Wanneer een motor achter een wielrenner rijdt, dan heeft de tijdrijder daar veel baat bij.
Nog twee dagen en dan begint de Giro d’Italia in Nederland met de grande partenza – de tijdrit – in Apeldoorn. Deze afstand van 9,8 kilometer is slechts een schijntje van wat er komen gaat. Toch kan er met die enkele kilometers al een tijdswinst worden behaald. Hoe? Door motoren die pal achter de wielrenners rijden.
Luchtweerstand meten
Nederlandse en Belgische wetenschappers onderzochten in hoeverre motormuizen invloed uitoefenen op wielrenners wanneer ze vlak achter de fietsers rijden. Een 3D-schaalmodel van zowel de tijdrijder als de motorrijders was geplaatst in een windtunnel. De luchtweerstand op de wielrenner werd gemeten bij verschillende afstanden tussen fiets en motor. Ditzelfde werd ook gemeten wanneer er drie motormuizen achter de wielrenner reden.
Het onderzoek toonde aan dat wanneer een motorrijder met slechts 25 centimeter afstand achter een wielrenner rijdt, de luchtweerstand van de fietser met bijna 9 procent vermindert. Wanneer er drie motoren in de nek van een tijdrijder hijgen, zorgt dit zelfs voor een weerstandsvermindering van bijna 14 procent.
Motor achter een wielrenner
Dit lijkt misschien niet veel, maar in een tijdrit van nog geen 10 kilometer levert dit tienden tot enkele secondes tijdsvoordeel op. Ook een afstand tussen fiets en motor van 25 centimeter is niet ongewoon, zoals is gebleken uit een recent ongeluk.
Vooral om die reden raden de onderzoekers aan dat motoren twintig tot dertig meter afstand moeten houden in plaats van de gebruikelijke tien – die al bijna nooit wordt aangehouden. Niet alleen voorkomt deze maatregel een hoop onnodige ongelukken, ook draagt de schikking bij aan meer eerlijkheid – iets wat de wielrensport op zich best goed kan gebruiken.
Bronnen: TU Eindhoven, KU Leuven, Universiteit van Luik
Beeld: TU Eindhoven