De eerste ontwikkelingshulp vanuit rijke landen moest vooral het schuldgevoel bij ex-koloniën afkopen of voorkomen dat arme landen communistisch werden.
Onderzoek van de Henley Business School toont aan dat multinationals die zijn gevestigd in landen met twijfelachtig mensenrechtenrespect 70 procent meer doneren dan bedrijven die niet werken in dergelijke soepzooioorden. Liefdadigheid, of een knaaggeweten?
“Als mensen echt altruïstisch waren, zouden ze minder vrijwilligerswerk doen”, beweert econoom Tim Harford. Neem die managers en beroemdheden, soepscheppend in daklozencentra. Als ze écht willen helpen, moeten ze wat uurtjes overwerken en het extra loon doneren: dat levert veel meer soep op. Maar ja, dat voelt wel minder lekker.
In Chicago ontdekten onderzoekers dat goede doelen meer geld ophalen met loterijen dan met collectebussen, want we willen wel iets terug voor onze menslievendheid. Nee, onze échte drijfveren zijn weinig soeps.
Dit is een fragment van de rubriek ‘Een andere KIJK op… liefdadigheid’ uit KIJK 9/2010, in de winkel van 30 juli tot en met 26 augustus. De tekst werd geschreven door Rik Peters.
Meer informatie:
- Slate: Charity is selfish
- BBC Ethics Guide: Arguments against charity
- J. A. Hobson: Work and wealth. A human valuation
- Dirk-Jan Koch over liefdadigheid en kuddedieren (PDF)
Beeld: AFP/ANP