Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een wijds uitzicht kun je vergeten, maar onder de grond wonen is wel degelijk aantrekkelijk. Een trip langs vijf onderaardse steden.
Londen is volgebouwd, dus gaan de ultrarijken daar de diepte in voor extra comfort. Volgens een onderzoek uit 2018 zijn er wel 4560 van zulke ijsbergkelders (net als bij een ijsberg zit het grootste deel van de woning uit het zicht) vol sportzalen, zwembaden, woonvertrekken, bioscopen en appartementen voor de hulp en de au pair. Een nieuw verschijnsel? Welnee, mensen wonen al eeuwen ondergronds.
Lees ook:
1) Cappadocië
Vroege Christenen in de Turkse landstreek Cappadocië moesten regelmatig vluchten vanwege hun geloof. Bij de zoveelste invasie uit de buurlanden trokken de Cappadociërs de grond in. Wat begon als een paar natuurlijke grotten in de zachte kalkstufsteen van de streek, werd in de loop der tijd uitgegraven tot gigantische meerlaagse ondergrondse steden met woningen, keukens, kapellen, stallen, wijn- en oliepersen (voor de olielampen), waterputten en luchtschachten. Enorme stenen sloten de ingangstunnels af.
Tussen Kayseri en Nevşehir zijn in Cappadocië meer dan tweehonderd steden van meer dan twee woonlagen ontdekt, waarvan veertig van drie lagen of meer. Tot voor kort was Derinkuyu (‘diepe bron’) de grootste, met ruimte voor maar liefst 20.000 bewoners en een acht kilometer lange gang naar de naburige ondergrondse stad Kaymaklı. In 2014 werd tijdens restauratiewerk in Nevşehir een nog grotere onderaardse stad ontdekt. Met 460.000 m2 is die nog eens dertig procent groter dan Derinkuyu.
2) Opaalwoning
De Cappadociërs groeven zich in voor de veiligheid, maar in Australië gingen mensen de diepte in voor geld. Opaal, om precies te zijn. In het roestrode landschap rond Coober Pedy, 846 kilometer boven Adelaide, bleek je die edelsteen gewoon uit te kunnen graven.
’s Zomers kan het in deze woestijn wel 45 graden Celsius in de schaduw worden (en succes met schaduw vinden), maar ondergronds hangt de temperatuur het hele jaar rond de 24 graden. Dat was zo comfortabel, dat de opaaldelvers voor zichzelf woonvertrekken uitgroeven (‘dug-outs’), en daarna tunnels, winkels, opslag en zelfs een kapel. Nog steeds woont ongeveer de helft van de 1762 bewoners ondergronds.
Naast opaal draait het ondergrondse dorp natuurlijk ook op toeristen. Geen wonder dat de oorspronkelijke Kokatha-bewoners deze rare zandhoop kupa piti noemden: ‘witte man in een gat in de grond’.
3) Schuilkelders
De Cappadociërs waren niet de eersten of laatsten die bedachten dat je in geval van oorlog maar beter flink wat steen boven je hoofd kon hebben. Het meest imposante voorbeeld is wel de Ondergrondse Stad van Beijing. Die atoomschuilkelder werd tussen 1969 en 1979 gebouwd toen China vreesde voor een kernoorlog met de Sovjet-Unie en had zo’n honderd ingangen, vaak verborgen in lokale winkels.
Het Ondergrondse Stad-complex, ook wel ‘de Kerker’ genoemd, strekt zich uit over 35 km2 en is naar verluidt ruim genoeg om alle zes miljoen inwoners van Beijing te huisvesten. De restaurants, ziekenhuizen, scholen, theaters, fabriekshallen, rolschaatsbaan, pakhuizen en paddenstoelenkwekerij zijn nooit in gebruik geweest. Sinds 2008 is de stad niet meer toegankelijk voor het publiek.
4) Zoutkerk
Hoe oud is jouw werkplek? De zoutmijn in het Poolse Wieliczka vlak buiten Krakau gaat terug tot de dertiende eeuw en was een van de grootste van Europa. En de kompels deden hier meer dan zout delven – in de honderden kilometers aan mijngangen maakten ze rotskunst, beitelden standbeelden, groeven een kapelletje en bouwden die uit tot een enorme ondergrondse kathedraal. Tegenwoordig staat de mijn op de UNESCO werelderfgoedlijst en kun je er rondleidingen krijgen.
5) Rotswoningen van Matmata
In het Berberdorpje Matmata in Tunesië woont de bevolking van 2100 inwoners net als in Coober Pedy het liefst ondergronds. Vanwege het klimaat, niet vanwege de opaaljacht trouwens. Grotwoningen in Matmata liggen om grote kunstmatige putten heen, die weer verbonden zijn door nauwe gangen.
Tot 1969 was deze permanente grotbewoning nauwelijks bekend; de overheid dacht dat in deze regio vooral nomadische stammen woonden. Dat veranderde toen de grotbewoners na een flinke overstroming hulp vroegen van de overheid. Zo’n tien jaar later werd het dorpje wereldberoemd – het hotel Sidi Driss werd gebruikt als het huis van Luke Skywalker’s familie op Tatooine in Star Wars: A New Hope.