‘Laat die kleintjes lekker met blokken spelen’

KIJK-redactie

24 november 2016 16:00

veldhuizen

Het zou voor een baby of peuter veel makkelijker zijn om van alles te leren dan voor een volwassene. Maar klopt dat wel? Mythbuster Ronald Veldhuizen zocht het uit.

Altijd al Russisch willen leren? Of Spaans? Dikke pech, want wie dit leest, is fors te laat. De ideale periode om een tweede taal te leren, begint namelijk in de baarmoeder en eindigt in de kleutertijd. Dat komt, zo weten opvoed- en neuroboeken althans te melden, doordat die eerste vier jaar een cruciale leerperiode vormen waarin de basis van het brein wordt gelegd. Niet alleen taal, maar ook wiskunde, muzikaliteit en sociale vaardigheden hebben dan de beste kansen. Daarna is het buffelen geblazen.

Peuterbreintjes

Voor wie dit verhaal bekend voorkomt en ervan baalt, is er goed nieuws: het is onzin. Maar wel onzin die goed verkoopt en ons een boel geld en gedoe kost. Een voorbeeld. Onze overheid trekt dit jaar 200 miljoen euro uit om nu ook taal en rekenen aan peuters in de crèche te gaan leren. Dat is hooguit leuk voor de brancheorganisatie voor kinderopvang, die het geld krijgt. Maar we gaan dus echt niet ineens superslimme peuterbreintjes kweken.

De gedachte dat het wel zo zou werken, is trouwens best begrijpelijk. Uit onderzoek blijkt dat baby’s en peuters bijzonder veel hersencellen aan elkaar knopen, precies in de periode dat ze hun moedertaal onder de knie krijgen. Wanneer je volwassen wordt, vermindert het aantal hersenverbindingen flink. En dus ook het leervermogen, zo is het idee.

Blokken spelen

Leuk – maar nee. Het probleem is dat wetenschappers het nut van extra hersenverbindingen tijdens onze jeugd nog niet helemaal begrijpen, constateerde de Amerikaanse onderzoeker John Bruer eind jaren negentig. Volwassenen met het zogeheten fragiele-X-syndroom barsten bijvoorbeeld van de hersenverbindingen, maar ze kampen juist met leerproblemen.

En de leercijfers die Bruer tegenkwam, zijn ook niet bemoedigend. Een peuter leert, op tongval en moedertaal na, geen enkele nieuwe vaardigheid sneller of beter dan een volwassene. Sterker nog: juist nieuwe talen krijg je als volwassene na een korte cursus al aardig onder de knie, terwijl kinderen hetzelfde niveau pas halen na maanden oefenen. Laat die kleintjes dus vooral lekker met blokken spelen. Voor wiskunde en taal is straks nog tijd zat.

Deze column verscheen ook in KIJK 10/2016.