Wij vinden ze de normaalste zaak van de wereld, maar toeristen kijken hun ogen uit. Wat weet jij van deze vijf oer-Hollandse dingen?
Wat is er nou Hollandser dan Koningsdag? Voor het razendgezellige feest hangen we de vlaggetjes buiten en kleuren de straten oranje. De nationale feestdag begon als Prinsessendag, op 31 augustus 1885, ter ere van de vijfde verjaardag van prinses Wilhelmina. Maar wat weet jij eigenlijk van de oorsprong van deze andere, oer-Hollandse dingen?
Lees ook:
Oranje boven
Wie Nederland zegt, zegt oranje. Maar hoe is dat eigenlijk ‘onze kleur’ geworden? Het woord komt van Perzische narang, dat sinaasappel betekent. Dat trekt zich overigens door in veel andere talen, zoals het Engels, Frans en Spaans waarbij het woord voor de vrucht ook het woord voor de kleur is.
Waarom is het dan onze kleur? Simpel; dat heeft te maken met het koningshuis. Met de verbintenis aan het Franse prinsendom Orange werd ons Vader des vaderlands Willem van, ja, Oranje. Toen kon onze kleur er natuurlijk maar eentje worden.
Overschot aan tulpenbollen
Elk jaar als het zonnetje in ons kikkerlandje weer begint te schijnen, is het razenddruk in bloemtuinen zoals de Keukenhof. Vooral de oer-Hollandse tulpenvelden trekken vrachten bezoekers. Maar wist je dat de tulp eigenlijk helemaal geen Hollandse bloem is? Het was waarschijnlijk na 1562, toen een vracht tulpenbollen uit Turkije in Antwerpen aankwam, dat men in onze omstreken de bloemen voor het eerst zag. Dat was de start van de Europese tulpenhandel, met Nederland aan het roer.
Hollandse lekkernijen
Echt Hollandse lekkernijen hebben we zat; stroopwafels, speculaas, drop, bitterballen, enzovoorts. De o zo bekende stroopwafel (oorspronkelijk siroopwafel) werd waarschijnlijk voor het eerst gemaakt in een bakkerij in Gouda, ergens in de loop van de negentiende eeuw. Een echt Nederlands koekje dus, en lekker!
Delftse kopjes
Misschien heb je er zelf niets van in huis, maar toeristen zijn er dol op. De blauwwitte tegels, borden, kommen, schalen en kopjes die traditioneel in Delft werden gemaakt. Ook voor het toch wel typisch Hollandse Delfts blauw, hebben onze voorouders naar een andere cultuur gekeken. Het ontstond aan het eind van de zestiende eeuw als goedkoop alternatief voor het zeer gewilde, maar loeidure blauwwitte Chinese porselein.
‘Koffiezaakjes’
Tja, als je toeristen vraagt waar ze aan denken als ze Nederland horen, zal het gros toch zeker ook de coffeeshops noemen. Hoewel ook andere landen de afgelopen jaren soepeler zijn geworden met betrekking tot de verkoop en het gebruik van cannabis, zijn de Nederlandse ‘koffiezaakjes’ nog altijd erg in trek bij toeristen.
De eerste, en destijds enige, coffeeshop dateert waarschijnlijk uit 1968. Toen in 1992 het gedoogbeleid werd ingevoerd, schoot het aantal shops tot boven de duizend. Tegenwoordig hebben we er een ruime 500, waarvan zo’n 100 in Amsterdam.
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!