Waarom onze stamboom moeilijk te reconstrueren is

KIJK-redactie

11 februari 2021 15:00

stamboom

De evolutionaire stamboom van de mens lijkt meer op een chaotische struik. Drie redenen waarom het zo lastig is de stamboom te reconstrueren.

1) DNA-onderzoek is vaak onmogelijk.

Om de stamboom van de menselijke soort te reconstrueren, kan DNA een handig hulpmiddel zijn. Maar tot nu toe lukt het wetenschappers enkel om DNA te analyseren uit botten van maximaal 15.000 jaar oud – eigenlijk pas de laatste scène van onze geschiedenis. DNA uit oudere, bevroren neanderthalerresten is wél langer bewaard gebleven, waardoor onze verwantschap met hen nu duidelijker is geworden.

2) Er zijn maar weinig fossielen gevonden.

Doorgaans moeten archeologen en paleontologen voor een reconstructie afgaan op uiterlijke kenmerken van fossielen. Alleen vinden ze vaak slechts fragmenten van vroege menssoorten. Van enkele belangrijke vertakkingen en voorouders uit onze stamboom zijn hooguit een handvol schedels of wat vingerkootjes gevonden. Belangrijke uitzonderingen zijn de neanderthaler en Homo erectus.

3) Niet elk verschil is een vertakking.

De verzameling fossielen van onze voorouders en zijtakken wijzen allemaal dezelfde kant uit: gedurende miljoenen jaren zijn mensen slimmer geworden en kregen ze een grotere herseninhoud. Maar wanneer wetenschappers inzoomen op specifieke stukjes oertijd waarin vertakkingen plaatsvonden, zegt een grotere of kleinere schedel niet zoveel over intelligentie of zelfs soortverschillen, net zoals hersengrootte vandaag de dag ook weinig over intelligentie zegt (Einstein had een vrij gemiddeld hersenvolume).

Dit is een kader uit het artikel te vinden in KIJK 3/2021. Deze editie ligt in de winkel vanaf 18 februari tot en met 17 maart.

Meer informatie:

Tekst: Ronald Veldhuizen

Beeld: Shutterstock

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!