Nieuwe menssoort duikt op in de Filipijnen

Karlijn Klei

12 april 2019 10:55

Onderzoekers hebben botfragmenten gevonden die afkomstig zouden zijn van een voorheen nog onbekende menssoort: Homo luzonensis.

Ergens diep in een grot op een Filipijns eiland stuitten onderzoekers meer dan tien jaar geleden op een mysterieus botje. Het waarschijnlijk pakweg 67.000 jaar oude voetbot moest van een mensachtige geweest zijn, maar welke soort het precies betrof, was onduidelijk. Misschien, dachten de paleontologen destijds, was het afkomstig van een ietwat gedrongen exemplaar van de Homo sapiens.

Maar dat was niet het geval. Toen er later meer restanten boven tafel kwamen, bleek het allemaal toch veel spannender te zijn. Het ging namelijk om een heel nieuwe menssoort, schreef het team onlangs in Nature. Met de komst van Homo luzonensis, zoals de onderzoekers de mensachtige doopten, wordt onze familieboom weer een beetje verder uitgebreid.

Lees ook:

Bijzondere botten

Na de vondst van het voetbotje in 2007 gingen de opgravingen in de Callao-grot op Luzon, het grootste eiland van de Filipijnen, gestaag verder. Met de vondst van een dijbeen, zeven tanden en twee hand- en voetbotten in de jaren erna, was het voor de paleontologen duidelijk. De 50.000 jaar oude fragmenten verschilden zo van andere mensachtigen, dat het een nieuwe soort moest zijn; Homo luzonenis – naar het eiland.

De onderzoekers vonden de restanten van Homo luzonensis op het Filipijnse eiland Luzon, in de in het noorden gelegen Callao-grot (Callao Cave). © Détroit et al., 2019/Nature

De kiezen zijn niet alleen veel kleiner dan die van andere oermensen, ook de vorm is afwijkend. En hoewel de zogenaamde valse kiezen – de tanden direct achter de hoektand – qua grootte nog wel binnen het bereik van de Homo sapiens en Homo floresiensis (de Floresmens) vallen, is de verhouding tussen deze en de kiezen anders dan bij andere mensachtigen.

Naast de tanden wijken volgens de onderzoekers ook vooral de voetbotten erg af van wat we van andere leden van het Homo-geslacht kennen. De gekromde voet- en handbotjes die suggereren dat H. luzonensis een klimmer was, lijken het meest op die van de Australopithecus; een oud, primitief geslacht mensachtigen dat tussen 4,3 en 2 miljoen jaar geleden leefde. Maar daarvan denkt men dat ze nooit Afrika verlieten.

De restanten zijn afkomstig van minstens twee volwassenen en een kind. De zeven tanden (a, f, g) van verschillende aanzichten. Vijf tanden (a, boven- en zijaanzicht) komen van een enkel individu. Verder vonden men twee handbotten (b en c), twee voetbotten (d en e) en een dijbeenfragment (h). © Détroit et al., 2019/Nature

Menselijke evolutie

Hoewel de onderzoekers terughoudend zijn met definitieve uitspraken over de lengte van de Filipijnse oermens, waren ze waarschijnlijk relatief klein. “Er lijkt sprake te zijn van een soortgelijke dwerggroei als bij de Floresmens van Indonesië”, vertelt evolutiebioloog Nico van Straalen (Vrije Universiteit Amsterdam). Dat zwengelt de discussie over de evolutie van de mens opnieuw aan.

“Er zijn twee manieren om tegen H. luzonensis en H. floresiensis aan te kijken”, legt paleontoloog Lars van den Hoek Ostende uit (Naturalis Biodiversity Center). “Een belangrijke trend in de menselijke evolutie is dat we groter zijn geworden. Dit zijn juist kleine soorten.” Voor velen betekent dit dat de twee heel primitieve mensen zijn. “En die kunnen alleen maar in Zuidoost-Azië voorkomen als er heel lang geleden (nog voor Homo erectus red.) een primitieve mens uit Afrika vertrok.”

De valse kiezen van Homo luzonensis en een aantal andere mensachtigen. © Détroit et al., 2019/Nature

“Maar,” gaat Van den Hoek Ostende verder, “het gaat om eilandbewoners. En het is heel normaal dat grotere soorten kleiner worden.” Dan kan de logische voorouder ook gewoon een (modernere) zijn geweest die in het gebied leefde; de Homo erectus.

Het lijkt erop dat H. erectus, die een miljoen jaar geleden grote delen van Azië gekoloniseerd had, als het ware is opgebroken”, vertelt Van Straalen. “Delen van de populatie leefden nog lang op geïsoleerde plekken en werden kleiner. Waarschijnlijk zijn ze uitgestorven tegen de tijd dat Homo sapiens in Azië arriveerde.”

Plekje in de familieboom

Over waar H. luzonensis precies in onze familieboom past, is men het dus nog niet helemaal eens. DNA-analyses zouden kunnen helpen ons Filipijns familielid een vaster plekje te geven, maar helaas is het tot op heden nog niet gelukt om erfelijk materiaal uit de botten te plukken. Wellicht vinden we het antwoord bij volgende opgravingen – die staan al in de planning.

“We moeten ons losmaken van het idee dat de evolutie van de mens iets bijzonders is”, stelt Van den Hoek Ostende. “Het volgt dezelfde regels als elke andere soort. Het volgt dezelfde regels als elke andere soort. Daar is de vondst van Homo luzonensis voor mij extra bewijs voor.”

Bronnen: Nature (paper), Nature

Beeld: Callao Cave Archaeology Project; Détroit et al., 2019/Nature

KIJK 4/2019Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!