de leidingen moet leggen heeft een wel heul drukke agenda.
Klusrobots
Weet je wat ik op dit moment het liefst zou willen? Een heel bataljon robots die ik kan opslaan in de schuur. De een is een kei in betegelen, de ander heeft zijn stucdiploma, en ik hoef alleen maar op een knopje te drukken en ze gaan aan het werk – volgens mijn strakke planning. De toekomst waarin dit echt kan, is niet eens meer zo ver weg. Er is bijvoorbeeld al een bot, Hadrian X, die binnen een mum van tijd een heel huis in elkaar metselt.
Maar wat gebeurt er met de tegelzetters, stucadors en monteurs van vlees en bloed als hun mechanische concullega’s het werk overnemen? Komen ze werkloos thuis te zitten? Dat vind ik dan ook weer een nare gedachte, want de heren hebben toch eigenlijk echt wel hun best gedaan om hun eigen schema’s aan dat van mij aan te passen. Over dit dilemma lees je meer op pagina 70. Ondertussen ga ik weer verder met slopen, anders loopt mijn planning nog meer in het honderd.
Deze redactioneel verscheen ook in KIJK 5/2017.
Beeld: Mark Vreeburg