Midden in de Tweede Wereldoorlog gebeurde er in Denemarken een wonder. Door het moedige optreden van de bevolking werden nagenoeg alle Joden uit de handen van de nazi’s gehouden. Hoe kon dat gebeuren? En waarom bijvoorbeeld in Nederland niet?
Op 29 september 1943 lekte Georg Ferdinand Duckwitz, een hoge Duitse diplomaat in Kopenhagen, een groot geheim: over drie dagen zal de Gestapo alle Joden van hun bed lichten. Het nieuws ging snel rond in de Joodse gemeenschap en op 1 oktober, toen de razzia losbarstte, waren de meeste van de zeven- à achtduizend Joden in Denemarken ondergedoken.
>>>Lees ook: Hoe vijf schoten de Kristallnacht inluidden<<<
In het hele land werden massaal hulpcomités opgericht. Kerken werden opengesteld, dokters kwamen in actie, ondernemersverenigingen schakelden hun leden in. Een land dat tot dan toe amper georganiseerde actie tegen de Duitse bezetters had gevoerd, stampte in een paar dagen een verzetsbeweging uit de grond. Het doel: vissers zoeken die de Joden naar Zweden konden brengen. In een paar weken tijd ontsnapten bijna alle Joden over zee. De Duitsers deden er weinig tegen.
Natuurlijk, Duckwitz was een held. Maar desondanks blijven er twee levensgrote mysteries. Eén: waarom kwamen de Denen op grote schaal in actie? Twee: waarom lieten de Duitsers dit gebeuren?
Benieuwd naar de rest van dit verhaal? Die vind je in de Tweede Wereldoorlog-special van KIJK. In deze 132 pagina’s tellende editie nemen we je mee langs de meest opmerkelijke gebeurtenissen uit die periode. Bestel hem hier!
Beeld: AKG/ANP