‘Hoe populair je op school was, werkt je hele leven door’

KIJK-redactie

18 maart 2018 10:59

Mitch Prinstein

Populair zijn staat gelijk aan gelukkig zijn – althans, dat denken we. Maar er bestaan twee vormen van populariteit, en die zijn niet allebei even goed voor je. Psycholoog Mitch Prinstein schreef een boek over de duistere kanten van onze hang naar geliefd zijn. KIJK sprak met hem.

KIJK: Waar komt uw fascinatie met populariteit vandaan?

Het was een onderwerp dat me al bezighield toen ik zelf opgroeide: waarom zijn mensen zo verschillend als het gaat om hun positie in een groep? Ik kwam tot de conclusie dat onze ervaringen met leeftijdsgenoten lang niet zo vaak worden besproken als eigenlijk zou moeten. We praten veel over onze ouders, maar onze gelijken blijven meestal buiten schot. Mijn eigen kinderen gingen al naar de kinderopvang toen ze drie maanden oud waren, wat betekent dat ze al hun hele leven meer tijd doorbrengen te midden van leeftijdsgenoten dan met volwassenen. Je verhouden tot leeftijdsgenoten is zo’n belangrijk deel van onze ontwikkeling en de ontwikkeling van onze kinderen, maar toch praten we er veel te weinig over.

Waardoor zijn uitgerekend adolescenten zo geobsedeerd door populariteit?

Tijdens de adolescentie maakt ons brein een groeispurt door, waardoor we ons extra bewust zijn van onze positie in de sociale pikorde. Receptoren in het puberbrein verwerken extra stromen van de hormonen oxytocine, dat de band met leeftijdsgenoten versterkt, en dopamine, dat een geluksgevoel geeft. Gevolg is dat de waardering van klasgenoten als heel belangrijk wordt ervaren. Zo ontstaat een hunkering naar sociale beloning en status die zich vertaalt in de behoefte aan volgers op Twitter en likes op Instagram. De middelbare school wordt zo een emotioneel kruitvat, en de obsessie met populariteit is de lont.

Uw boek is geen zelfhulpgids maar er staan wel nuttige adviezen in, onder meer over opvoeden.

Ouders zouden hun kinderen duidelijk moeten maken hoe belangrijk het is om rekening te houden met de gevoelens van anderen. Ze moeten inzien dat het belangrijk is dat andere kinderen een goed gevoel over zichzelf krijgen, dat ze zich welkom voelen. In de Verenigde Staten maakt momenteel een mooie uitdrukking opgang: filling other people’s buckets. Als je iets gemeens tegen kinderen zegt, laat je hun emmers leeglopen. Zeg je iets aardigs, dan vul je hun emmers juist. En als je de emmers van anderen vult, vul je tegelijk die van jezelf. Het is belangrijker ze dat bij te brengen dan ze te vragen of ze wel de meeste vrienden op school hebben.

Dit is een fragment uit het interview te vinden in KIJK 4/2018. Deze editie ligt in de winkel vanaf 22 maart tot en met 17 april.

Tekst: Mark van den Tempel

Beeld: Hollandse Hoogte

Meer informatie:

KIJK 3/2018Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!