Eeuwenlang was de Stone of Scone een belangrijk symbool tijdens de kroning van Schotse koningen. Totdat hij in 1296 door Eduard I werd gestolen en onder de Engelse troon werd gelegd. Precies díe steen speelt morgen (zaterdag 6 mei 2023) een belangrijke rol tijdens de kroning van Charles III. Het mysterieuze – en controversiële – verhaal van de legendarische steen in vijf scènes.
Dit is een verhaal uit onze nieuwe uitgave: KIJK Geschiedenis. Om je kennis te laten maken met ons blad, geven we je dit artikel cadeau.
Jakobs Ladder
Scène 1: Locatie & tijd: Westelijke Jordaanoever, oudtestamentische periode
De zon gaat onder. Jakob, op de vlucht voor zijn broer Esau, is moe. Dus pakt hij een van de eerste stenen die hij ziet liggen, legt die onder zijn vermoeide hoofd en sluit zijn ogen. Die nacht heeft hij een droom, waarin hij een ladder ziet die tot aan de hemel reikt. Langs die ladder ziet hij engelen omhoog gaan en afdalen, en dat niet alleen – hij ziet ook God zelf. Die spreekt Jakob toe, en belooft hem gouden bergen. “Het land waarop je nu ligt te slapen, zal ik aan jou en je nakomelingen geven. Je zult zo veel nakomelingen krijgen als er stof op de aarde is.” En: “Alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jij en je nakomelingen.”
Lees ook:
- Hoe koningin Elizabeth II technologie omarmde
- De vermissingen van David Livingstone en nog drie ontdekkingsreizigers
Als Jakob wakker wordt, weet hij zeker. “Dit hier is het huis van God, dit moet de poort van de hemel zijn!” De steen die hij als kussen had gebruikt zet hij rechtop, en wijdt hem door er olie over te gieten. Daarna belooft hij trouw aan God, als die hem op zijn reis zal beschermen. “Deze steen die ik gewijd heb, zal dan een huis van God worden.”
Aan de feitelijke juistheid van deze – vrij vertaalde – passage uit Genesis 28 zullen we verder geen woorden vuil maken. Maar voor de legenden achter de steen die in mei 2023 wordt gebruikt tijdens de kroning van Charles III, is het onontbeerlijk. Als je alle verhalen mag geloven (daarover later meer), zijn die kroningssteen en de steen waarop aartsvader Jakob zijn hoofd te ruste legde één en dezelfde. Hoe zit dat? En waarom ligt de geschiedenis achter Charles’ kroningssteen uiterst gevoelig in Schotland?
Kreunen voor de koning
Scène 2: Locatie & tijd: de Britse eilanden, vanaf 700 voor Christus
Een van Jakobs zonen zou de heilige steen mee naar Egypte hebben genomen. Vervolgens belandde de rode zandsteen in Spanje en reist rond 700 voor Christus naar Ierland. Simon Brech, zoon van de Spaanse koning, neemt hem mee tijdens zijn invasie van het groene eiland. In de eeuwen daarna rust de steen op een heilige heuvel in de buurt van Skryne, ten noordwesten van het huidige Dublin. De bevolking noemt de steen ‘Stone of Destiny’, en ook wel ‘sprekende steen’. De reden? De steen kreunt luid als een troonpretendent daadwerkelijk van koninklijken bloede is. Is de beoogde koning een oplichter? Dan zwijgt hij.
Eeuwenlang blijft de sprekende steen in Ierland. Tot koning Fergus Mór mac Eirc in 498 na Christus de zetel van zijn koninkrijk Dalriada verhuist van Ierland naar West-Schotland. De steen neemt hij met zich mee. Nog weer enkele eeuwen later, rond 840, verhuist de Schotse koning Kenneth I zijn hoofdstad van West-Schotland naar Scone, in het oosten. De steen wordt vanaf dan eeuwenlang gebruikt tijdens kroningen van Schotse monarchen – ceremonies die plaatsvinden in de stad Scone – en groeit zo uit tot ultiem Schots symbool.
Wat er klopt van deze vroegmiddeleeuwse episode uit het bestaan van de steen? Dat valt niet te achterhalen. Zeker is dat in 1320 in een document (de Declaration of Arbroath; waarin Schotse edellieden aan de paus vragen de Schotse onafhankelijkheid te erkennen) gewag wordt gemaakt van een ‘edel’ voorwerp, dat via de Middellandse Zee vanuit Israël in Schotland zou zijn beland. Detail: op dat moment is de steen al decennia niet meer in bezit van de Schotten.
Geroofd door Eduard I
Scène 3: Locatie & tijd: Schotland, 1296 na Christus
In 1290 belandt Schotland in een machtsvacuüm. Nadat eerder al koning Alexander III was overleden, sterft in dat jaar ook zijn enige nog levende nakomeling, Margaretha. Meer dan een dozijn mensen maakt vervolgens aanspraak op de kroon. Uit angst dat er een burgeroorlog uitbreekt, wordt uiteindelijk koning Eduard I van Engeland ingeschakeld als ‘scheidsrechter’. Die grijpt deze kans met beide handen aan en eist dat de uiteindelijke Schotse koning – John Balliol – Eduard als zijn overlord erkent. Dat doet Balliol, en zo is Schotland feitelijk een vazalstaat geworden van de grote buur – en vijand.
Dat kan niet lang goed gaan, denk je dan – en dat doet het ook niet. Vermoedelijk onder grote druk trekt de Schotse koning in maart 1296 zijn gelofte aan Eduard I in. Die reageert meedogenloos. Hij valt nog diezelfde maand Schotland binnen en vernietigt het grensstadje Berwick-upon-Tweed. Een maand later hakken de Engelsen hun noorderburen in de pan bij de Slag van Dunbar; nog eens drie maanden later heeft Eduard de Schotten op hun knieën. Balliol wordt opgesloten in de Tower of London, en Eduard I neemt een trofee mee naar Engeland: dé steen.
Eduard I laat hierna een stoel maken, met onder het zitvlak de Stone of Scone. De Engelse koning komt zo met zijn gat op het symbool van de Schotse trots te zitten. Pijnlijker kan de machtsverhouding tussen de buurlanden niet worden uitgedrukt. In eerste instantie is het meubel trouwens nog niet bedoeld als kroningsstoel, maar daar wordt hij uiteindelijk wel voor gebruikt. De kroning van Hendrik IV in 1399 is de eerste waarbij zeker is dat deze stoel wordt gebruikt. De laatste, tot 2023, is die van Elizabeth II in 1953 – al had het weinig gescheeld of zij had het tijdens haar kroning zónder Stone of Scone moeten stellen.
Steen (uit de buurt) van Scone
Sommige mensen twijfelen aan de echtheid van de Stone of Scone. Het valt bijvoorbeeld niet uit te sluiten dat de steen die na de roof in 1950 werd teruggevonden, een replica is. Of dat de steen in 1296, voordat Eduard I hem meenam naar Engeland, is omgewisseld voor een ander exemplaar. Niettemin wordt over het algemeen aangenomen dat de huidige Stone of Scone en de steen die Eduard I in 1296 buitmaakte, één en dezelfde zijn.
Wat wél vaststaat is dat de huidige kroningssteen niet uit Ierland komt, en al helemaal niet uit het Middellandse Zeegebied. Onderzoekers van de British Geological Survey namen in 1998 een fragment van de steen – in de negentiende eeuw van de steen gehaald – onder de loep. De kleur, textuur en minerale samenstelling van het fragment bleken perfect overeen te komen met het zandsteen uit de Quarry Mill-groeve. En die ligt op een steenworp afstand van… Scone.
De kei gekidnapt
Scène 4: Locatie & tijd: Westminster Abbey, december 1950
Londen, vlak voor kerst. Ian Hamilton, Kay Matheson, Alan Stuart en Gavin Vernon, vier studenten van de Universiteit van Glasgow, komen na een lange autorit aan in de hoofdstad. Ze zijn lid van de nationalistische Scottish Covenant Association en zijn naar Londen gekomen met een missie; de Stone of Scone stelen en terugbrengen naar Schotland.
In de vroege ochtend van 25 december sluipen ze Westminster Abbey binnen en halen hem uit de kroningsstoel. De steen breekt in twee stukken, maar dat is niet de schuld van de studenten. In 1914 hadden suffragettes, die streden voor vrouwenkiesrecht, een bom laten ontploffen naast de stoel. Die raakte daarbij zichtbaar beschadigd. Dat de steen ín de stoel in tweeën gespleten was, had niemand opgemerkt. Tot nu dus, 36 jaar later. Hamilton, Matheson, Stuart en Vernon verstoppen de stukken steen op twee plekken in Engeland. Direct naar Schotland brengen is geen optie. Zodra de diefstal wordt opgemerkt, sluit de regering de grens tussen Engeland en Schotland. Een uitzonderlijke maatregel, want de grens was vierhonderd jaar geleden voor het laatst gesloten.
Groot-Brittannië is in rep en roer. “Nation-wide hunt finds no sign of stone – Yard starts check on all airlines and seaports”, kopt de Glasgowse krant Daily Record bijvoorbeeld daags na kerst. Enkele weken later, als de storm enigszins is gaan liggen, weten de studenten de stukken steen alsnog Schotland binnen te smokkelen. Daar laten ze een steenhouwer de delen met een koperen buis weer aan elkaar bevestigen.
Nog vier maanden later, in april 1951, krijgt de politie een tip dat de Stone of Scone op het hoogaltaar van de ruïne van Arbroath Abbey ligt. Arbroath? Die naam kennen we. Het is de plek waar Schotse edelen in 1320 hun ‘onafhankelijkheidsbrief’ ondertekenden. Het spoor leidt Britse detectives uiteindelijk naar de studenten. Drie van de vier bekennen schuld – maar geen van hen wordt vervolgd. Dat zou een lont in het Schots-nationalistische kruitvat zijn, is de vrees.
In 1952 keert de steen terug naar Westminster Abbey. Maar na decennia van discussie besluit de Britse regering in 1996 dat de Stone of Scone definitief terug mag naar Schotland. Sindsdien ligt hij in Edinburgh Castle.
Onder Charles
Scène 5: Locatie & tijd: Westminster Abbey, 6 mei 2023
Een primeur! Voor het eerst wordt de Stone of Destiny oftewel de Stone of Scone van Edinburgh Castle naar Westminster Abbey vervoerd, vanwege de kroning van een nieuwe Britse vorst. De steen mag tegenwoordig dan wel in Schotland bewaard worden, maar voor kroningen moeten de Schotten hem nog wel – tijdelijk – afstaan aan Londen. Niet iedereen is het daarmee eens. Alex Salmond, voormalig Schots premier, roept in maart 2023 bijvoorbeeld op om te weigeren de steen af te staan. Zolang ‘Westminster’ ons geen onafhankelijkheidsreferendum gunt, zegt hij op tv-zender Sky News, “zie ik niet in waarom de Schotse regering gedwee zou zeggen: ‘Alsjeblieft, we geven jullie ons bezit terug, dat jullie 700 jaar geleden van óns gestolen hebben.’”
Morgen zit de zoveelste niet-Schotse koning dus met zijn achterste op ‘hun’ heilige steen, met een mythologie die teruggaat op aartsvader Jakob. En dat is, ruim zeven eeuwen na de roof door Eduard I, nog altijd een heikel punt.
Wil je meer van dit soort spannende historische verhalen lezen? Koop dan KIJK Geschiedenis!
Tekst: Berry Overvelde
Openingsbeeld: Historic Environment Scotland.