Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Grofweg eens in de vier jaar telt de maand februari 29 dagen en hebben we dus een bonusdag. KIJK somt vijf feitjes op over het schrikkeljaar.
Een kalenderjaar kent precies 365 dagen, is ons geleerd, maar eigenlijk klopt dit niet. De aarde heeft namelijk 365,2421875 dagen nodig om zijn ronde om de zon te kunnen maken. Dat betekent dat we min of meer elke vier jaar een extra dag hebben, een schrikkeldag. Deze vijf feiten over schrikkeljaar wist je nog niet.
Lees ook: Waarom heeft februari maar 28 dagen?
1) De juliaanse kalender berekende schrikkeljaren verkeerd
Vanaf de zestiende eeuw hanteren vrijwel alle landen de gregoriaanse kalender, vernoemd naar paus Gregorius XIII. Daarvoor werd de juliaanse kalender, naar Julius Caesar, aangehouden. De formule die de juliaanse kalender gebruikte om schrikkeljaren te berekenen, was echter niet accuraat. In de juliaanse kalender was elk jaar dat deelbaar was door 4 een schrikkeljaar. Maar deze formule weerspiegelt niet de juiste tijd die de aarde nodig heeft om eenmaal rond de zon te draaien.
De gregoriaanse kalender gebruikt een nauwkeurigere regel voor het berekenen van schrikkeljaren. Volgens deze formule is een jaar pas een schrikkeljaar als het deelbaar is door 4, behalve als het jaartal wel deelbaar is door 100, maar niet door 400. Met andere woorden, 1600 en 2000 waren schrikkeljaren, maar 1700 en 1900 niet. Door deze regel komt een jaar uit op 365,2425 dagen, wat nog steeds iets langer is dan het astronomische jaar. Gelukkig is de afwijking heel klein; slechts één dag per 3200 jaar.
2) Schrikkeljaar komt van ‘scricken’
Het woord schrikkel is afgeleid van het Middelnederlandse ‘scricken’. Het Middelnederlands is de opvolger van het Oudnederlands en de voorloper van de moderne Nederlandse taal. Scricken betekende destijds ‘met grote passen lopen’ of ‘springen’. En dat is in feite ook wat er gebeurt in een schrikkeljaar. Met een schrikkeldag nemen we een sprong om het kalenderjaar overeen te laten komen met het astronomische jaar.
3) Er bestaat ook een schrikkelseconde
Als we het hebben over een dag – de tijd die de aarde nodig heeft om eenmaal om zijn as te draaien – bedoelen we eigenlijk een zonnedag. Dat is de tijd tussen twee zonsopkomsten op de evenaar, oftewel 24 uur. De aarde draait echter niet alleen om zijn eigen as, maar ook rond de zon. Daardoor moet onze planeet iets meer dan één rondje draaien om weer met dezelfde kant naar de zon gericht te staan. In 24 uur draait de aarde dus iets meer dan één rondje om zijn eigen as. Met andere woorden: de tijd die de aarde over één rondje doet, is iets minder dan 24 uur.
Daarom wordt er eens in de zoveel tijd een schrikkelseconde aan de kalendertijd toegevoegd. Die corrigeert voor het verschil in lengte tussen de gemiddelde zonnedag en de op de klok gebaseerde periode van exact 24 uur.
4) Het jaar 2026 kent ook een schrikkelweek
Blader eens helemaal vooruit in je digitale agenda naar de laatste week van 2026. Daar staat niet week 52, maar week 53. Naast schrikkelsecondes, schrikkeldagen (en dus schrikkeljaren), zijn er ook schrikkelweken. Dat zit zo. Een kalenderjaar duurt 365 dagen, dat is één dag meer dan 52 weken (364 dagen delen door 52 weken is 7 dagen in een week). Tel daar het schrikkeljaar bij op dat twee dagen meer heeft dan 52 weken en je komt na zes jaar uit op een extra week. Het jaar 2020 had zelfs zowel een schrikkeldag als een schrikkelweek. De eerst volgende schrikkelweek is dus in 2026.
5) Sommige wetenschappers willen schrikkeljaar afschaffen
De sterrenkundige Richard Conn Henry en econoom Steve H. Hanke van de Johns Hopkins-universiteit maakten eind 2011 wereldkundig de gregoriaanse kalender op de schop te nemen. Dit tweetal wil namelijk onze kalender op zo’n manier omgooien dat kerst (en nieuwjaarsdag, en je verjaardag, enzovoort) elk jaar op dezelfde dag valt.
Henry en Hanke doen dat, voortbordurend op een idee van ene Bob McClenon, door elke maand dertig dagen te laten duren, behalve maart, juni, september en december; die worden elk 31 dagen. Schrikkeljaren schaffen ze af. Dan houd je natuurlijk wel een aantal dagen over: elk ‘gewoon’ jaar duurt een dag korter dan nu, elk voormalig schrikkeljaar twee. Die extra dagen worden weggewerkt door eens in de vijf of zes jaar een ‘mini-maand’ aan de kalender toe te voegen van één week.
De twee wetenschappers zien uiteraard allerlei voordelen in hun systeem. Doordat feestdagen voortaan elk jaar op dezelfde dag vallen, is het makkelijker voor bijvoorbeeld bedrijven en scholen om een jaarplanning te maken. Daarnaast zorgt het feit dat het jaar netjes verdeeld is in kwartalen van 91 dagen (twee maanden van dertig dagen, eentje van 31) er volgens econoom Hanke voor dat allerlei berekeningen van rentes eenvoudiger en eerlijker worden.
Inmiddels zijn we ruim dertien jaar verder en is de voorgestelde kalender van de heren nog steeds niet aangenomen. En maar goed ook. Anders zouden de verjaardagen van mensen geboren op 31 januari, 31 mei, 31 juli, 31 augustus of 31 oktober van de kalender verdwijnen.
Bronnen: CNN, timeanddate.com, Yannick Fritschy (KIJK 3/2020), Johns Hopkins University, Historisch Kader
Beeld: iStock/Getty Images